Operation Manual
NL - 5NL - 5
Bedieningselementen
1
Afwezig
(blauw)
Weergave van laagstand
- Voor gebruik bij lage
ventilatiebehoefte (Handmatige
ventilatiestand).
2
Aanwezig
(blauw)
Weergave van normaalstand
- Voorgebruik bij normale
ventilatiebehoefte (Handmatige
ventilatiestand).
3 Max
(blauw)
Weergave van
maximumstand
- Voor gebruik bij maximale
ventilatiebehoefte (Handmatige
ventilatiestand)
4 Auto
(blauw)
Weergave van automatische
stand
- In deze stand wordt de ventilatie
automatisch geregeld op basis
van de actuele CO
2
-concentratie
in de verblijfsruimte
Bedieningselementen
5
Knop
Bedieningsknop om de gewenste
ventilatiestand in te stellen,
namelijk:
-
, , Max of Auto.
Verder kan de CO
2
-sensor met
deze bedieningsknop ingesteld
worden.
6
Rode LED
Weergave van te hoge CO
2
-
concentratie g Slechte
luchtkwaliteit
7
Gele LED
Weergave van gemiddelde CO
2
-
concentratie g Gemiddelde
luchtkwaliteit
8
Groene
LED
Weergave van goede CO
2
-
concentratie g Goede
luchtkwaliteit
Let op!
Als in ventilatiestand , of
Max wordt geventileerd, wordt de
ventilatie niet geregeld op basis van
de CO
2
-concentratie.