User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Remote
Display Remote
Afstandsbedienings-
toewijzingen
133
De modus Remote
In de modus Remote kunt u de knoppen van dit instrument gebruiken voor het besturen van de sequencertracks
en mixkanalen van de DAW-software op deze computer. U kunt bijvoorbeeld het afspelen van de DAW-software op de
computer starten en stoppen met de functieknoppen en de songpositie besturen in de DAW-software me de draaiknop
[DATA] en de knoppen [INC] en [DEC], zodat u niet de muis of het toetsenbord van de computer hoeft te gebruiken.
De DAW-toepassingen Cubase, Logic, SONAR en Digital Performer kunt u besturen via de modus Remote van de
MOXF6/MOXF8. De instellingen voor Remote worden uitgevoerd in 'Remote Select' in de display REMOTE van de
modus Utility.
OPMERKING
Als u de modus Remote wilt afsluiten, drukt u nogmaals op de knop [DAW REMOTE].
OPMERKING Zie de sectie 'Specificaties' in de Gebruikershandleiding voor informatie over de versie van de DAW-software
die compatibel is met de MOXF6/MOXF8.
Display Remote
1 TrackName
Als de DAW-software in 'DAW Select' van de modus Utility mode is ingesteld op Cubase, wordt hier de huidige track
in Cubase weergegeven.
2 Nummer van besturingssjabloon, sjabloonnaam Template Name
De MOXF6/MOXF8 bevat 50 besturingssjablonen die voor de verschillende VSTi-plugins gebruikt kunnen worden.
Door een van de 50 besturingssjablonen te kiezen, kunt u aan de knoppen 1 – 4 functies toewijzen voor de huidige VSTi.
Deze parameter bepaalt het nummer van het besturingssjabloon.
OPMERKING
Gebruik de MOXF6/MOXF8 Remote Editor voor het bewerken van de besturingssjabloon. U kunt de MOXF6/MOXF8
Remote Editor downloaden van de volgende website: http://download.yamaha.com/
Raadpleeg de PDF-handleiding die bij de MOXF6/MOXF8 Remote Editor is meegeleverd voor meer instructies.
OPMERKING Als de DAW-software in de modus Utility is ingesteld op Cubase, wordt de besturingssjabloon die is ingesteld
in de MOXF6/MOXF8 gewijzigd wanneer u de VSTi op de Cubase wisselt. Als de DAW-software in de modus Utility
is ingesteld op een andere waarde dan Cubase en u de VSTi op de DAW-software wisselt, heeft dit geen invloed op
de besturingssjabloon die is ingesteld in de MOXF6/MOXF8. U moet de juiste besturingssjabloon handmatig instellen
op een waarde die overeenstemt met de VSTi in de DAW-software.
3 Parameter naam
Hier worden de parameters weergegeven die met de knoppen 1 – 8 op het bedieningspaneel kunnen worden
gewijzigd.
4 Functienamen
Geeft de namen aan van de Cubase-functies die die zijn toegewezen aan de knoppen [SF1] – [SF6].
5 Parameterwaarden van Knob Output Select in elke sjabloon
Geeft de parameterwaarden aan van Knob Output Select zoals ingesteld voor Remote Template. U kunt Knob Output
Select voor Remote Template instellen met de MOXF6/MOXF8 Remote Editor. In de volgende situaties wordt de instelling
van de parameter Knob Out Select automatisch getoond als 'CC'.
De DAW-software in de modus Utility mode is ingesteld op een andere waarde dan Cubase.
De parameter 'MIDI In/Out' (pagina 149) is ingesteld op 'MIDI'.
De USB-kabel is niet aangesloten op de MOXF6/MOXF8.
6 Naam van de afstandsbedieningssoftware
Geeft de naam weer van de DAW-software die is ingesteld in 'DAW Select' in de modus Utility (pagina 141).
Bediening
Druk op de knop [DAW REMOTE].
3
1
2
4
65