Operation Manual

2.9 Stap 8: Leerlingen programmaspecifieke instellingen
meegeven
Als u een programma toewijst aan een of meerdere leerlingen
tegelijk, verschijnt automatisch het scherm Leerlingeigenschappen.
U dient namelijk vaak nog specifieke programmainstellingen bij de
leerlingen in te voeren. Dat doet u als volgt:
Klik in het scherm Leerlingeigenschappen op het tabblad van het
programma waarbij u specifieke instellingen bij de leerling(en) in
wilt voeren. (Hier ziet u als voorbeeld het tabblad met leerlingei-
genschappen bij het programma Woorden vangen.)
Voer uw instellingen in.
Klik op OK om de instellingen te bewaren en het dialoogvenster
te sluiten.
Nu kunnen de leerlingen aan de slag met het programma.
U kunt later de leerlingstellingen altijd nog wijzigen. Zie hiervoor
Stap 10: De ZSM onderhouden.
Let op!
De resultaten en instellingen bij een leerlinggroepje worden
alleen op naam van dit groepje bewaard en niet bij de individu-
ele leerlingen uit dit groepje.
2.8 Stap 7: Leerlingen toewijzen aan een programma
Om leerlingen bijvoorbeeld met Woorden vangen te laten werken,
moet u hen eerst aan het programma toewijzen. Dat kan voor de
gehele groep in een keer, per leerling of voor meerdere leerlingen
tegelijk.
U wijst als volgt de gehele groep in een keer toe:
Selecteer de gewenste groep in het venster School.
Plaats in het venster Software op het tabblad Programma’s een
vinkje voor het programma dat u aan de groep wilt toewijzen.
U wijst als volgt een of meer leerlingen tegelijk toe:
Selecteer de gewenste groep in het venster School.
Selecteer in het venster Leerlingen de gewenste leerling(en).
Selecteer meer dan één leerling tegelijkertijd door de Ctrl- of de
Shift-toets te gebruiken bij het aanklikken van de namen.
Plaats in het venster Software op het tabblad Programma’s een
vinkje voor het betreffende programma.
18
19