User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Utility
[F1] GENERAL
[F2] VOICE
[F2] SEQ
[F3] VCE A/D
[F4] CTL ASN
[F5] USB I/O
[F6] MIDI
Utility Job
142
ProgChangeMode (Program Change Mode)
Hiermee wordt bepaald welke berichten worden verzonden aan de computer als u de knoppen [INC]/[DEC] of de
draaiknop [DATA] bedient. Als 'PC' is geselecteerd worden programmawijzigingsberichten via MIDI-poort 1 verzonden
Als 'remote' is geselecteerd, worden afstandsbedieningsberichten via MIDI-poort 2 verzonden. Als 'auto' is geselecteerd,
bepaalt deze parameter automatisch of de berichten van Program Change worden verzonden via MIDI Port 1 of
MIDI Port 2, al naargelang de DAW-software die in de modus Remote wordt bestuurd. De afstandsbedieningsberichten
kunnen alleen worden verzonden als de VSTi in Cubase wordt bestuurd in de modus Remote.
Instellingen: auto, PC, remote
OPMERKING Deze parameter wordt vastgelegd op 'PC' als 'DAW Select' op een andere waarde wordt ingesteld dan 'Cubase'.
[SF6] OTHER
Mic/Line
Wanneer u de aansluitingen A/D INPUT [L]/[R] gebruikt, bepaalt u hiermee de ingangsbron, microfoon (mic) of lijn (line).
Instellingen: mic, line
mic............... Bedoeld voor apparatuur met een lage uitgang, zoals een microfoon, elektrische gitaar of bas.
line ............... Bedoeld voor apparatuur met een hoge uitgang, zoals een keyboard, synthesizer of cd-speler.
CtrlReset (Controller Reset)
Bepaalt de status van de regelaars (modulatiewiel, aftertouch, voetpedaal, Breathcontroller, knoppen, enz.) wanneer
u schakelt tussen voices. Als deze parameter op 'hold' is ingesteld, behouden de regelaars de huidige instelling.
Als deze parameter op 'reset' is ingesteld, wordt de standaardtoestand van de regelaars hersteld (zie onder).
Instellingen: hold, reset
Als u 'reset' selecteert, worden de regelaars naar de volgende toestand/positie teruggezet:
PowerOnMode
Bepaalt de standaardinschakelmodus (en geheugenbank), zodat u kunt selecteren welke toestand automatisch wordt
opgeroepen wanneer u het instrument aanzet.
Instellingen: performance, voice (USR1), voice (PRE1), voice (GM), master, STORE+ENTER
Als dit is ingesteld op 'STORE+ENTER', worden de display waarin u de modus (Voice/Performance/Master/Song/Pattern)
en het programmanummer bepaalt automatisch opgeroepen als u het instrument inschakelt.
Druk gelijktijdig op de knoppen [STORE] en [ENTER] om een display op te geven en normaal op te roepen.
Knob FuncDispSw (Knob Function Display Switch)
Hiermee wordt bepaald of het pop-upvenster KNOB FUNCTION wordt weergegeven als u op de functieknoppen drukt.
In het pop-upvenster KNOB FUNCTION wordt aangeduid welke functies zijn toegewezen aan de knoppen aan, en geeft
hun waarden aan.
Instellingen: off, on
Het pop-upvenster KNOB FUNCTION wordt weergegeven als u op de functieknoppen drukt.
Pitch Bend (toonbuiging) Midden
Modulation Wheel (modulatiewiel) Minimum
Aftertouch Minimum
Voetschakelaar Maximum
Voetschakelaar Uit
Ribboncontroller Midden
Breathcontroller Maximum
Toewijsbare functie Uit
Expression Maximum