User Manual

Effecten
57
2-3-4 D
Comp Output Level Bepaalt het niveau van het signaal dat wordt uitgevoerd uit het
compressoreffect.
Control Type Dit is een parameter van Control Delay.
Normal: het vertragingseffect wordt altijd op het geluid toegepast.
Scratch: het vertragingseffect wordt niet toegepast als Delay Time
en Delay Time Offset beide zijn ingesteld op 0.
Damper Control Als de met halfdemper compatibele FC3-voetschakelaar wordt aangesloten
op de SUSTAIN-aansluiting, wordt de parameter Damper Control bestuurd
met de FC3 over een bereik van 0 - 127, waardoor gedeeltelijke
dempereffecten mogelijk zijn, zoals op een echte vleugel.
Decay Bepaalt hoe het reverbgeluid wegsterft.
Delay Level Bepaalt het niveau van het vertraagde geluid.
Delay Level C Bepaalt het niveau van het vertraagde geluid voor het middenkanaal.
Delay Mix Bepaalt het niveau van het wegstervende mixgeluid als meerdere effecten
worden toegepast.
Delay Offset Bepaalt de offsetwaarde van de vertragingsmodulatie.
Delay Time Bepaalt de vertraging van het geluid in nootwaarde of absolute tijd.
Delay Time C, L, R Bepaalt de vertragingstijd voor elk kanaal: midden, links en rechts.
Delay Time L>R Bepaalt de hoeveelheid tijd tussen het moment dat het geluid wordt
ingevoerd vanaf het L-kanaal en het moment dat het geluid wordt
uitgevoerd naar het R-kanaal.
Delay Time Offset R Bepaalt de vertragingstijd voor het R-kanaal als offset.
Delay Time R>L Bepaalt de hoeveelheid tijd tussen het moment dat het geluid wordt
ingevoerd via het R-kanaal en het moment dat het geluid wordt uitgevoerd
naar het L-kanaal.
Delay Transition Rate Bepaalt de snelheid waarmee de vertragingstijd wordt gewijzigd
van de huidige waarde in de opgegeven nieuwe waarde.
Density Bepaalt de dichtheid van de nagalm of reflecties.
Depth Bepaalt een specifieke waarde, afhankelijk van het geselecteerde type effect.
Voor Space Simulator bepaalt deze parameter de diepte van de
gesimuleerde ruimte.
Voor VCM Flanger bepaalt deze parameter de amplitude van de LFO-golf
die de cyclische verandering van de vertragingsmodulatie regelt.
Voor Phaser Type bepaalt deze parameter de amplitude van de LFO-golf
die de cyclische verandering van de fasemodulatie regelt.
Detune Bepaalt de mate waarin de toonhoogte wordt ontstemd.
Device Selecteert het apparaat voor het wijzigen van de manier waarop
het geluid wordt vervormd.
Diffusion Bepaalt de spreiding van het geselecteerde effect.
Direction
Bepaalt de richting van de modulatie die wordt geregeld door de envelopvolger.
Divide Freq High Bepaalt de hoge frequentie voor het in drie banden verdelen van het
complete geluid.
Divide Freq Low Bepaalt de lage frequentie voor het in drie banden verdelen van het
complete geluid.