User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Song
Song Play
[F1] PLAY
[F2] GROOVE
[F3] TRACK
[F6] CHAIN
Songopname
Song Record Standby
[F1] SETUP
[F2] VOICE
[F3] ARP ED
[F5] CLICK
[F6] ALL TR
Tijdens de songopname
[F1] SETUP
[F3] REST
[F4] TIE
[F5] DELETE
[F6] BAK DEL
Arpeggio Edit
[F1] COMMON
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
[F6] OUT CH
Song bewerken
[F1] CHANGE
[F2] VIEW FLT
[F4] TR SEL
[F5] INSERT
[F6] DELETE
Song Job
[F1] UNDO/REDO
[F2] NOTE
[F3] EVENT
[F4] MEAS
[F5] TRACK
[F6] SONG
Aanvullende informatie
81
Tijdens de songopname
Bij realtime opname zijn de parameters tijdens opname in de display [F1] SETUP, de display [F2] VOICE en de display
[F3] ARP ED van het modus stand-by voor opname song. In stapsgewijs opnemen verschillen de displays die tijdens
opname worden weergegeven van de stand-bymodus voor songopname. De volgende parameters kunnen tijdens
de opname worden bewerkt:
In deze display worden de noten 'geplaatst' tijdens stapsgewijs opnemen. Als het metrum 4/4 is, is de display
onderverdeeld in vier tellen (één maat). Elke ruitvormige markering in de display stelt een 1/32-tel voor (elke
1/4-nootverdeling is onderverdeeld in acht 1/32-tellen). Als in het volgende voorbeeld het ritmepatroon ' '
wordt ingevoerd in een tijd van 4/4, verschijnt een display zoals in de rechterbovenhoek wordt weergegeven.
Pointer
Bepaalt de positie van de data-invoer. De driehoekige aanwijzer boven de telgrafiek geeft de positie van
de data-invoer aan. Gebruik de knoppen [INC] en [DEC] of de draaiknop [DATA] om de aanwijzer naar rechts
of naar links te verplaatsen.
Value
Als de in te voeren event ([F1] SETUP Event) is ingesteld op 'note', bepaalt deze waarde de aanslagsnelheid
waarmee de noot wordt ingevoerd.
Instellingen: Als de event is ingesteld op 'note': 1-127, kbd, rnd1 – rnd4 1 – 127, kbd, rnd1 – rnd4
Als de event is ingesteld op 'p.bend': -8192 – +8191
Als de event is ingesteld op 'CC (Control Change 001 – 119)': 000 – 127
Als de event is ingesteld op 'tempo' en 'RecTr' = 'tempo': 005 – 300
OPMERKING U kunt 'kbd' (keyboard) and 'rnd1' – 'rnd4' (random1 – 4) en de waarden 1 – 127 selecteren als de event die moet
worden ingevoerd is ingesteld op 'note'. Als 'kbd' is geselecteerd, wordt de daadwerkelijke speelsterkte ingevoerd
als de aanslagsnelheidswaarde. Als een van de willekeurige instellingen is geselecteerd, wordt een willekeurige
aanslagsnelheidswaarde ingevoerd.
StepTime
Geeft de 'grootte' aan van de huidige opnamestaptijd voor de volgende noot die moet worden ingevoerd, en bepaalt
de positie waarnaar de aanwijzer zal worden verplaatst nadat de noot is ingevoerd. U kunt deze parameter ook instellen
in het selectievenster Note Type dat wordt opgeroepen met de knop [SF6].
Instellingen: 0001 – 0059, 1/32-noot, 1/16-noottriool, 1/16-noot, 1/8-noottriool, 1/8-noot, 1/4 noottriool, 1/4-noot, 1/2-noot, hele noot
GateTime
De 'gatetijd' bepaalt de werkelijke tijdsduur van een noot. Voor dezelfde 1/4-noot produceert een lange gatetijd
bijvoorbeeld een legato-effect, terwijl een korte gatetijd een staccato-effect produceert. Hierdoor kunt u legato's,
staccatonoten enzovoort produceren. De gatetijd wordt aangeduid als een percentage van de staptijd.
Instellingen: 1% – 200%
Bediening
[SONG] Song selecteren [REC] [R] (Play)
[F1] SETUP
Aanwijzer die de huidige nootpositie aangeeft.
Telgrafiek