User Manual
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
19
Basisstructuur
Functionele blokken
Toongeneratorblok
A/D-invoerblok
Sequencerblok
Arpeggioblok
Regelblok
Effectblok
Intern geheugen
Referentie
Modus Voice
Modus Performance
Modus Song
Modus Pattern
Modus Mixing
Modus Master
Modus Remote
Modus Utility
Snelle configuratie
Modus File
iOS-toepassingen
gebruiken
Appendix
MIDI
Effectaansluitingen in elke modus
1 Element-EQ toegepast op elk element (van een normale voice)
en elke toets (van een drumvoice)
Instellingen:
Kan worden ingesteld op de display EQ (pagina 46 en 51)
van Voice Element Edit/Voice Key Edit.
2 Common-EQ toegepast op alle elementen en toetsen
Instellingen:
Wordt ingesteld op de display EQ (pagina 32) van
Voice Common Edit.
3 Selectie van het Insertion-effect, A of B, dat wordt toegepast
op elk element/elke toets
Instellingen:
Wordt ingesteld in 'EL: OUT' (pagina 35) of 'KEY: OUT'
(pagina 47) op de display EFFECT van Voice Common
Edit of wordt ingesteld in 'InsEffectOut' (pagina 39) op
de display OSC van Voice Element Edit (of Key Edit).
OPMERKING De twee displaytypen zijn aan elkaar gekoppeld en hebben
dezelfde instellingen, alleen in andere indelingen.
4 Parameters in verband met Insertion-effect A/B
Instellingen:
Worden ingesteld op de display CONNECT (pagina 35)
en de display INSA/de display INSB (pagina 36) van
Voice Common Edit.
5 Parameters in verband met reverb en chorus
Instellingen:
Worden ingesteld op de display CONNECT (pagina 35)
en de display CHORUS/de display REVERB (pagina 36)
van Voice Common Edit.
6 Parameters in verband met Mastereffect
Instellingen:
Worden ingesteld op de display MFX (pagina 143)
in de modus Utility.
7 Parameters in verband met Master-EQ
Instellingen:
Worden ingesteld op de display MEQ (pagina 143)
in de modus Utility.
OPMERKING Het effect betreffende het audio-ingangssignaal van de
A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen in de modus Voice wordt
ingesteld op de display VCE A/D van de modus Utility.
Stel eerst de Insertion-effecten in. Zorg er dan voor dat
'Mode' (pagina 146) op de display USB I/O van de modus
Utility is ingesteld als '1StereoRec' en stel het niveau
in van het signaal verzonden naar chorus en reverb.
Als 'Mode' is ingesteld als 'VST' of '2StereoRec', wordt
het uitgangssignaal van het Insertion-effect rechtstreeks
verzonden naar de USB [TO HOST]-aansluiting of de
OUTPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen.
In de modus Voice
Element 1 – 8
Drumtoets C0 – C6
Voice
Element of toets
Element-EQ
Common-EQ
Insertion A Insertion B
Zendniveau
Chorus
Reverb
Chorus
To Rever b
Retourniveau
Master-
effect
Master-EQ