User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Voice
Voice Play
[F1] PLAY
[F3] PORTA
[F4] EG
[F5] ARP ED
[F6] EFFECT
Arpeggio Edit
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
Normal Voice Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] CTL SET
[F5] LFO
[F6] EFFECT
Element Edit
[F1] OSC
[F2] PITCH
[F3] FILTER
[F4] AMP
[F5] LFO
[F6] EQ
Drum Voice Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] CTL SET
[F6] EFFECT
Key Edit
[F1] OSC
[F2] PITCH
[F3] FILTER
[F4] AMP
[F6] EQ
Voice Job
[F1] INIT
[F2] RECALL
[F3] COPY
[F4] BULK
Aanvullende informatie
36
) Reverb Type
Selecteert het type van het reverbeffect.
Instellingen: Zie het PDF-document 'Datalijst' voor details over de bewerkbare effectcategorieën en -typen. Zie ook het PDF-document
'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor een gedetailleerde beschrijving van elk effecttype.
! Chorus Return
Bepaalt het retourniveau van het choruseffect.
Instellingen: 0 – 127
@ Chorus Pan
Bepaalt de panpositie van het Chorus-effectgeluid.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
# Reverb Return
Bepaalt het retourniveau van het reverbeffect.
Instellingen: 0 – 127
$ Reverb Pan
Bepaalt de panpositie van het reverbeffectgeluid.
Instellingen: L663 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
[SF2] INS A (Insertion Effect A)
[SF3] INS B (Insertion Effect B)
[SF4] CHORUS
[SF5] REVERB
Vanuit deze displays kunt u de effectgerelateerde parameters instellen als 'InsEF Connect' in de display CONNECT
is ingesteld op 'parallel', 'insA>B' of 'insB>A'. Deze displays bestaan uit meerdere pagina's en kunnen worden
geselecteerd door te drukken op de cursorknoppen [<]/[>]. In deze displays kunt u ook elke parameter van het
geselecteerde effecttype afzonderlijk en handmatig instellen.
1 Category
2 Type
Bepaalt de categorie en het type van het geselecteerde
effect.
Instellingen: Zie het PDF-document 'Datalijst' voor details
over de bewerkbare effectcategorieën en -typen.
Zie ook het PDF-document 'Parameterhandleiding
bij synthesizer' voor een gedetailleerde
beschrijving van elk effecttype.
OPMERKING De 'Category'-indicator wordt niet
weergegeven in de display REVERB.
3 Preset
Hiermee kunt u vooraf geprogrammeerde instellingen
oproepen voor elk effecttype. Deze zijn ontworpen voor
gebruik in specifieke toepassingen en situaties. U kunt
de manier wijzigen waarop het geluid wordt beïnvloed
door de vooraf geprogrammeerde instellingen.
OPMERKING
Zie het PDF-document 'Datalijst' voor een
overzicht van alle presetperformances.
4 Effect Parameters
De effectparameter is afhankelijk van het geselecteerde
effecttype. Zie het PDF-document 'Datalijst' voor
informatie over de bewerkbare effectparameters
van elk effecttype. Zie ook het PDF-document
'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor een
gedetailleerde beschrijving van elke effectparameter.
1
2
3
4
4
4
of
of