INHOUDSOPGAVE lnstelling voor de snelle terugkeer van de robot naar het lnstallatie van het laadstation en de unit laadstation.... .................... 15 stroomvoorzieningstoestel-2ender............ ...................... 16 Regelingen. ..... Egrverklaring van overeenstemming.. mffi 0tr dit document zonder waarschuwing te wiizagen, mats dit geen risi@'s voor de veiligheid inhoudt La Ze@a. De teksten mooen volledio oi rfu!@gFrc&F2.
INTRODUCTIE Van harte gefeliciteerd met uw aankoop van dit product dat aan al uw eisen en verwachtingen zal voldoen. Dit proiect werd ontwikkeld door ZUCCHETTI CENTRO SISTEMI S.p.A. (UNl EN ISO 900'l gecertificeerd bedrijf) software house, sinds 1982 actief op de internationale markt waar het een sterke positie verworven heeft. Het toepassen van innoverende computeroplossingen in de sector van industridle automatisering leidt tot optimalisering van de productiewerkzaamheden en werkprocedures.
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE APPARATUUR De apparatuur is een robot die ontworpen en gebouwd werd voor het automatisch maaien van gras van de tuin, op eender welk uur van de dag. De robot is klein, compact, geruisloos en makkelijk vervoerbaar. De robot kan geprogrammeerd worden om in meerdere zones te werken, in functie van de kenmerken van het te maaien gras: een hoofdzakelijke zone en meerdere secundaire zones (op basis van de modellen).
HOOFDZAKELIJKE MECHANIEK A. Batterijen van accu's: voeden de motoren van het mes en de inwerkingstelling van de wielen. De robot wordt geleverd met 66n of twee lithiumbatterijen die een langere bedrijfsduur garanderen. B. Laadstation: dient voor het opladen of het behouden van de lading van de batterijen (A). C. Elekronische kaart: controleert de automatische functies van de robot. D. Toetsenbord met de bedieningen: dient voor het instellen en weergeven van de werkingsmodaliteiten van de robot. E.
TECHNISCHE GEGEVENS I €a-qhsma#ka.#td.n"' Robot met twee lithiumbatterij 2.3Ah m2 (sq') Robot met 6en lithiumbatterij 6.gAh m2 (sq Robot met twee lithiumbatterijen 6.94h m2 (sq') Atmetingen (B xAx t' 1400 ( 15064) 2600 1 900 ( 20444 \ ') (27s76) 3000 (32280) 610x265x410 (24,02x 10,43 x 16,14 " mm (") P) j::l;rri.**!itrgt{$$,ileilr 3lllr;ir,1:1Ll1,i1i:::!' ) 11,6 (2 x 2.3Ah) Gewicht van de robot (met batterij) 12 kg 13 12,0 (6.
Omtrekdraad m0 Max. lengte omtrekdraad (indicatief, berekend op basis van een regelmatige omtrek) m (ft) Bevestigingsnagels Bestuurde Zones, inclusief de hoofdzakeli.
werken. Ga nooit op de robot zitten. Hef de robot niet op om het mes te inspecteren wanneer dit in werking is. Plaats uw handen en voeten nooit onder de robot wanneer deze aangeschakeld ol in beweging is, en plaats ze vooral niet onder de wielen. De geinstalleerde veiligheidsmechanismen mogen niet gesaboteerd, gedlimineerd of omzeild worden. Het niet respecteren van deze vereiste kan leiden tot ernstige risico's voor de veiligheid en de gezondheid van de personen.
VEILIGHEIDSSIGNALEN Dit product wordt beschermd met Aandacht! Reinig of was de robot niet met waterstralen. een password. Bewaar de code op een veilige plek. Hou kinderen, huisdieren Lees de aanwijzingen voor het gebruik aandachtig door, begrijp ze, voordat de en robot afstand wanneer Respecteer de waarschuwingen Dit product is conform de veiligheidsnormen die aangeduid worden in de robot in werking is. gebruikt wordt.
