User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Performance
Performance Play
[F1] PLAY
[F2] VOICE
[F3] PORTA
[F4] EG
[F5] ARP ED
[F6] EFFECT
Arpeggio Edit
[F1] COMMON
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
[F6] OUT CH
Performance Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUT/MFX
[F3] MEQ
[F4] USB I/O
[F5] A/D IN
[F6] EFFECT
Part Edit
[F1] VOICE
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] TONE
[F5] RCV SW
Performance Job
[F1] INIT
[F2] RECALL
[F3] COPY
[F4] BULK
Performance opnemen
[F1] SETUP
[F2] REC TR
[F3] OTHER
[F5] CLICK
[F6] INFO
Aanvullende informatie
62
[SF6] INFO (Information)
Hiermee wordt de informatie voor instelling van de direct monitor switch, de uitvoermodus voor het audiosignaal
en andere informatie weergegeven.
In deze display kunt u parameters instellen voor de invoer vanuit de A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen.
[SF1] OUTPUT
Volume
Bepaalt het uitgangsniveau van de A/D-invoerpart.
Instellingen: 0 – 127
Pan
Bepaalt de stereopanpositie van de A/D-invoerpart.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
Chorus Send
Bepaalt het zendniveau van het signaal van de audio-invoerpartij dat wordt verzonden naar het koorklankeffect.
Hoe hoger de waarde is, hoe duidelijker de koorklank is.
Instellingen: 0 – 127
Reverb Send
Bepaalt het zendniveau van het signaal van de audio-invoerpartij dat wordt verzonden naar het nagalmeffect.
Hogere waarden zorgen voor een duidelijkere nagalm (Reverb).
Instellingen: 0 – 127
Dry Level
Bepaalt het niveau van de A/D-invoerpartij dat niet is bewerkt met de systeemeffecten (Chorus, Reverb).
Instellingen: 0 – 127
Mono/Stereo
Bepaalt de signaalconfiguratie van de A/D-invoerpartij of de wijze waarop de signalen worden of mono).
Instellingen: LMono, RMono, LRMono, stereo
LMono................................ Alleen het linkerkanaal van de audio-invoer wordt gebruikt.
RMono ............................... Alleen het rechterkanaal van de audio-invoer wordt gebruikt.
LRmono ............................. Het linker- en rechterkanaal van de audio-invoer worden gemixt en bewerkt in mono.
stereo................................. Zowel het linker- als het rechterkanaal van de audioinvoer wordt gebruikt.
[SF2] CONNECT (Insertion Effect Connection)
In deze display kunt u de invoegeffecttypen instellen die worden toegepast op het audio-ingangssignaal in de modus
Performance. U kunt het System Effect instellen in de display EFFECT (pagina 63).
1 InsA Ctgry (Insertion Effect A Category)/ InsB Ctgry (Insertion Effect B Category)
2 InsA Type (Insertion Effect A Type)/ InsB Type (Insertion Effect B Type)
Bepaalt de categorie en het type voor de invoegeffecten A of B.
Instellingen: Zie het PDF-document 'Datalijst' voor details over de bewerkbare effectcategorieën en -typen. Zie ook het PDF-document
'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor een gedetailleerde beschrijving van elk effecttype.
[F5] A/D IN (A/D Input)
1
1
23
2