Operation Manual

2.3.2.2 Geselecteerde locatie op de kaart (cursor) en geselecteerd kaartobject
U kunt een locatie op de kaart op de volgende manieren markeren:
Tik op de kaart tijdens de navigatie,
Tik op de kaart wanneer u wordt gevraagd om de bestemming aan het einde van een
zoekopdracht te bevestigen, of
Tik op de kaart onder Op kaart zoeken (pagina 62)
Als er een locatie op de kaart is geselecteerd, verschijnt op dat punt de cursor op de kaart. De cursor
wordt weergegeven als een stralende rode punt (
), zodat deze zichtbaar is op alle zoomniveaus.
De locatie van de cursor kan worden gebruikt als de bestemming van de route, een nieuw
waarschuwingspunt, u kunt naar locaties erom heen zoeken, of u kunt deze locatie opslaan als
adresboekitem.
U kunt ook een aantal objecten op de kaart selecteren. Als u op de kaart het pictogram van een
interessante plaats of een waarschuwingspunt aantikt, wordt dit object geselecteerd (er wordt een rode
cirkel omheen getoond); u kunt dan informatie over dit object krijgen of u kunt het als routepunt
gebruiken.
2.3.3 Objecten op de kaart
2.3.3.1 Straten en wegen
De software geeft straten weer op dezelfde manier als papieren wegenkaarten. De kleuren en de
breedte komen overeen met de betekenis: u kunt gemakkelijk een snelweg van een gewone straat
onderscheiden.
2.3.3.2 Volgende afslag en Volgende straat
Bij het navigeren van een route, toont de bovenkant van het kaartscherm informatie over de volgende
gebeurtenis op de route (manoeuvre) en de volgende straat of volgende stad/plaats.
In de linkerbovenhoek bevindt zich een veld dat de volgende manoeuvre toont. Zowel het soort
gebeurtenis (afslag, rotonde, snelweg verlaten, etc.) als de afstand vanaf de Huidige positie worden
weergegeven.
16