Varjet 1 - 14 1 – 14 TECHNISCHE HANDLEIDING 1NO0P0007-# 30
Varjet 1 - 14 1NO0P0007-# 31
Varjet 1 - 14 Inhoud 1. Woord vooraf 33 2. Omschrijving 2.1. Algemene informatie 2.2. Certificaten 34 34 35 3. Inhoud levering 35 4. Technische kenmerken / afmetingen 4.1. Belangrijkste kenmerken 4.2. Waterkwaliteit 4.3. Afmetingen 4.4. Afmetingen speciale uitvoeringen 4.5. Technische kenmerken 4.6. Corrigerende waarden bij afwijkende werkingscondities 36 36 36 37 38 39 40 5. Bedieningspaneel (optie) van de ketel 5.1. Beschrijving 5.2. Basisuitrusting 5.3. Aanvullende uitrusting 5.4.
Varjet 1 - 14 1. Woord vooraf WAT TE DOEN IN GEVAL VAN GEVAAR ? Sluit de brandstoftoevoer af en zet het toestel uit met de hoofdschakelaar of door de noodstop (buiten het ketelhuis). Gebruik geschikte brandblusapparaten. Waarneming gasreuk (gastoestellen) - Open ramen en deuren en verlucht de betrokken lokalen grondig. - Gebruik geen elektronische toestellen (gsm enz.). - Steek geen elektrisch contact aan (licht, motor, lift, bel enz.) - Steek geen lucifer of aansteker aan, niet roken.
Varjet 1 - 14 2. Omschrijving 2.1. Algemene informatie De Varjet zijn condenserende ketels met branderhaard onder druk met een vermogen van 70 tot 580 kW (78 tot 625 kW condenserend), voor aansluiting op gas of op huisbrandolie. De Varjet heeft een verwarmingslichaam in staal met vlambuizen in een ‘’drievoudig traject’’ geplaatst en een condensrecuperator in roestvrij staal met waterpijpen.
Varjet 1 - 14 2.2. Certificaten Dit toestel voldoet aan de Europese richtlijn inzake gastoestellen 90/396/CEE, aan de richtlijn laagspanning 73/23/CEE, aan de richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 89/336/CEE en aan de richtlijn rendement 92/42/CEE (criteria voor ketels op lage temperatuur). CE-Certificaat: Varjet : CE / 1312 3.
Varjet 1 - 14 4. Technische kenmerken / afmetingen 4.1.
Varjet 1 - 14 4.3.
Varjet 1 - 14 4.4. Afmetingen speciale uitvoeringen Volgende speciale uitvoeringen zijn verkrijgbaar op aanvraag. De levertijden hiervoor verschillen van de levertijden van het standaardgamma. 4.4.1. Uitvoeringen met andere bedrijfsdruk De ketels van het Varjet gamma kunnen verkregen worden in uitvoeringen voor een bedrijfsdruk van 6, 8 en 10 bar.
Varjet 1 - 14 4.5.
Varjet 1 - 14 4.6. Corrigerende waarden bij afwijkende werkingscondities 4.6.1. Corrigerende waarden rookgastemperatuur Gemiddelde watertemperatuur van de ketel Differentiële rookgastemperatuur Luchtovermaat Differentiële rookgastemperatuur 4.6.2. t °C 40 50 60 70 80 90 ∆t K -24 -16 -8 ±0 +8 +16 - 1.10 1.15 1.20 1.25 1.30 1.
Varjet 1 - 14 5. Bedieningspaneel (optie) van de ketel 5.1. Beschrijving Voor de Varjet-ketels zijn verschillende bedieningen mogelijk. Met het modulaire bedieningspaneel kan u de meest geschikte digitale regelaar kiezen voor uw type installatie voor regeling van de ketel, de brander, de verwarmingskringen en het sanitair warm water.
Varjet 1 - 14 6. Installatievoorschriften 6.1. Ketelhuis en ventilatie Het ketelhuis moet uitgerust zijn conform de geldende normen en montagevoorschriften in het land van installatie. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de ventilatie van de ruimte.
Varjet 1 - 14 6.2.3. Trillingsdempers (optie) Om geluidsoverlast door trillingen te beperken (zie montagevoorschriften), kunt u de ketel op trillingsdempers plaatsen (optie). B-B A-A b b ca.
Varjet 1 - 14 6.4. Hydraulische aansluiting / technische veiligheidsmaatregelen Respecteer voor de hydraulische aansluiting van de verwarmingsinstallatie en eventuele warmwatertoestellen, in het bijzonder wat de technische veiligheidsvoorzieningen betreft zoals overdrukventielen, expansievaten, enz., de technische regels, evenals de geldende normen en bepalingen in het land van installatie.
Varjet 1 - 14 6.4.2. Configuratie 2 aftakkingen Deze configuratie plaatst de condensor rechtstreeks in serie met het verwarmingselement zonder de ‘lage’ temperaturen van de ‘hoge’ te scheiden. Om de condensor correct te kunnen aftappen, dient u een aftapvoorziening met een mof op de flens te monteren en dit geheel op de warmwaterretouraftakking te monteren. Vertrek verwarming Mof 3/8" voor aftapping Retour verwarming 1NO1P0001_F13 6.4.3.
