Operating Instructions and Installation Instructions

LRR 47 - 59 & LRR-GF 47 - 52
Maat- en constructiewijzigingen voorbehouden! 25 editie 30.01.2009
© Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
6.2.4. Veranderen van de draairichtung van de deur
Op de modellen Pyronox LRR 47-55 en de LRR-GF 47-52 geschiedt dit volgens de separaat meegeleverde
montageinstructies.
Attentie:
De draairichting van de deur van de modellen LRR 56-59 moet bij de bestelling aangegeven worden gezien een
verandering ter plaatse zonder hefvoorrichting (>2000 kg) niet mogelijk is. Zonder indicatie wordt de ketel met een
draairichting naar rechts, volgens figuur pagina 23, geleverd.
6.3. Hydraulische aansluiting
6.3.1. Algemene aanwijzingen
Voor de hydraulische aansluiting van de verwarmingsinstallatie en eventuele waterverhitters – met name met
betrekking tot de veiligheidstechnische inrichtingen zoals veiligheidsventielen, expansievat, etc. – verwijzen wij
naar de algemeen geldige regels van de techniek en naar de betrokken nationale normen en voorschriften.
Als ketels in dakverwarmingscentrales of op de hoogste plaats van de verwarmingsinstallatie worden geplaatst,
moeten ze worden voorzien van extra veiligheidsorganen (b.v. watergebrekbeveiliging). Neem hiervoor de lokale
veiligheidsvoorschriften van de overheid in acht. Verder moet de minimale bedrijfsdruk volgens paragraaf 4.2
aangehouden worden.
Vóór de aansluiting van de ketel aan een oude installatie moet heel de verwarmingsinstallatie gespoeld worden.
Ook een slibvanger wordt aanbevolen.
De minimaal toegestane retourtemperatuur volgens paragraaf 4.1 moet met een automatische
temperatuurregeling aangehouden worden.
Als de verwarmingsketel met een waterverhitter wordt gecombineerd, moet erop worden gelet dat grootte en
capaciteit daarvan corresponderen met het geïnstalleerde ketelvermogen.
Het overschrijden van de bedrijfsoverdruk in de waterverhitter moet voorkomen worden door een per component
getest membraan-veiligheidsventiel; deze mag door de waterverhitter niet gesloten kunnen worden.
Bij gebruik van waterverhitters met extra elektrische verhitting moet in de laadleiding tussen ketel en
waterverhitter een betrouwbaar werkend terugslagventiel ingebouwd worden.
De maximale bedrijfsvoorwaarden voor de unit (waterdruk en -temperatuur) zijn in paragraaf 4.1 aangegeven.
Een minimale hoeveelheid circulatiewater is niet vereist.
Schade door corrosie kan optreden als er via open installaties, te kleine expansievaten, vloerverwarming met
niet-zuurstofdichte buismaterialen, etc. voortdurend zuurstof in het verwarmingswater komt.
Als dit niet kan worden voorkomen, zijn er extra maatregelen nodig in de vorm van vakkundig toegepaste
zuurstofbindmiddelen of chemicaliën. Als een installatie zonder het binnendringen van zuurstof niet realiseerbaar
is, moet er een systeemscheiding met warmtewisselaar worden ingericht.