Operation Manual

N
L
NL-11
G2000T
Het is bijzonder gevaarlijk om een kettingzaag te gebruiken
waarvan onderdelen ontbreken of defect zijn.
Voordat u de motor start, moet u zorgvuldig controleren of
alle onderdelen, inclusief de stang en de ketting, juist
gemonteerd zijn.
STARTEN VAN DE MOTOR
Normale start
1. Vul de brandstof- en kettingolietanks en draai de doppen
van beide tanks goed vast.
2. Blijf op het voorstartbolletje drukken tot er brandstof in het
bolletje komt.
3. Zet de schakelaar op „I”.
4. Draai de choke-knop in de gesloten stand.
Bij onmiddellijk herstarten na het stoppen van de motor zet
u de choke-knop in de open stand.
5. Houd de motorzaag met de voet op de grond en trek flink
aan het startkoord.
Start de kettingzaag niet met één hand. De kettingzaag
zou uw lichaam kunnen raken, wat zeer gevaarlijk is.
5. Bedienen van de motorzaag
WAARSCHUWING
OPMERKING
WAARSCHUWING
6. Zodra de motor een keer heeft geprutteld, drukt u de
chokeknop in de stand voor de eerste fase en trekt u
nogmaals aan het startkoord om de motor te starten.
7. Laat de motor met licht ingedrukte gashendel warmlopen.
Blijf uit de buurt van de zaagketting vermits deze bij het
starten zal beginnen te draaien.
CONTROLEREN VAN DE OLIETOEVOER
Zorg dat de stang en de ketting overeind gezet worden
wanneer de olietoevoer wordt gecontroleerd.
Als dit niet wordt gedaan, komen de draaiende delen
bloot te liggen. Dit is bijzonder gevaarlijk.
Laat de motor na het starten op een matig toerental lopen en
controleer of er kettingolie van de ketting afspat, zoals de
afbeelding laat zien.
De oliestroom kan door middel van een hendel worden
aangepast. Pas aan naargelang de werkomstandigheden.
De olietank moet bijna leeg zijn wanneer de brandstof
opgebruikt is. Vergeet niet iedere keer de olietank bij te vullen
wanneer u brandstof bijvult.
AFSTELLEN VAN DE CARBURATEUR
De carburateur van uw motorzaag is op de fabriek afgesteld,
maar kan door veranderende gebruiksomstandigheden fijn-
afstelling verlangen.
Controleer voordat u de carburateur afstelt of de brandstof-
en luchtfilters schoon zijn en of de brandstof de juiste
mengverhouding heeft.
Voer voor afstelling de volgende stappen uit:
Gebruik een aanpassingsgereedschap met leunhoek om de
naalden aan te passen. Zorg ervoor dat u de carburator
aanpast terwijl de staafketting is bevestigd.
Chain oil
OPMERKING
OPMERKING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
(1) (2)
(3)
Brandstoftankdop
Olietankdop
Schakelaar
Veiligheidshendel
Gashendel
Gesloten Open met
gashendelblokkering
Gashendel-
deblokkering
Stelschroef voor
stationair toerental
H schroef
L schroef