User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Performance
Performance Play
[F1] PLAY
[F2] VOICE
[F3] PORTA
[F4] EG
[F5] ARP ED
[F6] EFFECT
Arpeggio Edit
[F1] COMMON
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
[F6] OUT CH
Performance Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUT/MFX
[F3] MEQ
[F4] USB I/O
[F5] A/D IN
[F6] EFFECT
Part Edit
[F1] VOICE
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] TONE
[F5] RCV SW
Performance Job
[F1] INIT
[F2] RECALL
[F3] COPY
[F4] BULK
Performance opnemen
[F1] SETUP
[F2] REC TR
[F3] OTHER
[F5] CLICK
[F6] INFO
Aanvullende informatie
63
3 InsEF Connect (Insertion Effect Connection)
Bepaalt de effectrouting voor invoegeffect A en B. De instellingswijzigingen worden weergegeven in het diagram
op de display en bieden u een goed overzicht van de manier waarop het signaal wordt gerouteerd.
Instellingen: insA>B, insB>A
insA>B ............................... Signalen die zijn verwerkt met invoegeffect A worden verzonden naar invoegeffect B en
signalen die zijn verwerkt met invoegeffect B worden verzonden naar Reverb en Chorus.
insB>A ............................... Signalen die zijn verwerkt met invoegeffect B worden verzonden naar invoegeffect A en
signalen die zijn verwerkt met invoegeffect A worden verzonden naar Reverb en Chorus.
[SF3] INS A (Insertion Effect A)
[SF4] INS B (Insertion Effect B)
Deze displays bestaan uit verschillende pagina's en kunnen worden geselecteerd met de cursorknoppen [<]/[>].
In deze displays kunt u ook elke parameter van het geselecteerde effecttype afzonderlijk en handmatig instellen.
Categorie
Type
Bepaalt de categorie en het type van het geselecteerde effect.
Instellingen: Zie het PDF-document 'Datalijst' voor details over de bewerkbare effectcategorieën en -typen. Zie ook het PDF-document
'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor een gedetailleerde beschrijving van elk effecttype.
Preset
Hiermee kunt u vooraf geprogrammeerde instellingen oproepen voor elk effecttype, die zijn ontworpen voor gebruik
in specifieke toepassingen en situaties. U kunt de manier wijzigen waarop het geluid wordt beïnvloed door de vooraf
geprogrammeerde instellingen.
OPMERKING
Zie het PDF-document 'Datalijst' voor een overzicht van alle preseteffecttypen.
Effectparameters
De effectparameter verschilt afhankelijk van het momenteel geselecteerde effecttype. Zie het PDF-document 'Datalijst'
voor informatie over de bewerkbare effectparameters van elk effecttype. Zie ook het PDF-document 'Parameterhandleiding
bij synthesizer' voor gedetailleerde beschrijvingen van elke effectparameter.
[SF1] CONNECT
Het aansluittype Insertion is afhankelijk van de instelling van de voice die is toegewezen aan de geselecteerde partij.
In deze display wordt het systeemeffect toegepast op alle partijen.
Chorus Ctg (Chorus Category)
Chorus Type
Reverb Type
Bepaalt de categorie en het type van het geselecteerde choruseffect en reverbeffect.
Instellingen: Zie het PDF-document 'Datalijst' voor details over de bewerkbare effectcategorieën en -typen. Zie ook het PDF-document
'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor gedetailleerde beschrijvingen van elk effecttype.
Chorus Return
Reverb Return
Bepaalt het retourniveau van het chorus-/reverbeffect.
Instellingen: 0 – 127
Chorus Pan
Reverb Pan
Bepaalt de panpositie van het chorus-/reverbeffectgeluid.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
Chorus To Reverb
Bepaalt het zendniveau van het signaal dat wordt verzonden van het chorus- naar het reverbeffect.
Instellingen: 0 – 127
[F6] EFFECT