User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Performance
Performance Play
[F1] PLAY
[F2] VOICE
[F3] PORTA
[F4] EG
[F5] ARP ED
[F6] EFFECT
Arpeggio Edit
[F1] COMMON
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
[F6] OUT CH
Performance Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUT/MFX
[F3] MEQ
[F4] USB I/O
[F5] A/D IN
[F6] EFFECT
Part Edit
[F1] VOICE
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] TONE
[F5] RCV SW
Performance Job
[F1] INIT
[F2] RECALL
[F3] COPY
[F4] BULK
Performance opnemen
[F1] SETUP
[F2] REC TR
[F3] OTHER
[F5] CLICK
[F6] INFO
Aanvullende informatie
57
Druk op deze knop om de display Arpeggio Edit van de modus Performance op te roepen.
Druk op deze knop om de display EFFECT (pagina 63) van Performance Common Edit op te roepen.
Arpeggio Edit
Deze display bevat de basisinstellingen voor het afspelen van arpeggio, inclusief het type en het tempo in de
modus Performance. De MOXF6/MOXF8 heeft vier arpeggiators. In de modus Performance kunnen de verschillende
arpeggiotypen worden toegewezen aan maximaal vier partijen en kunnen er maximaal vier arpeggiotypen gelijktijdig
worden bespeeld. De parameters zijn hetzelfde als in de modus Voice (pagina 27), met uitzondering van de volgende
parameters.
Tempo (Arpeggio Tempo)
Bepaalt het tempo van het arpeggio.
Instellingen: 5 – 300
OPMERKING Als u het instrument gebruikt met een externe sequencer, DAW-software of een MIDI-apparaat en u het wilt
synchroniseren met dat apparaat, moet u de parameter 'MIDI Sync' in de display MIDI van de modus Utility (pagina 149)
instellen op 'external' of 'auto'. Als 'MIDI Sync' wordt ingesteld op 'auto' (alleen als de MIDI-klok voortdurend wordt
verzonden) of 'extern', duidt de parameter Tempo hier 'extern' aan en kan deze niet worden gewijzigd.
OPMERKING U kunt deze parameter ook instellen door de knop [SHIFT] ingedrukt te houden en verschillende keren herhaaldelijk
in het gewenste tempo op de knop [ENTER] te drukken. Deze functie wordt 'Tap Tempo' genoemd.
Switch (Common Switch)
Bepaalt of arpeggio voor alle partijen is in- of uitgeschakeld. Deze instelling wordt ook toegepast op de knop ARP [ON/
OFF] op het paneel.
Instellingen: off, on
SyncQtzValue (Sync Quantize Value)
Hiermee wordt de daadwerkelijke timing bepaald voor de volgende keer dat het arpeggio wordt afgespeeld als
u dit activeert terwijl het arpeggio van een bepaalde partij wordt afgespeeld. Als de parameter wordt ingesteld op 'off',
start de volgende arpeggio zodra u deze activeert. Het getal rechts van elke waarde geeft de resolutie van de 1/4-noot
in clocks aan.
Instellingen: off (uit), 2 60 (1/32-noot), 63 80 (1/16-noottriool), 6 120 (1/16-noot), 83 160 (1/8-noottriool), 8 240 (1/8-noot),
43 320 (1/4-noottriool), 4 480 (1/4-noot)
QtzStrength (Quantize Strength)
Bepaalt de offsetwaarde voor 'QtzStrength' in de display [F5] PLAY FX. Deze parameter wordt toegepast op alle partijen.
Instellingen: -100 – +0 – +100
VelocityRate
Bepaalt de offsetwaarde voor 'VelocityRate' in de display [F5] PLAY FX. Deze parameter wordt toegepast op alle partijen.
Instellingen: -100 – +0 – +100
GateTimeRate
Hiermee bepaalt u de offsetwaarde voor 'GateTimeRate' in de display [F5] PLAY FX. Deze parameter wordt toegepast
op alle partijen.
Instellingen: -100 – +0 – +100
Swing
Bepaalt de offsetwaarde voor 'Swing' in de display [F5] PLAY FX. Deze parameter wordt toegepast op alle partijen.
Instellingen: -120 – +0 – +120
[F5] ARP ED (Arpeggio Edit)
[F6] EFFECT
Bediening
[PERFORM] Performance selecteren [F5] ARP ED
Modus Performance ARP [EDIT]
[F1] COMMON
Knob
Knob