User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Song
Song Play
[F1] PLAY
[F2] GROOVE
[F3] TRACK
[F6] CHAIN
Songopname
Song Record Standby
[F1] SETUP
[F2] VOICE
[F3] ARP ED
[F5] CLICK
[F6] ALL TR
Tijdens de songopname
[F1] SETUP
[F3] REST
[F4] TIE
[F5] DELETE
[F6] BAK DEL
Arpeggio Edit
[F1] COMMON
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
[F6] OUT CH
Song bewerken
[F1] CHANGE
[F2] VIEW FLT
[F4] TR SEL
[F5] INSERT
[F6] DELETE
Song Job
[F1] UNDO/REDO
[F2] NOTE
[F3] EVENT
[F4] MEAS
[F5] TRACK
[F6] SONG
Aanvullende informatie
82
Druk op [F3] om een rust in te voeren die even lang is als de opgegeven staptijd. De aanwijzer wordt voor
de volgende datainvoerpositie geplaatst. Een rust wordt niet weergegeven in de display.
OPMERKING
In MIDI-sequencers worden geen data gebruikt om een rust voor te stellen. Als een 'rust' wordt ingevoerd,
wordt de aanwijzer gewoon voor de volgende data-invoerpositie geplaatst, en wordt zo een rust geplaatst.
Als u drukt op de knop [F4] om een verbindingsboog in te voeren, wordt de voorgaande noot verlengd tot de volledige
staptijd. In de frase in het bovenstaande voorbeeld worden de noten ingevoerd met een staptijd van 1/4-noot. Als u de
staptijd wijzigt naar 1/8-noot en vervolgens op [F4] drukt, wordt een noot ingevoerd. U kunt ook gepuncteerde noten
invoeren met de functie TIE. Om een gepuncteerde 1/4-noot te produceren, stelt u de staptijd in op 1/8-noot, voert
u vervolgens een noot in en drukt u ten slotte tweemaal op [F4].
OPMERKING
Deze display is alleen beschikbaar als de event die moet worden ingevoerd is ingesteld op 'note'.
Druk hierop om de nootevents op de huidige cursorpositie te wissen.
Verplaatst de aanwijzer naar achteren met één stap en verwijdert alle noten op die locatie.
OPMERKING
U kunt noten die u per vergissing hebt ingevoerd wissen door onmiddellijk nadat u de noten hebt ingevoerd
(voordat u de staptijdwaarde wijzigt) op [F6] te drukken.
Arpeggio Edit
Deze display bevat de basisinstellingen voor het afspelen van arpeggio, inclusief het type en het tempo.
De MOXF6/MOXF8 heeft vier arpeggiators. In de modus Song kunnen de verschillende arpeggiotypen worden
toegewezen aan maximaal vier partijen en kunnen er maximaal vier arpeggiotypen gelijktijdig worden bespeeld.
De parameters zijn hetzelfde als in de modus Voice (pagina 27), met uitzondering van de volgende parameters.
Switch
Bepaalt of arpeggio voor alle parts is in- of uitgeschakeld. Deze instelling wordt ook toegepast op de knop ARP [ON/OFF]
op het paneel.
Instellingen: off, on
SyncQtzValue (Sync Quantize Value)
Hiermee wordt de daadwerkelijke timing bepaald voor de volgende keer dat het arpeggio wordt afgespeeld als
u dit activeert terwijl het arpeggio van een bepaalde partij wordt afgespeeld. Als de parameter wordt ingesteld op 'off',
start de volgende arpeggio zodra u deze activeert. Het getal rechts van elke waarde geeft de resolutie van de 1/4-noot
in clocks aan.
Instellingen: off (uit), 2 60 (1/32-noot), 63 80 (1/16-noottriool), 6 120 (1/16-noot), 83 160 (1/8-noottriool), 8 240 (1/8-noot),
43 320 (1/4-noottriool), 4 480 (1/4-noot)
[F3] REST
[F4] TIE
[F5] DELETE
[F6] BAK DEL (Back Delete)
Bediening
[SONG] [REC] [F3] ARP ED
modus Song ARP [EDIT]
[F1] COMMON
12