Varjet 1 - 14 6.4.4. Condensafvoer Het condenswater bevat, afhankelijk van het type brandstof, meer of minder zure verbrandingsproducten en moet, op vraag van de lokale autoriteiten, geneutraliseerd worden voor afvloeiing. 1 Neutraliseer het condenswater volgens de geldende reglementeringen (een kit ter neutralisering van het condenswater is optioneel beschikbaar). Wanneer het condenswater rechtstreeks naar de riolen loopt, moet dit via een open trechter.
Varjet 1 - 14 6.6. Elektrische installatie 6.6.1. Algemene waarschuwingen De ganse installatie moet uitgevoerd worden door een erkend elektricien, met inachtname van de geldende voorschriften en normen in het land van installatie. Het elektrisch schema van het bedieningspaneel wordt bij het bedieningspaneel (optie) geleverd. Belangrijk:Alle installaties die ter plaatse worden uitgevoerd (kabelgoten, brandstofleidingen, enz.
Varjet 1 - 14 6.7. Montage ketelomkasting en bedieningspaneel Consulteer de meegeleverde montagevoorschriften. 1 Monteer eerst de omkasting vooraleer u de ketel op de rookgasafvoer aansluit ! 6.8. Turbulatoren Alle vlambuizen gemarkeerd met een laspunt dienen uitgerust te worden met turbulatoren. Raadpleeg de montagevoorschriften op de sticker op de keteldeur en de merktekens op de pijpplaat (soldeerpunten).
Varjet 1 - 14 6.9. Aansluiting brander 6.9.1.
Varjet 1 - 14 6.9.2. Montage brander Consulteer de technische handleiding van de brander. De ketel wordt geleverd met een optionele tussenflens en een dichting voor bevestiging van de brander op de keteldeur. 1 De ruimte tussen de branderkop en de hittebestendige isolatie van de deur moet opgevuld worden met de hittebestendige vezel die bij de ketel geleverd is (bevindt zich in de branderhaard) volgens onderstaand schema: Hittebestendige isolatie van de deur 1 6.9.3.
Varjet 1 - 14 6.10. Rookgasafvoersysteem Varjet-ketels zijn ontworpen volgens de laatste technische ontwikkelingen. Door het perfecte evenwicht tussen de ketel en de schoorsteen bekomt men een optimale benutting van de brandstof en zodoende een economische werking. De schoorsteen moet conform de geldende reglementeringen zijn. 6.10.1. Bepalen van de secties De secties moeten berekend worden voor ketels met branderhaard onder druk.
Varjet 1 - 14 7. Werkingscondities 7.1. Brandstof De ketel kan op huisbrandolie of aardgas werken. 1 Voor het gebruik van andere brandstoffen, zoals bv. biogas, heeft u de uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant nodig. 7.2. Verbrandingslucht De verbrandingslucht mag geen hoge concentraties stof bevatten. 1 En moet bovendien vrij zijn van halogenen (chloor, fluorverbindingen). Een hoge concentratie van halogenen in de verbrandingslucht kan aanzienlijke roestvorming veroorzaken.
Varjet 1 - 14 8. Gebruik Lees dit gedeelte van de handleiding grondig door en vraag aan uw installateur de werking van uw installatie goed uit te leggen met alle regel- en bedieningsmogelijkheden. Schakel het toestel niet uit wanneer u denkt dat de ketel of een gedeelte van de installatie bevroren is. Respecteer eveneens de werkingscondities volgens hoofdstuk 7. 8.1.
Varjet 1 - 14 8.3. Eerste hulp bij storingen Bij storingen in de werking kunt u eerst zelf onderstaande stappen uitvoeren. Controleer tevens de programmering van de regelaar. Als u de storing niet verholpen krijgt, contacteer dan uw onderhoudstechnicus of de naverkoopdienst. Storing Mogelijke oorzaken Oplossing De brander werkt niet. Geen elektriciteitstoevoer. Het LED-lampje van de brander brandt. Controleer de zekering, zet de hoofdschakelaar aan. Controleer de voedingskabel en de branderkabels.
Varjet 1 - 14 9. Onderhoud De installatie en de ketel moeten op regelmatige basis onderhouden worden om het hoge rendement te behouden. Afhankelijk van de werkingscondities dient dit onderhoud één- of tweemaal per jaar te gebeuren. Controle van de ketel en de toevoerleidingen moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel conform de geldende lokale voorschriften. Sluit vooraleer u handelingen uitvoert, de elektriciteitstoevoer af en sluit de brandstoftoevoerklep (gas en huisbrandolie).
Varjet 1 - 14 10.
Varjet 1 - 14 4 3 12 4 16 2 8 5 9 4 4 1 35 7 6 4 48 10 4 11 4 4 13 36 15 34 14 17 1NO0P0002_F1 1NO0P0007-# 57
Varjet 1 - 14 57 44 50 49 37 47 33 51 39 32 43 56 45 46 30 52 31 1NO0P0002_F2 1NO0P0007-# 58