(L) I I I I I PLANNING VAN DE INSTALLATIE VAN HET SYSTEEM De installatie van de robot is niet moeilijk, maar moet vooraf gepland worden zodat de beste zone voor de installatie van het laadstation, de unit stroomvoorzieningstoestel-zender en de afbakening van het werkgebied van de robot zelf worden gevonden. . Het laadstation moet aan de rand van het grasperk geplaatst worden, bij voorkeur nabij het grootste grasperk en in een zone die makkelijk bereikbaar is voor eventuele andere zones van grasperken.
. . Werking van de robot. De robot moet, elke keer de werkcyclus eindigt, het laadstation makkelijk kunnen vinden, wat ook het startpunt zal ziin voor een nieuwe werkcyclus en om eventuele andere werkzones te bereiken die vervolgens "Secundaire zones" zullen genoemd worden. Voor de plaatsing van het laadstation moeten de volgende regels gerespecteerd worden .
DEFINITIE TRAJECT OMTREKDRAAD Voordat de omtrekdraad wordt gelnstalleerd, moet het oppervlak van het grasperk gecontroleerd worden. Beoordeel eventuele aan te brengen wijzigingen aan het grasperk tijdens het plaatsen van de omtrekdraad, zodat een goede werking van de robot wordt gegarandeerd. 1. Voer nu de "Voorbereiding en afbakening van de werkgebieden" uit 2. lnstallatie van de omtrekdraad 3. lnstallatie van het laadstation en de unit stroomvoorzieningstoestelzender 4.
Afbakening van het werkgebied 3. Controleer het volledige oppervlak van het grasperk en beoordeel of het moet onderverdeeld worden in meerdere afzonderlijke werkgebieden. Voordat de handelingen van de installatie van de omtrekdraad begonnen worden, moet om ze te vergemakkelijken het volledige traject gecontroleerd worden. De afbeelding toont een voorbeeld van een grasperk met de tekens voor het in de grond stoppen van de omtrekdraad.
4. Baken en teken de omtrek van de interne en de omtrekelementen van het werkgebied af die de correcte werking van de robot beletten. De afbeelding toont @n voorbeeld van de interne en en de omtrekelementen van het werkgebied en de afstanden die gerespecteerd moeten worden voor het plaatsen van de omtrekdraad. Baken alle elementen van ijzer of ander metaal af (putdeksels, elektrische aansluitingen, enz,) zodat interferenties met het signaal van de omtrekdraad worden vermeden.
5. Baken lagere zones dan het grasperk af (zwembaden, belangrijke hoogteverschillen) (raadpleeg de liguur). trappen, Respecteer nauwkeurig de alstanden om te vermijden dat de robot valt en dus stukgaat en/of ernstig beschadigd wordt, ln geval van hellingen of gladde terreinen moet de afstand vergroot worden met minstens 30 cm. / 11,81 " 6. Baken de omtrek af zoals aangeduid wordt op de afbeelding.
Draad onder de grond gestopt 1. Graaf het terrein regelmatig en symmetrisch uit tegenover 2. de lijn die afgetekend werd op het terrein. Plaats de draad in wijzerszin langs het volledige traject, enkele centimeters diep (ongeveer 2+3 cm (0.7874+ 1.1811 ")) zodat de kwaliteit en de intensiteit van het signaal voor de robot niet wordt beperkt. I 3. Blokkeer de draad indien noodzakelijk met de daarvoor bestemde nagels zodat hij in positie wordt gehouden wanneer de gleuf wordt gevuld. 4.
METHODE VAN TERUGKEER NAAR HET LAADSTATION De robot kan op twee verschillende manieren terugkeren naar de oplaadbasis, volgens de configuratie van het gebruikersmenu onder het trefwoord "lnstellingen" - "Zoek laadstation". "Volg de kabel". Deze optie duidt aan dat de robot de omtrekdraad moet volgen door de wielen op de overgang van de draad zelf te plaatsen. "Via boogpatroon".
i I { 7. ' Bevestig .de basis (N) op het terrein met behulp van de nagels (P). Bevestig de basis indien noodzakelijk met behulp van expansieplugs (o). i 8. Monteer de bescherming (L). 9. Sluit de stroomkabel (E) van het laadstation (N) aan op de zender (B). 1 0, Stop de stekker van het stroomvoorzieningstoestel (A) in het stopcontact. 11.
