User Manual

Table Of Contents
Patroonjobs
MOTIF XF Naslaggids
186
Modus Voice Modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Referentie
Dit is hetzelfde als in de modus Song Job. Zie pagina 163.
Dit is hetzelfde als in de modus Song Job. Zie pagina 163.
Met deze job kopieert u data in de opgegeven maten van
een track om arpeggiodata te maken. U kunt tot 16 unieke
nootnummers opnemen op de arpeggiotrack. Indien u meer
dan 16 verschillende nootnummers opneemt in de MIDI-
sequencedata, wordt met de handeling Convert het aantal
noten teruggebracht tot de limiet. Let daarom goed op dat
u niet meer dan 16 verschillende noten opneemt als u een
arpeggio maakt, vooral als u alle vier de tracks gebruikt.
1 Range (bereik)
Bepaalt het bereik dat wordt omgezet naar arpeggiodata aan
de hand van de sectie (A – P) en de maat (001 – 256).
De andere parameters zijn hetzelfde als in de modus
Song Job. Zie pagina 164.
[F6] Patroonjobs
Met deze job kopieert u alle data van een geselecteerd
bronpatroon naar een geselecteerd bestemmingspatroon.
1 Bronpatroon
2 Bestemmingspatroon
Bepaalt het bron- en bestemmingspatroon aan de hand van
het patroonnummer (01 – 64) en de sectie (A – P, all/alles).
Als u de bronsectie op 'all' (alles) zet, wordt de
bestemmingssectie automatisch ook op 'all' gezet,
met als resultaat dat alle bronpatroondata naar de
bestemmingssectie worden gekopieerd.
3 Copy Pattern Chain (patroonketen kopiëren)
Als dit vakje is aangevinkt, worden behalve patroondata ook
patroonketendata gekopieerd.
Met deze job voegt u een patroon (1) toe aan het einde van
een ander patroon (2) zodat er één langer patroon ontstaat.
Feitelijk worden de frasen waaruit het bronpatroon (1)
bestaat toegevoegd aan het einde van de frasen waaruit het
bestemmingspatroon (2) bestaat. Deze job is handig als
u één geheel wilt maken van verschillende patronen.
1 Oorspronkelijk patroon
2 Oorspronkelijk patroon en
Bestemmingspatroon
Bepaalt de twee patronen die u wilt koppelen aan de hand
van respectievelijk de patroonnummers (01 – 64) en de
secties (A – P). Bij het uitvoeren van de job wordt het ene
patroon (1) toegevoegd aan het einde van het andere
patroon (2). Het resultaat van deze job wordt naar het
bestemmingspatroon geschreven (2).
05: Normalize Play Effect
(afspelen normaliseren)
06: Divide Drum Track
(drumtrack splitsen)
07: Put Track to Arpeggio
(track in arpeggio)
1
01: Copy Pattern (patroon kopiëren)
02: Append Pattern (patroon toevoegen)
1
3
2
2
1
3