User Manual

Table Of Contents
Patronen afspelen
MOTIF XF Naslaggids
167
Als u het afspelen van het patroon halverwege wilt starten,
stelt u de gewenste locatie in met de regelaars onder de
song en drukt u op de knop [F] (Afspelen). U kunt deze
handelingen ook uitvoeren tijdens het afspelen.
Snel vooruit/achteruit
Dit gaat op dezelfde manier als in de modus Song Play.
Ziepagina137.
Springen naar een specifieke locatie in het
patroon
Dit gaat op dezelfde manier als in de modus Song Play.
Ziepagina137.
Als u tijdens het afspelen van sectie wilt veranderen, drukt u
op de knop [TRACK] zodat het lampje gaat branden. Daarna
gebruikt u de knoppen SECTION [A] – [H], [USER1] – [USER
DR] en [ETHNIC]. Als u tijdens het afspelen van een patroon
een andere sectie selecteert, verschijnt boven in de display
'NEXT' plus de volgende sectienaam. Als de huidige sectie
de opgegeven timing bereikt, start de volgende sectie. Als u
in elke sectie ritmepatronen opneemt zoals intro, melodie A,
fill-in, hoofdthema en ending, kunt u een volledige song
afspelen door tijdens het afspelen de juiste secties
te selecteren.
Dit gaat op dezelfde manier als in de modus Song Play.
Ziepagina137.
Dit gaat op dezelfde manier als in de modus Song Play.
Ziepagina137.
U kunt in de display Pattern Play vijf verschillende
'snapshots' van belangrijke patroongerelateerde parameters
zoals transponeren, tempo, track mute/solo-status en de mix-
basisconfiguratie toewijzen aan de knoppen [SF1] – [SF5]
als Patroonscenes. Een van de handige voordelen van
patroonscenes is dat u hiermee snel en automatisch
parameterinstellingen kunt doorvoeren waarvoor u anders
veel knoppen of regelaars nodig hebt. U kunt dit tijdens het
opnemen of afspelen van patronen gebruiken om snel
instellingen te wijzigen. De patroonsceneparameters zijn
dezelfde als bij Songscene. Zie pagina 137.
Patroonscene vastleggen
Nadat u de gewenste scene-instellingen hebt gemaakt,
houdt u de knop [STORE] ingedrukt terwijl u op een van de
knoppen [SF1] – [SF5] drukt. Het symbool voor de 1/8-noot
verschijnt in de tab van de SF-knop waarin u de
patroonscene hebt vastgelegd. Druk op de knop [STORE]
om de patroondata inclusief de patroonscene-instelling
op te slaan.
LET OP
De patroonscene-instellingen die zijn vastgelegd in de knoppen
[SF1] – [SF5] gaan verloren als u het patroon verandert of het
instrument uitzet zonder de instellingen op te slaan.
Patroonscene activeren
U kunt de patroonscene activeren met een van de knoppen
[SF1] – [SF5].
Met de functie Patroonketen kunt u secties programmeren
in een zelfbepaalde volgorde en deze automatisch laten
afwisselen tijdens het afspelen zodat u een vloeiende serie
met achtergrondpartijen en begeleiding krijgt voor uw live-
optreden of songopname. De display Chain Play
(pagina 171) is de 'startbasis' voor de patroonketenfunctie.
Hierin speelt u de geprogrammeerde patroonketen af.
Druk in de modus Pattern Play op de knop [F5] Chain
om naar de display Pattern Chain Play te gaan.
U kunt patroonketens maken in de display Chain Record
(pagina 172) en via de Insert-functie (pagina 174) in de
display Chain Edit. U kunt patroonketens bewerken in
de display Chain Edit (pagina 173).
Afspelen vanaf het midden van
het patroon
Vooruit Druk op de knop [H] (Forward)
(Vooruit).
Snel vooruit Houd de knop [H] (Forward)
ingedrukt.
Achteruit Druk op de knop [G] (Rewind)
(Achteruit).
Snel achteruit Houd de knop [G] (Rewind)
ingedrukt.
Naar het begin van het
patroon gaan
Druk op de knop [P].
Veranderen van sectie tijdens
het afspelen
Track dempen/solo-schakelen
Tempo wijzigen
Hier wordt de huidige sectie of de volgende sectie aangegeven.
Verschillende instellingen toewijzen
voor het afspelen van patronen
(Patroonscene)
Patroonketen afspelen