User Manual

Table Of Contents
Een normale voice bewerken
MOTIF XF Naslaggids
66
Modus Voice Modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Referentie
In deze displays kunt u de Effect-parameters instellen
wanneer de parameter INSERTION CONNECT is ingesteld
op 'parallel' of 'ins A F B' of 'ins B F A'.
Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
pictogram LIST in het tabmenu dat overeenkomt met de
knop [SF6]. Nu kunt u de lijst oproepen met de knop
[SF6] LIST en vervolgens het gewenste item in de lijst
selecteren. Zie pagina 37 voor meer informatie.
1 Category
2 Type
In de kolom Category kunt u een van de effectcategorieën
selecteren. Elk van deze categorieën bevat verwante
effecttypen. In de kolom Type kunt u een van de effecttypen
uit de geselecteerde categorie selecteren.
Instellingen: Zie pagina 24 voor meer informatie over de
effectcategorieën en -typen.
De categorie (1) wordt niet weergegeven in de display
Reverb.
3 Preset
U kunt verschillende parameters instellen om de manier
te wijzigen waarop het geluid wordt beïnvloed door het
geselecteerde effecttype. Met deze parameter kunt
u de vooraf geprogrammeerde instellingen van deze
effectparameters oproepen.
4 Effect Parameters
Het aantal beschikbare parameters en waarden is afhankelijk
van het huidige geselecteerde effecttype. Zie pagina 27 voor
meer informatie over de effectparameters. Zie de aparte
datalijst voor meer informatie over de parameters van elk
effecttype.
In deze display kunt u de parameters met betrekking tot de Vocoder instellen. Deze display, die wordt opgeroepen met de knop
[SF2], is alleen beschikbaar wanneer de parameter INSERTION CONNECT is ingesteld op 'ins L' in de display Connect
(pagina 64). Vocoder is een karakteristieke, 'robotstemachtige' klank, een effect waarmee eigenschappen die aan het
microfoongeluid zijn ontleend, worden toegevoegd aan het geluid van uw toetsenspel. Dit Vocoder-effect wordt bereikt als u
het toetsenbord bespeelt en tegelijkertijd in de microfoon zingt of spreekt. Als u het Vocoder-effect wilt gebruiken, sluit u een
microfoon aan op de A/D INPUT-aansluiting op het achterpaneel en volgt u de instructies op pagina 68.
*1 De ruis wordt gebruikt die is gegenereerd in de Vocoder-eenheid.
*2 De afsnijfrequentie van de BPF1’ mag niet hetzelfde zijn als die van de BPF1. Dit is afhankelijk van de instellingen van Formant Shift en
Formant Offset.
Instellingen Effect-parameter—
[SF2] Ins A, [SF3] Ins B, [SF4] Reverb,
[SF5] Chorus
1
2
3
4
OPMERKING
OPMERKING
Instellingen Effect-parameter—[SF2] Ins L (Insertion Large)
HPF
Band 10
Band 9
Band 2
Band 1
Noise-
gate
Microfooningang
Ruisingang (*1)
Inst-ingang
(toetsenspel)
Extractie van
klankkleureigenschappen
BPF1’
(*2)
Niveau-
detectie
BPF1
Volumere
gelaar
Uitvoer
BPF1-
verster-
king
Droog
Nat