User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Voice
Voice Play
[F1] PLAY
[F3] PORTA
[F4] EG
[F5] ARP ED
[F6] EFFECT
Arpeggio Edit
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
Normal Voice Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] CTL SET
[F5] LFO
[F6] EFFECT
Element Edit
[F1] OSC
[F2] PITCH
[F3] FILTER
[F4] AMP
[F5] LFO
[F6] EQ
Drum Voice Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] CTL SET
[F6] EFFECT
Key Edit
[F1] OSC
[F2] PITCH
[F3] FILTER
[F4] AMP
[F6] EQ
Voice Job
[F1] INIT
[F2] RECALL
[F3] COPY
[F4] BULK
Aanvullende informatie
37
[SF2] VOCODER
Deze display wordt opgeroepen met de knop [SF2] en is alleen beschikbaar als de parameter 'InsEF Connect'
is ingesteld op 'vocoder' in de display [SF1] CONNECT. De vocoderparameters in deze display bepalen de manier
waarop het vocodereffect wordt toegepast.
OPMERKING
Zie pagina 21 voor meer informatie over de vocoderfunctie.
Type
Bepaalt of de vocoder al dan niet wordt toegepast op de huidige voice. Als deze parameter is ingesteld op 'thru',
wordt de vocoder niet toegepast op de voice.
Instellingen: Thru, Vocoder
Attack (Vocoder Attack Time)
Hiermee wordt de attacktijd van het vocodergeluid bepaald.
Instellingen: 1ms – 200ms
Release (Vocoder Release Time)
Bepaalt de releasetijd van het vocodergeluid.
Instellingen: 10ms – 3000ms
MicGateTh (Mic Gate Threshold)
Bepaalt de drempelwaarde van de noisegate voor het microfoongeluid.
Instellingen: -72dB – -30dB
GateSw (Gate Switch)
Bepaalt of het microfoongeluid al dan niet wordt uitgevoerd op het niveau dat is ingesteld in de parameter 'HPFOutLvl'
wanneer u de noten loslaat. Normaal moet u deze parameter instellen op 'on'.
Instellingen: off, on
off: het microfoongeluid wordt altijd uitgevoerd.
on: het microfoongeluid wordt alleen uitgevoerd wanneer de noot wordt aangeslagen.
HPF (hoogdoorlaatfilter)
Bepaalt de HPF-afsnijfrequentie voor het microfooningangsgeluid. Bij hogere waarden worden de hoogfrequente
consonanten en sissende geluiden benadrukt (waardoor woorden gemakkelijker te verstaan zijn).
Instellingen: thru, 500Hz – 16,0kHz
HPFOutLvl (High Pass Filter Output Level)
Bepaalt het niveau van het microfoongeluid dat wordt uitgevoerd vanuit het HPF (hoogdoorlaatfilter).
Instellingen: 0 – 127
FormantShift
Bepaalt hoeveel (in BPF) de afsnijfrequentiewaarde van de BPF's (voor de Inst-ingang) omhoog of omlaag wordt
verschoven. Deze parameter kan worden gebruikt om de toonhoogte van het vocodergeluid af te stemmen.
Instellingen: -2, -1, +0, +1, +2
+
+
+
*1 De ruis die is gegenereerd in de vocodereenheid wordt gebruikt.
*2 De afsnijfrequentie van de BPF1' mag niet hetzelfde zijn als die van de BPF1. Dit is afhankelijk van de instellingen van Formant Shift en Formant Offset.
HPF
Band 10
Band 9
Band 2
Band 1
Noisegate
Microfooningang
Ruisingang (*1)
Inst-ingang
(toetsenspel)
Extractie van
klankkleureigenschappen
BPF1'
(*2)
Niveau-
detectie
BPF1
Volume-
regelaar
Uitvoer
BPF1-
versterking
Droog
Nat