Operation Manual
NL - 12
3.3 Maatschets
801
35
214
761
ø180
851
845
702
ø160
ø151
354 348
264
161
572
625
269
172
172
CONDENSAFVOER
LINKER UITV.
C
ONDENSAFVOER
RECHTER UITV.
PERILEXSNOER
CONDENSAFVOER ø32
(
UITW.
)
3.4 Installatievoorwaarden
Om vast te stellen of de installatie van de WHR
in een bepaalde ruimte mogelijk is, moet er
rekening gehouden worden met de volgende
aspecten:
De WHR moet worden geïnstalleerd volgens
de algemene en plaatselijk geldende veilig-
heid- en installatievoorschriften van onder
andere elektriciteit- en waterleidingbedrijf
alsmede volgens de voorschriften in deze
handleiding.
De plaats van de installatie moet zodanig
worden gekozen, dat rondom de WHR
voldoende ruimte aanwezig is voor de lucht-
aansluitingen en de toevoer- en afvoer-
leidingen, maar ook voor het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden.
In de ruimte moeten de volgende voor-
zieningen aanwezig te zijn:
- Luchtkanaalaansluitingen.
- 230V elektrische aansluiting.
- Voorzieningen voor de condensafvoer.
De WHR moet in een vorstvrije ruimte
geïnstalleerd worden. Het condenswater
moet vorstvrij, onder afschot en met gebruik
van een sifon worden afgevoerd.
.
Wij adviseren de WHR niet in ruimtes te
installeren met een gemiddeld hogere lucht-
vochtigheid (zoals badkamer of toilet).
Dit om condensvorming aan de buitenkant
van de WHR te voorkomen.
De WHR mag uitsluitend aangesloten
worden op een wasemkapsysteem van
Zehnder - J.E. StorkAir. Ieder ander wasem-
kapsysteem zal de basiswerking van de
balansventilatiesysteem teniet doen.
Om goede en tochtvrije luchtdoorstroming in
de woning te verkrijgen moet onder de bin-
nendeuren bewust een opening van minimaal
10mm vrijgelaten worden. Wanneer deze
openingen worden afgedicht, door bijvoor-
beeld deurrubbers of hoogpolig tapijt, zal de
luchtdoorstroming in de woning stagneren.
Het systeem zal hierdoor niet meer optimaal
functioneren.










