User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
24
Referentie
In deze sectie vindt u een gedetailleerde beschrijving van de parameters die worden gebruikt voor de configuratie van de MOXF6/MOXF8.
1 Geeft de geselecteerde track aan.
2 Geeft de huidige bewerkingsstatus aan. Bijvoorbeeld: Common Edit of Part Edit.
3 Geeft de voice/performance/song/patroon/master aan die momenteel geselecteerd is voor bewerking.
4 Geeft de momenteel bewerkbare parameters aan.
5 Geeft de verschillende displays aan, ingedeeld volgens functie en in tabformaat. Door te drukken op de functieknoppen [F1] – [F6] kunt
u de display van de corresponderende functie oproepen.
6 Geeft de verschillende displays aan, ingedeeld volgens subfunctie en in tabformaat (als de tab die u hebt geselecteerd in 5 subfuncties
bevat). Door te drukken op de subfunctieknoppen [SF1] – [SF6] kunt u de display van de corresponderende subfunctie oproepen.
Basisconfiguratie van de display
Over de symbolen
U kunt de parameters die in de sectie Referentie met dit symbool worden aangeduid direct wijzigen met behulp
van de overeenkomstige knop op het paneel.
12 3
4
5
6
Knob