Operation Manual

23
Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals de ontstekings-
s
piraal, de kous en het brandstofhevelpompje vallen buiten de garantie.
De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon
overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht.
D
e garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van
de gebruiksaanwijzing, door verwaarlozing en door het gebruik van ver-
keerde of verouderde brandstof. Verkeerde brandstof kan zelfs gevaarlijk zijn*.
De verzendkosten en het risico van het opsturen van de kachel of onderdelen
daarvan, komen altijd voor rekening van de koper.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de
gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, geef de
kachel dan in r
eparatie bij uw dealer.
*
Licht ontvlambare stoffen kunnen bijvoorbeeld leiden tot een oncontroleerbare verbranding, met uitslaande
v
lammen als gevolg. Probeer in dat geval nooit de kachel te verplaatsen, maar zet de kachel onmiddellijk uit
(
zie hoofdstuk E).
I
n noodgevallen kunt u een brandblusser gebru
iken, maar dan uitsluitend van het type B:
e
en koolzuur- of poederblusser.
10 TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
1 Wijs kinderen altijd op de aanwezigheid van een brandende kachel.
2 V
erplaats de kachel niet als deze brandt of nog heet is. In dat geval ook
niet bijvullen en geen onder
houd ver
richten.
3 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van muur,
gordijnen en meubels. Houd ook de ruimte boven de kachel vrij.
4 Gebr
uik de kachel niet in stof
fige ruimtes en niet op plaatsen waar het
sterk tocht. In beide gevallen krijgt u geen optimale verbranding.
5 Zet de kachel uit voordat u vertrekt of naar bed gaat.
6 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde
wisseltankjes en jerrycans.
7 Zor
g er
voor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme
temperatuur
verschillen. Bewaar de brandstof altijd op een koele,
droge en donkere plaats (zonlicht tast de kwaliteit aan).
8 Gebruik de kachel nooit op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen
aanwezig kunnen zijn (bv. uitlaatgassen of verfdampen).
9 De bovenzijde van de kachel wordt heet. De kachel mag niet
afgedekt worden (brandgevaar).
10 Zor
g altijd voor voldoende ventilatie.
7
6
5
4
1