Operation Manual

NU1 Gebruikershandleiding 21
Uw spel opnemen
Met dit instrument kunt u uw spel op de volgende twee manieren opnemen. Het opgenomen spel kan worden
afgespeeld als een gebruikerssong.
z MIDI-opname
Met deze methode wordt uw toetsenspel opgenomen en opgeslagen op het instrument of USB-flashgeheugen als een
MIDI-song (via de SMF-indeling 0). Er kunnen maximaal 10 songs worden opgenomen op het instrument, maar er
kunnen meer songs worden opgenomen in een USB-flashgeheugen (zie hieronder).
z Audio-opname
Met deze methode wordt uw toetsenspel opgenomen en opgeslagen in een USB-flashgeheugen als een audiosong
in WAV-stereo-indeling met een resolutie van normale cd-kwaliteit. De opgeslagen audiosong kan worden
overgezet naar en afgespeeld met draagbare muziekspelers. De opnametijd verschilt naargelang de capaciteit
van het USB-flashgeheugen.
1 Sluit een USB-flashgeheugen aan op de [USB TO DEVICE]-
aansluiting.
2 Selecteer de opnamemethode.
z Een MIDI-opname maken:
Houd [DEMO/SONG] ingedrukt en druk op [+] of [-] tot '
U.
**' (voor het
opslaan van data op het instrument) of '
S.
**' (voor het opslaan van data in
het USB-flashgeheugen) op de display wordt weergegeven.
z Een audio-opname maken:
Houd [DEMO/SONG] ingedrukt en druk op [+] of [-] tot '
A.
**' (voor het
opslaan van data in het USB-flashgeheugen) op de display wordt weergegeven.
3 Druk op [+] of [-] om een songnummer te selecteren.
U.01
-
U.10
.......Gebruikerssong op dit instrument (MIDI-song)
S.00
-
S.99
.......Gebruikerssong in USB-flashgeheugen (MIDI-song)
A.00
-
A.99
.......Gebruikerssong in USB-flashgeheugen (audiosong)
z Wanneer de geselecteerde song al opgenomen data bevat:
U kunt dit bevestigen door de display te controleren.
LET OP
Wanneer de geselecteerde song data bevat, worden de bestaande data overschreven
door de nieuwe opgenomen data.
4 Selecteer een voice (pagina 13) en andere parameters zoals
Beat (pagina 14) en Reverb (pagina 15) voor de opname.
Wanneer is een USB-flashgeheugen nodig?
MIDI-songs kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van dit instrument of in een USB-flashgeheugen,
terwijl audiosongs enkel kunnen worden opgeslagen in een USB-flashgeheugen.
Bereid indien nodig een USB-flashgeheugen voor volgens 'USB-flashgeheugen aansluiten' (pagina 23) en volg dan
de onderstaande instructies.
OPMERKING
De opnamemodus kan in de volgende
situaties niet worden opgeroepen.
Tijdens het afspelen van een song
(pagina 18)
Tijdens bestandsbewerkingen
(pagina 23)
Bij het overslaan van stappen 1 t/m 4
wanneer een onopneembare song is
geselecteerd:
Door op [RECORD] te drukken, selecteert
u de song met het laagste nummer (van
de songs die geen data bevatten) als het
opnamedoel.
•Als '
C.
**' is geselecteerd, selecteert
u'
A.
**' (audiosong in het USB-
flashgeheugen) door op [RECORD]
te drukken.
•Als '
F.
**', '
L.
**', '
P.
**' of '
d.
**'
is geselecteerd, selecteert u '
U.
**'
(MIDI-song in intern geheugen) door
op [RECORD] te drukken. Als er geen
lege gebruikerssong is, wordt '
U.0.1.
'
geselecteerd als opnamedoel.
U.01U.0.1.
Wanneer de song data bevat: Wanneer de song geen data bevat:
Enkel de stipjes uiterst links lichten op.
Drie stipjes lichten op.
De metronoom gebruiken
U kunt tijdens de opname de metronoom
gebruiken, maar het geluid van de
metronoom wordt niet opgenomen.