Operating Instructions and Installation Instructions

LRR 47 - 59 & LRR-GF 47 - 52
Maat- en constructiewijzigingen voorbehouden! 31 editie 30.01.2009
© Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
8. Bediening
Lees dit deel van de documentatie en de gebruiksaanwijzing van de brander aandachtig door en laat u de
verwarmingsinstallatie en de regel- en controle-elementen door uw installateur uitleggen.
Als het vermoeden bestaat dat de ketel of een deel van het systeem bevroren is, mag de installatie niet in bedrijf
genomen worden.
Neem ook de bedrijfsvoorwaarden in paragraaf 7 in acht.
Aanwijzing voor LRR 53 – 59: De schroeven van de keteldeur op de kant van de draaias mogen NIET losgemaakt
worden!
8.1. Inbedrijfneming
Voor inbedrijfneming moeten de volgende punten worden gecontroleerd:
- Zijn brander en brandstofsysteem getest en de instellingen van de brander in overeenstemming met het
vereiste vermogen van het apparaat? Neem de instructies voor inbedrijfneming van de brander in acht.
- Zijn alle voorwerpen die er niet horen verwijderd uit de vuurkamer van de ketel ?
- Zijn de turbulators correct gemonteerd?
- Is de tussenruimte rond de branderbuis met isolatiemateriaal opgevuld?
- Is de keteldeur goed gesloten?
- Is het verwarmingssysteem met water gevuld en volledig ontlucht?
- Zijn de thermostaten goed ingesteld en, zover geïnstalleerd, de regelaars correct geparametreerd?
- Functioneren de regel- en veiligheidsinrichtingen foutloos?
- Zijn alle noodzakelijke afsluitventielen aan water- en branderzijde geopend?
- Lopen de circulatiepompen?
- Is de luchttoevoer gewaarborgd en is de rookafvoer vrij?
Het apparaat wordt in bedrijf genomen met de schakelaar op het schakelpaneel (positie I) of te wel met een
schakelaar op de brander of in de schakelkast van de installatie.
8.2. Buiten bedrijf zetten
Het apparaat wordt buiten bedrijf gezet met de schakelaar op het schakelpaneel (positie O) of te wel met een
schakelaar op de brander of in de schakelkast van de installatie.
Als de unit een aantal weken buiten bedrijf is gezet, moeten de volgende maatregelen worden genomen:
- De brandstoftoevoer afsluiten.
- Bij vorstgevaar installatie leeg maken of antivriesmiddel erin doen – met inachtneming van de instructies in
7.4.
- Ketelstookvlak schoon maken en conserveren. Uw schoorsteenveger geeft u als vakman graag advies.