User Manual

MOXF6/MOXF8 Naslaggids
8
Basisstructuur
Functionele blokken
Toongeneratorblok
A/D-invoerblok
Sequencerblok
Arpeggioblok
Regelblok
Effectblok
Intern geheugen
Referentie
Modus Voice
Modus Performance
Modus Song
Modus Pattern
Modus Mixing
Modus Master
Modus Remote
Modus Utility
Snelle configuratie
Modus File
iOS-toepassingen
gebruiken
Appendix
MIDI
Eén mix heeft ook tot zestien geheugenlocaties om normale voices op te slaan. Deze opgeslagen
voices worden 'mixvoices' genoemd. Meestal wordt de voice die is opgeslagen in de modus Voice
toegewezen aan elke mixpartij. In dit geval kan het geluid van de song die of het patroon dat u hebt
gemaakt onverwacht veranderen als u de voice die is gebruikt bij het mixen van de song of het patroon
in de modus Voice bewerkt of verwijdert. Mixvoices zijn bedoeld om deze ongewenste veranderingen
in het geluid te voorkomen.
Voor elke song en elk patroon is er een mixprogramma. Als u een andere song of een ander patroon
selecteert, wordt het bijbehorende mixprogramma geactiveerd. Een mixvoice biedt 16 geheugens
voor elk mixprogramma (song of patroon). Als u een andere song of een ander patroon selecteert,
activeert u een andere mixvoice en een ander mixprogramma. Als u een mixvoice van een bepaalde
song of een bepaald patroon wilt gebruiken voor een andere song of een ander patroon, voert u de
kopieerhandeling (pagina 123) uit in Mixing Voice Job. U kunt maximaal 256 mixvoices opslaan voor
alle songs en patronen. Als het mixvoicegeheugen vol is, gebruikt u de taak Delete om de mixvoices
die u niet nodig hebt te verwijderen in de Mixing Voice Job.
A/D Input-blok
Dit blok verwerkt het audiosignaal dat wordt ingevoerd via de A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen. U kunt verschillende
parameters, zoals volume, pan en effect, instellen voor het audiosignaal en het geluid samen met andere voices
laten uitvoeren. Het Insertion-effect en de systeemeffecten kunnen worden toegepast op het audiosignaal dat wordt
ingevoerd via de A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen. De parameters die betrekking hebben op het A/D Input-blok kunnen
in de volgende display worden ingesteld.
Het effect dat wordt toegepast op het audiosignaal dat wordt ingevoerd via de A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen
wordt ingesteld in de display USB I/O (pagina 146) van de modus Utility. De versterking van het audiosignaal
via de A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen kan worden aangepast via de knop A/D INPUT [GAIN] op het paneel.
Bovendien kan de aan/uit-instelling van het audiosignaal via de A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen worden ingesteld
via de knop A/D INPUT [ON/OFF].
Geheugenstructuur van mixing
Maximale meerstemmigheid
Maximale polyfonie verwijst naar het hoogste aantal noten dat tegelijk kan worden geproduceerd
door de interne toongenerator van het instrument. De maximale polyfonie van de synthesizer
is 128. Wanneer het interne toongeneratorblok meer noten ontvangt, worden eerder gespeelde
noten afgekapt. Dit is met name merkbaar bij voices zonder decay. De maximale polyfonie geldt
voor het aantal voice-elementen dat wordt gebruikt, niet voor het aantal voices. Wanneer normale
voices met maximaal acht elementen worden gebruikt, is het maximale aantal gelijktijdige noten
mogelijk minder dan 128.
Modus Display
Overeenkomstige pagina
in de Naslaggids
Modus Voice Display VCE A/D in de modus Utility Pagina 145
Modus Performance Display A/D IN in de modus Performance Common Edit Pagina 62
Modus Song/Pattern Display A/D IN in de modus Mixing Common Edit Pagina 116