User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Song
Song Play
[F1] PLAY
[F2] GROOVE
[F3] TRACK
[F6] CHAIN
Songopname
Song Record Standby
[F1] SETUP
[F2] VOICE
[F3] ARP ED
[F5] CLICK
[F6] ALL TR
Tijdens de songopname
[F1] SETUP
[F3] REST
[F4] TIE
[F5] DELETE
[F6] BAK DEL
Arpeggio Edit
[F1] COMMON
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
[F6] OUT CH
Song bewerken
[F1] CHANGE
[F2] VIEW FLT
[F4] TR SEL
[F5] INSERT
[F6] DELETE
Song Job
[F1] UNDO/REDO
[F2] NOTE
[F3] EVENT
[F4] MEAS
[F5] TRACK
[F6] SONG
Aanvullende informatie
92
04: Extract Event
Met deze taak verplaatst u alle exemplaren van de opgegeven eventdata in een opgegeven bereik van een track
naar hetzelfde bereik in een andere track.
TR (Track) 001 : 1 : 000 – 999 : 4 : 479
Bepaalt de track (01 – 16) en het bereik (in maten/tellen/clocks) waarop de job wordt toegepast.
EventType
Hiermee selecteert u het eventtype dat moet worden onttrokken. Indien nodig kunnen ook afzonderlijke noot-
en besturingswijzigingsnummers worden opgegeven.
Instellingen: Note (nootevents), PC (programmawijziging), PB (pitchbend), CC (besturingswijziging), CAT (kanaalaftertouch),
PAT (polyfone aftertouch), EXC (systeemeigen)
TR (track)
Bepaalt de bestemmingstrack (01 – 16).
05: Create Continuous Data
Met deze taak maakt u continue pitchbend- of besturingswijzigingsdata voor het opgegeven notenbereik.
TR (Track) 001 : 1 : 000 – 999 : 4 : 479
Bepaalt de track (01 – 16, TMP, all) en het bereik (in maten/tellen/clocks) waarop de taak wordt toegepast.
EventType
Bepaalt het eventtype dat moet worden gemaakt.
Instellingen: PB (pitchbend), CC (besturingswijziging)*, CAT (kanaalaftertouch), EXC (systeemeigen), TMP (tempo)
* U kunt ook het CC No. (besturingswijzigingsnummer) opgeven.
Data (Data Range)
Bepaalt de onder- en bovengrenzen voor het databereik dat moet worden gemaakt.
Instellingen: Als het eventtype is ingesteld op 'PB': -8192 – +0 – +8191
Als het eventtype is ingesteld op 'TMP': 005,0 – 300,0
Als het eventtype is ingesteld op 'other': 0 – 127
Clock
Bepaalt het aantal clocks dat moet worden ingevoegd tussen de gemaakte events.
Instellingen: 001 – 999
Curve
Bepaalt de curve van de continue data. Raadpleeg de grafiek
voor een benadering van de curvevormen.
Instellingen: -16 – +0 – +16
NumberOfTimes
Bepaalt het aantal keren dat het maken van data moet worden herhaald. Als de data bijvoorbeeld zijn gemaakt in het
bereik M001:1:000 – M003:1:000 en deze parameter is ingesteld op 03, worden dezelfde data gemaakt in M003:1:000 –
M005:1:000 en M005:1:000 – M007:1:000. Met deze job kunt u herhaalde volume- of filterafsnijvariaties invoegen om
tremolo- of wah-effecten te maken.
Instellingen: x01 – x99
Curve = +16 Curve = 0 (lineair) Curve = -16
Beginpunt
Eindpunt
De afstand opgegeven door Clock