User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Remote
Display Remote
Afstandsbedienings-
toewijzingen
134
Afstandsbedieningstoewijzingen
De besturingssjabloon voor de VSTi wisselen
Gebruik de knoppen BANK SELECT [DEC]/[INC] om de besturingssjablonen
van de MOXF6/MOXF8 te wisselen.
De functies van de knoppen 1 – 4 wisselen
Druk op Functieknop 1 om in aflopende volgorde te schakelen tussen de functies die zijn toegewezen aan de
knoppen 1 – 4, '1' | '2' | '3'. Elke functie is afhankelijk van de geselecteerde besturingssjabloon. Bevestig uw keuze
in de MOXF6/MOXF8 Remote Editor voor meer details. Het lampje dat overeenstemt met de functies die aan de
knoppen zijn toegewezen licht op. Als de functies worden weergegeven in de display, knippert het lampje.
OPMERKING
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op Functieknop 1 om de functies van de knoppen 1 – 4 in te stellen op '1'.
OPMERKING Gebruik de MOXF6/MOXF8 Remote Editor voor het bewerken van de besturingssjabloon.
De functies van de knoppen 5 – 8 wisselen
De knoppen 5 – 8 zijn alleen beschikbaar als de DAW-software in de modus Utility is ingesteld op 'Cubase'. Druk op
Functieknop 2 om in aflopende volgorde te schakelen tussen de functies die zijn toegewezen aan de knoppen 5 – 8,
'Q' | 'F' | 'G'. De knoppen 5 – 8 worden eveneens gebruikt om de frequentiebanden Low, Low Mid, High Mid en High
te bedienen. De bediening is verbonden aan de parameter Track EQ in Cubase. Het lampje dat overeenstemt met
de functies die aan de knoppen zijn toegewezen licht op. Als de functies worden weergegeven in de display,
knippert het lampje.
OPMERKING
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op Functieknop 2 om de functies van de knoppen 5 – 8 in te stellen op 'Q'.
Transportregeling
De knoppen SEQ TRANSPORT dienen eveneens als DAW-transportregelaars.
1 Top (Move to the top of the Song)
2 Rewind
3 Forward
4 Record
5 Stop
6 Play
1
2
3
4
5
6