Operation Manual
Nl 87
■ Extended Surround (EXTD Surround)
Selecteert hoe 5.1- tot 7.1-kanaalsbronnen moeten worden weergegeven als de
achterste surroundluidsprekers worden gebruikt.
Instellingen
■ Volume Trim (Volume Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als u hinder ondervindt van
volumeverschillen bij het schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze functie om
dat te corrigeren.
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instelbereik
-6,0 db ~ +6,0 dB (stappen van 0,5 dB)
Standaard
0,0 dB
■ Enhancer (Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer (p. 55) in of uit.
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instellingen
Standaard
TUNER, DOCK, (netwerkbronnen), USB: On (On)
Overige: Off (Off)
■ Audio Select (Audio Select)
Selecteert de audio-ingang die u wilt gebruiken wanneer er meerdere audioverbindingen
voor één ingangssignaal zijn.
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instellingen
Auto (Auto)
(standaard)
Selecteert automatisch de meest geschikte decoder als een signaal
voor het reproduceren van surround achter kanalen aanwezig is en
reproduceert de signalen in 6.1- of 7.1-kanalen.
Als het DTS- of DTS-HD-signaal wordt ingevoerd, reproduceert het
toestel het signaal in 7.1-kanaal ondanks een signaal voor het
achterste surroundkanaal.
PLIIx Movie
( PLIIxMo)
Reproduceert altijd signalen in 7.1-kanaal met de Dolby Pro Logic IIx
Movie decoder. Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer twee
grote surround achterluidsprekers zijn aangesloten.
PLIIx Music
( PLIIxMu)
Reproduceert altijd signalen in 6.1- of 7.1-kanalen met de Dolby Pro
Logic IIx Music decoder. Deze instelling is alleen beschikbaar
wanneer er een of twee grote achterste surroundluidsprekers zijn
aangesloten.
EX/ES (EX/ES)
Selecteert automatisch de meest geschikte decoder en reproduceert
signalen in 6.1-kanalen.
Off (Off) Reproduceert altijd signalen in originele kanalen.
Off (Off) Schakelt Compressed Music Enhancer uit.
On (On) Schakelt Compressed Music Enhancer in.
Auto (Auto)
(standaard)
Selecteert automatisch de audio-ingang in de volgende volgorde van
prioriteit.
1. HDMI-ingang
2. Digital input (COAXIAL of OPTICAL)
3. Analog input (AUDIO)
HDMI (HDMI)
Selecteert altijd HDMI-ingang. Er worden geen geluiden geproduceerd
wanneer geen signalen via de HDMI-aansluiting worden ingevoerd.
Coax/Opt (Coax/Opt)
Selecteert altijd digitale invoer (COAXIAL of OPTICAL). Er worden
geen geluiden geproduceerd wanneer geen signalen via de
COAXIAL- of OPTICAL-aansluiting worden ingevoerd.
Analog (analoog)
Selecteert altijd analoge invoer (AUDIO). Er worden geen geluiden
geproduceerd wanneer geen signalen via de AUDIO-aansluiting
worden ingevoerd.