User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Utility
[F1] GENERAL
[F2] VOICE
[F2] SEQ
[F3] VCE A/D
[F4] CTL ASN
[F5] USB I/O
[F6] MIDI
Utility Job
143
Knob DispTime (Knob Display Time)
Hiermee wordt bepaald of het pop-upvenster KNOB FUNCTION wordt weergegeven als u de functieknoppen bedient,
en hoe lang het pop-upvenster wordt weergegeven.
Instellingen: off, 1 sec, 1,5 sec, 2 sec, 3 sec, 4 sec, 5 sec, keep
off........................ Als deze instelling wordt geselecteerd, wordt het pop-upvenster niet opgeroepen, zelfs niet
als u de knoppen bedient.
1 sec – 5 sec ...... Als u aan de knop draait, wordt het pop-upvenster gedurende 1 tot 5 seconden weergegeven,
waarna het automatisch wordt gesloten.
keep.................... Als de knop wordt bediend, wordt het pop-upvenster weergegeven totdat u een andere display/
dialoogvenster/pop-upvenster oproept of op de knop [ENTER]/[EXIT] drukt.
Het pop-upvenster KNOB FUNCTION wordt weergegeven als u de knoppen bedient.
Knob Curve
Hiermee wordt de gevoeligheid van de knop in vijf stappen aangepast. Hogere waarden betekenen een grotere
gevoeligheid, waarbij u grote wijzigingen kunt aanbrengen in de huidige waarde, zelfs als u de knop slechts heel
weinig draait.
Instellingen: table1 – table5
LCD Mode
Hiermee schakelt u de achtergrondverlichting van de LCD in of uit.
Instellingen: normal, reverse
LCD Contrast
Hiermee past u het contrast van de LCD-display aan.
Instellingen: 1 – 16
Deze speciale voicegerelateerde instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer u de modus Utility activeert vanuit
de modus Voice, zodat u parameters met betrekking tot alle voices kunt instellen.
[SF1] MFX (Master Effect)
Vanuit deze display kunt u de parameters met betrekking tot het mastereffect instellen die worden toegepast
op alle voices. De details van elke parameter zijn dezelfde als in Performance Common Edit. Zie pagina 60.
[SF2] MEQ (Master EQ)
In deze display kunt u vijfbandstoonregeling (LOW, LOW MID, MID, HIGH MID, HIGH) toepassen op alle voices.
De details van elke parameter zijn dezelfde als in Performance Common Edit. Zie pagina 61.
[SF3] ARP CH (arpeggiokanaal)
MIDIOutSwitch (MIDI Output Switch)
Hiermee kunt u de uitvoer van MIDI-data voor de functie Arpeggio in- of uitschakelen. Als deze schakelaar is ingesteld
op 'on', worden de arpeggiodata verzonden via MIDI in de modus Voice.
Instellingen: off, on
TransmitCh (Transmit Channel)
Hiermee wordt bepaald via welk MIDI-kanaal arpeggio-afspeeldata worden verzonden (als OutputSwitch hierboven
is ingeschakeld).
Instellingen: 1 – 16
[F2] VOICE