AANBEVELINGEN VOOR DE REGELINGEN De gebruiker moet de regelingen uitvoeren volgens de procedures die beschreven worden in de handleiding. Voer geen enkele regeling uit die niet uitdrukkelijk aangeduid wordt in de handleiding. Eventuele buitengewone regelingen die niet uitdrukkelijk aangeduid worden in de handleiding mogen enkel door het personeel van de door de constructeur erkende assistentiecentra uitgevoerd worden.
AANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK Bii het eerste gebruik van de robot wordt aangeraden om de volledige handleiding door te lezen en om te controleren ol alles werd begrepen, en vooral de inlormatie in verband met de veiligheid' Voer enkel het voorziene gebruik uil dat aangeduid wordt door de constructeur, en knoei niet aan de mechanismen om andere prestaties te verkriigen dan diegene die aangeduid worden.
Activeert ol desactiveert het geluidssignaal Bepaalt het gedrag in geval van regen Activeert of desactiveert de herkenniung van het gemaaide grasperk Configureert de alstandsbediening om de robot te besturen Voor de desactivering van het geluidssignaal wanneer de robot zich in het laadstation bevindt Hiermee kan de methode van terugkeer naar het laadstation beslist worden Regelt de werkdagen en de rustdagen de eerste tiidsperiode voor de activering van de werking van de robot Bepaalt de configurati
I I i i I t Instelling van het automatisch gebruik van de robot lnstelling van een werkcyclus in een gesloten zone die niet voorzien is van een laadstation lnstelling van de werking zonder herkenning van de omtrekdraad AANDACHT !!! Lees aandachtig de handleiding door voordat deze functie wordt gebruikt lnstelling van de taal in het menu van de gebruiker lnstelling van het tormaat van de invoer van de datum van het tormaat van de invoer van het uur lnstelling van het formaat van de invoer van de af
AFST.BED.: (enkel voor bepaalde versies, raadpleeg "Technische gegevens") Raadpleeg de aanwijzingen op de afstandsbediening / console voor de procedure van de combinatie. GELUID: Voor de desactivering van de informatie van het geluidssignaal wanneer de robot zich in het laadstation bevindt. ZOEK LAADSTATION: Hiermee kan de methode van terugkeer naar het laadstation beslist worden, 1. "Volg de kabel". De robot bereikt het laadstation door de wielen op de overgang van de draad zelf te plaatsen. 2.
: i I I 10:00 11:30 16:00 17:30 0900 (9684) 10:00 17:00 10:00 12:00 15:00 18:00 1200 (12e12) 10:00 20:00 1500 (16140) 10:00 l2:00 2000 (21520) 08:00 21:00 2500 (26900) 08:00 22:30 3000 (32280) 07:00 23:30 16:00 19:00 SECUNDAIRE ZONES - PROGRAMMERINGSMODALITEIT Als de te maaien zone secundaire zones bevat op basis van de definities die aangeduid worden in het hoofdstuk "Voorbereiding en afbakening van de werkgebieden" moeten de secundaire zones geprogrammeerd worden om de instelling van de rob
Om het password in te stellen of te wijzigen, moet eerst het vorige ingesteld worden en moet daarna het gewenste password ingesteld worden. Het passvvord dat ingesield werd door de constructeur bestaat uit vier cijfers (0000). Bij de invoer wordt de herhaling van de procedure van de invoer van het password gevraagd, om er zeker van le zijn dat het correct werd ingesteld. Er wordt aanbevolen, om het password niet te vergeten, om een makkelijke combinatie te kiezen. PASSW.
7. Na enkele seconden verschijnt op het display het bericht "BEZIG MET LADEN'. 8. De robot begint het gras te maaien volgens de geprogrammeerde modaliteiten. VEILIGE STILLEGGING VAN DE ROBOT Tijdens het gebruik van de robot kan het nodig zijn om de werking stil te leggen. ln normale omstandigheden wordt de robot stilgelegd met de toets "Off/Stop". ln geval van gevaar of om het onderhoud uit te voeren, moet de robot veilig stilgelegd worden zodat gevaar op een plotselinge start van het mes wordt vermeden.
