User manual

Het apparaat staat in de programmakeuzemodus als het programma-indicatielampje van knippert.
Na de activering bevindt het apparaat zich standaard in de programmakeuzemodus. Als dit niet zo is, stelt u de
programmakeuzemodus als volgt in:
1. Druk op de programmatoets en houd deze 3 seconden ingedrukt.
RESET-functie
Druk op de programmaknop tot het apparaat in de programmakeuzemodus staat.
Met deze functie kunt u het lopende programma.
Gebruikersmodus
Terwijl het apparaat in de programmakeuzemodus staat:
1. Houd de programmaknop ingedrukt tot het lampje gaat knipperen en de lampjes en aan zijn.
Instellingen die in de gebruikersmodus beschikbaar zijn:
Het niveau van de waterverzachter afgestemd op de waterhardheid.
De activering of de deactivering van het geluidsignaal voor het programma-einde.
Het in- of uitschakelen van AirDry.
Omdat het apparaat de instellingen opslaat, hoeft u deze niet bij aanvang van iedere cyclus te configureren.
De waterontharder instellen
1. Wacht terwijl het apparaat in de gebruikersmodus staat totdat de lampjes en uit zijn.
Het indicatielampje
blijft knipperen.
De huidige instelling wordt aangegeven door het aantal knipperen van het indicatielampje einde (bijv. 5
knipperen + pauze + 5 knipperen ... = niveau 5).
2. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. Telkens als u op de programmaknop drukt, gaat het
niveaunummer omhoog. Als niveau 10 wordt bereikt, begint het tellen weer vanaf niveau 1.
3. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen.
De waterhardheidtabel
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l Clarke-graden Wateronthardings-
niveau
47 -50 84 - 90 8.4 - 9.0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7.6 - 8.3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 2
6