User Manual
MOTIF XF Gebruikershandleiding
54
In de modus Utility kunt u de parameters instellen die op het hele systeem van dit instrument van toepassing zijn. Activeer de
modus Utility door op de knop [UTILITY] te drukken. Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de oorspronkelijke display.
In dit gedeelte worden enkele handige functies van de modus Utility beschreven.
Taken instellen die automatisch
worden uitgevoerd bij het
inschakelen
U kunt bepaalde automatische taken opgeven die door de
MOTIF XF worden uitgevoerd zodra het instrument wordt
ingeschakeld.
1 Druk op de knop [UTILITY] om de modus Utility te
activeren en druk vervolgens achtereenvolgens op
de knop [F1] en [SF4] om de display Auto Load
Setup op te roepen.
2 Stel Auto Load in op ' on' of 'off'.
Als u dit instelt op 'on' wordt het opgegeven bestand op
het USB-opslagapparaat automatisch geladen als het
instrument wordt ingeschakeld. U kunt het bestand dat
automatisch wordt geladen selecteren door op de knop
[SF5] SELECT te drukken. De naam van het geselecteerde
bestand wordt weergegeven op de display.
3 Selecteer bij Power On Mode de modus die moet
worden opgeroepen als het instrument wordt
ingeschakeld.
Instellingen:
4 Druk op de knop [STORE] als u deze instelling wilt
opslaan.
Het type design van de display
selecteren
U kunt het type design van de bovenste display selecteren
in de modus Voice, de modus Performance en de modus
Master.
1 Druk op de knop [UTILITY] om de modus Utility te
activeren en druk vervolgens achtereenvolgens op
[F1] en [SF2] om de display Screen Setting op te
roepen.
2 Verplaats de cursor naar de gewenste locatie en
breng de gewenste instelling aan. Raadpleeg
daarbij de volgende beschrijving.
3 Druk op de knop [STORE] als u deze instelling wilt
opslaan.
Algemene systeeminstellingen aanpassen (modus Utility)
performance Als u het instrument de volgende keer inschakelt,
wordt de modus Performance Play geactiveerd en
wordt het eerste programmanummer (USR1: 001)
automatisch geselecteerd.
voice (USER1) Als u het instrument de volgende keer inschakelt,
wordt de modus Voice Play geactiveerd en wordt
het eerste programma van de gebruikersvoices
(USR1: 001) automatisch geselecteerd.
voice (PRE1) Als u het instrument de volgende keer inschakelt,
wordt de modus Voice Play geactiveerd en wordt
het eerste programma van de presetvoices
(PRE1: 001) automatisch geselecteerd.
voice (GM) Als u het instrument de volgende keer inschakelt,
wordt de modus Voice Play geactiveerd en wordt
het eerste programmanummer van de preset-GM-
voices (GM: 001) automatisch geselecteerd.
master Als u het instrument de volgende keer inschakelt,
wordt de modus Master Play geactiveerd en wordt
het eerste programmanummer (001) automatisch
geselecteerd.
Type 1 In de bovenste display van elke modus
wordt de huidige status van de knop/
schuifregelaar enz. aangegeven.
2 In de bovenste display van elke modus
wordt de aan/uit-status weergegeven van
elk element/part, de status van de
paneelregelaars, de status van de huidige
arpeggio enzovoort.
Name
Position
Top Het nummer en/of de naam van het
programma (Voice, Performance of Master)
wordt boven in de display weergegeven.
Bottom Het nummer en/of de naam van het
programma (Voice, Performance of Master)
wordt onder in de display weergegeven.
Color U kunt een van de drie volgende kleurtypen selecteren
voor de drie modi: Red, Pink, Purple, Blue, Aqua,
Green, Yellow en White.
Type Name Position
Color