1. Druk op de toets ON (A). 2. Voer het password in (indien gevraagd) (raadpleeg "lnvoer password"). 3. Op het display verschijnt de functie 'PAUSE'. 4. Bereik de programmeringsmodaliteit tot het menu "GEBRUIKSWIJZE" wordt geselecteerd. Selecteer 'GESLOTEN ZONE'. Op het display verschijnt "GESLOTEN ZONE - 60 Min" (standaard waarde). 5. Druk op een van de toetsen u+', "-" om de minuten in te stellen. 6. Druk op de toets "Enter" om te bevestigen. 7.
1. Op het display verschijnt het bericht: I I l I u-" om het eerste ciifer in te stellen. 2. Druk op een van de toetsen '+", 3. Druk op de toets "Enter" om te bevestigen. De cursor wordt op de volgende positie geplaatst. 4. Herhaal de procedure om alle ciifers van het password in te stellen. Nu is de robot voorzien voor het gebruik.
Laadstation Voordat de robot na een lange periode weer in dienst wordt gesteld, moet het volgende uitgevoerd worden. 1, Stop de stekker van het stroomvoorzieningstoestel (A) in het stopcon'tact. 2. Schakel de hoofdzakelijke stroomtoevoer weer in. 3. Plaats de robot in het laadstation. 4. Druk op de toets ON (A). 5. Voer het password in (indien gevraagd) (raadpleeg "lnvoer password"). 6. Na enkele seconden verschijnt op het display het bericht "BEZIG MET LADEN". 7.
f ,r' # AANBEVELINGEN VOOR HET ONDERHOUD Gebruiktijdens de onderhoudshandelingen de persoonlijke beschermingen die aangeduid worden doordeconstructeur, en vooral wanneer op het mes gehandeld wordt, Voordat de onderhoudshandelingen worden uitgevoerd, moet gecontroleerd worden of de robot veilig stilgelegd werd (raadpleeg "Veilige stillegging van de robol"). TABEL VAN DE INTERVALS VAN HET GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Reinig het mes en controleer de efficidntie.
5. Controleer het onderste deel van de robot (zone maaimes, voor- en achterwielen) en verwijder de afzettingen en/of resten die de goede werking van de robot kunnen belemmeren. 6. Gebruik een geschikte borstel om de afzettingen en/of andere resten te verwijderen van het mes. 7. Reinig alle laadknoppen van de batterij (A) en de contactplaten (B), en elimineer eventuele oxidaties of resten als gevolg van elektrische contacten met behulp van een droge doek, en indien noodzakelijk met fijn schuurpapier. 8.
Stel de werkperiode langer in (raadpleeg Programmeringsmodaliteit). Werkingsduur onvoldoende Leg de robot in alle veiligheid stil (raadpleeg "Veilige stillegging van de robot") ,..rdi\ Het maaimes bevat alzettingen en/of resten Gebruik beschermende handschoenen om eventueel gevaar op sniiwonden te vermiiden Reinig het maaimes gemaaid Secundaire zone niet compleet gemaaid Op het display verschijnt "Geen signaal". Op het display verschijnt "Buiten omtrek".
Op het display verschijnt "Veiligh. besch" Sensor bescherming vooraan werK niet Controleer of de bovenbescherming correct geplaatst is. Contacteer het dichtst bijzijnde assistentiecentrum als het probleem aanhoudt Op het display verschijnt "Sync Error". De ontvanger van de robot herkent het signaal niet Schakel de apparatuur uit en weer aan. Contacteer de assistentiedienst als het probleem aanhoudt.
VERVANGING VAN DE BATTERIJEN Vervang de batterijen bij een erkend assistenliecentrum. VERVANGING VAN HET MES 1. Leg de robot in alle veiligheid stil (raadpleeg "Veilige stillegging van de robot"). Gebruik beschermende handschoenen om eventueel gevaar op snijwonden te vermijden 2. Draai de robot om en plaats hem zodanig dat de bedekking niet wordt beschadigd. 3. Draai de schroeven (B) los om het mes (A) te demonteren. 4. Plaats een nieuw mes en draai de schroeven vast. 5.