Operation Manual
Configuratie
Als u klaar bent met de kalibrering, kunt u de
printerparameters voor uw toepassing instellen
door gebruik te maken van het afleesvenster op
het voorpaneel en de vijf toetsen onmiddellijk
daaronder.
De configuratieprocedure in tabel 2 bevat de
informatie die u nodig hebt om de printer in
bedrijf te stellen maar deze tabel bevat niet alle
informatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding
voor meer informatie.
Ga naar de mode Configuratie door in
te drukken bij de weergave PRINTER READY
[PRINTER KLAAR]. Volg de procedure in tabel 2.
U kunt op elk gewenst moment de mode
Configuratie afsluiten door in te drukken
(volg de instructies aan het einde van de tabel).
•
Een sterretje (*) in de linker bovenhoek van het
afleesvenster geeft aan dat u deze instelling
veranderd hebt en dat de instelling verschilt van de
momenteel in het geheugen opgeslagen waarde.
•
Gebruik de linker en rechter zwarte ovale
toetsen vlak onder het afleesscherm om een
parameter te wijzigen:
Verhoogt de waarde, antwoordt “ja”,
geeft “aan” aan of geeft de volgende
keuzemogelijkheid weer.
Verlaagt de waarde, antwoordt “nee”,
geeft “uit” aan of geeft de vorige keuzemogelijk-
heid weer.
Nederlands 159
NL
1. Indrukken
2. Weergave
afleesvenster
Handeling/Uitleg
—
PRINTER READY
[PRINTER KLAAR]
Printer werkt normaal.
DARKNESS
[DONKERHEID]
Druk de ovale toetsen in om de donkerheid van het printen te veranderen.
VOORZICHTIG: Stel de donkerheid in op de laagste instelling die goede
printkwaliteit levert. Een te hoog ingestelde donkerheid kan inktstrepen
veroorzaken en/of ertoe leiden dat het lint doorbrandt.
Veranderen van de taal op het afleesvenster van het voorpaneel (overslaan als reeds de gewenste taal wordt
weergegeven):
LANGUAGE
[TAAL]
Druk de ovale toetsen in om de taal van de tekst op het afleesvenster van het
voorpaneel te veranderen.
DARKNESS
[DONKERHEID]
Druk de ovale toetsen in om de donkerheid van het printen te veranderen.
VOORZICHTIG: Stel de donkerheid in op de laagste instelling die goede
printkwaliteit levert. Een te hoog ingestelde donkerheid kan inktstrepen
veroorzaken en/of ertoe leiden dat het lint doorbrandt.
TEAR OFF
[AFSCHEUREN]
Druk de ovale toetsen in om de stand van de media boven de afscheurstang na
het printen te veranderen. Stel deze instelling bij indien etiketten op de
verkeerde plaats worden afgescheurd.
PRINT MODE
[PRINTMODE]
Druk de ovale toetsen in om de mode Afscheuren, Lostrekken, Snijmes of
Oprollen te kiezen. Zorg dat u een mode kiest die op uw specifieke printer
beschikbaar is aangezien sommige van deze modes speciale opties vereisen.
MEDIA TYPE
[MEDIATYPE]
Druk de ovale toetsen in om doorlopend of niet-doorlopend mediatype te kiezen.
Niet-doorlopend: de printer bepaalt automatisch de etiketlengte door de
inkeping, tussenruimte, papierbaan of het zwarte merkteken tussen de etiketten
af te tasten. Doorlopend: u dient een instructie voor etiketlengte in de
etiketopmaak (^LLxxxx indien u ZPL of ZPL II gebruikt) op te nemen.
Tabel 2
E:\jobs\EH91 Zebra\XiIII\XiIII-nl.vp
Wednesday, December 15, 1999 9:42:12 AM
Color profile: Disabled
Composite Default screen