User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Song
Song Play
[F1] PLAY
[F2] GROOVE
[F3] TRACK
[F6] CHAIN
Songopname
Song Record Standby
[F1] SETUP
[F2] VOICE
[F3] ARP ED
[F5] CLICK
[F6] ALL TR
Tijdens de songopname
[F1] SETUP
[F3] REST
[F4] TIE
[F5] DELETE
[F6] BAK DEL
Arpeggio Edit
[F1] COMMON
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
[F6] OUT CH
Song bewerken
[F1] CHANGE
[F2] VIEW FLT
[F4] TR SEL
[F5] INSERT
[F6] DELETE
Song Job
[F1] UNDO/REDO
[F2] NOTE
[F3] EVENT
[F4] MEAS
[F5] TRACK
[F6] SONG
Aanvullende informatie
78
[SF1] CHANNEL
In deze display kunt u het MIDI-uitgangskanaal instellen voor elk van de zestien tracks van de overeenkomstige interne/
externe toongenerator. U kunt ook de meerdere tracks tegelijk instellen (tracks 1 – 8 of tracks 9 – 16) op dezelfde waarde
als de geselecteerde track door de parameter te wijzigen terwijl u de knop [SF4] 1 – 8 of [SF5] 9 – 16 ingedrukt houdt.
OUT CH (Output Channel)
Bepaalt het MIDI-zendkanaal van de sequencedata voor elke track. Tracks met de instelling 'off' zijn niet te horen.
Instellingen: 1 – 16, off
OPMERKING In de modus Song/Pattern worden de MIDI-berichten die worden gecreëerd als u het toetsenbord/knoppen/wielen
bespeelt of bedient naar het toongeneratorblok verzonden of naar de externe MIDI-instrumenten via het MIDI-
uitgangskanaal van de momenteel geselecteerde track.
[SF2] OUT SW (Output Switch)
U kunt ook de meerdere tracks tegelijk instellen (tracks 1 – 8 of tracks 9 – 16) op dezelfde waarde als de geselecteerde
track door de parameter te wijzigen terwijl u de knop [SF4] 1 – 8 of [SF5] 9 – 16 ingedrukt houdt.
INT SW (Internal Switch)
Bepaalt of de afspeeldata worden verzonden naar het interne toongeneratorblok.
Instellingen: off, on
EXT SW (External Switch)
Bepaalt of de afspeeldata worden uitgevoerd naar de externe toongenerator via MIDI.
Instellingen: off, on
[SF3] TR LOOP (Track Loop)
In deze display kunt u instellen of de data in de geselecteerde track in lus worden afgespeeld of niet. Track Loop is
een doeltreffende manier om korte patronen en frasen in een song te herhalen. Zie pagina 99 voor meer informatie.
Instellingen: off, on
Met deze functie kunt u songs aan elkaar 'ketenen' om ze automatisch na elkaar te laten afspelen. Zie pagina 98
voor meer informatie.
skip.................. Hiermee wordt het geselecteerde ketennummer overgeslagen (genegeerd) en wordt het volgende
ketennummer afgespeeld.
stop ................. Hiermee wordt het afspelen van de songketen gestopt bij het geselecteerde ketennummer. U kunt het
afspelen van de songketen hervatten vanaf het volgende ketennummer door op de knop [R] (afspelen)
te drukken.
end .................. Hiermee wordt de eindmarkering van de data van de songketen aangegeven.
[F3] TRACK
[F6] CHAIN