User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Master
Master Play
[F1] PLAY
[F2] MEMORY
[F3] ZONE SW
Master Edit
Common Edit
[F1] NAME
Zone Edit
[F1] TRANS
[F2] NOTE
[F3] TX SW
[F4] PRESET
[F5] KNOB
Master Job
[F1] INIT
[F4] BULK
130
Master Edit
In de modus Master Edit kunt u uw eigen, originele masterprogramma's maken met maximaal vier verschillende zones
(keyboardgebieden) door de verschillende parameters te bewerken. In de modus Master kunt u het keyboard indelen
in maximaal vier onafhankelijk te bespelen secties (de zogenoemde 'zones'). U kunt aan elke zone verschillende
MIDI-kanalen en functies voor de knoppen en schuifregelaars toewijzen. Hierdoor wordt het mogelijk verschillende
partijen van de multitimbrale toongenerator gelijktijdig met één toetsenbord te regelen. Bovendien kunt u in aanvulling
op de interne voices van de synthesizer zelf via verschillende kanalen de voices van een extern MIDI-instrument regelen
en zo de MOXF6/MOXF8 het werk van verschillende toetsenborden laten doen. Er zijn twee typen Master Edit-displays:
displays voor het bewerken van de gemeenschappelijke parameters voor alle vier de zones en displays voor het bewerken
van de afzonderlijke zones. In dit onderdeel worden de parameters voor Common Edit en Part Edit beschreven.
Common Edit
Vanuit deze display kunt u een naam instellen voor de master. Zie het gedeelte 'Basisbediening' van
de Gebruikershandleiding voor meer informatie over het toekennen van namen.
Zone Edit
Vanuit deze display kunt u instellen hoe de zones MIDI-berichten verzenden als u het keyboard bespeelt.
TransCh (Zendkanaal)
Hiermee wordt het MIDI-zendkanaal voor elke zone bepaald.
Instellingen: 1 – 16
IntSw (Internal Switch)
Bepaalt of MIDI-data voor de zones al dan niet worden verzonden naar de interne toongenerator.
Instellingen: off, on
ExtSw (External Switch)
Bepaalt of MIDI-data voor de zones al dan niet worden verzonden naar een extern MIDI-apparaat.
Instellingen: off, on
Vanuit deze display kunt u de toonhoogte- en keyboardgerelateerde parameters voor elke zone instellen.
Octave
Bepaalt het aantal octaven waarmee het bereik van de zone wordt verhoogd of verlaagd. U kunt de offset in een bereik
van maximaal drie octaven omhoog of omlaag aanpassen.
Instellingen: -3 – +0 (standaardinstelling) – +3
Transpose
Bepaalt het aantal halve noten waarmee het bereik van de zone wordt verhoogd of verlaagd.
Instellingen: -11 – +0 (standaardinstelling) – +11
NoteLimitH, L (Note Limit High, Low)
Hiermee worden de laagste en hoogste noot van het bereik voor elke zone bepaald. De geselecteerde zone klinkt
alleen als u noten binnen dit bereik speelt.
Instellingen: C -2 – G8
OPMERKING U kunt de noot ook rechtstreeks vanaf het keyboard instellen door de knop [SF6] KBD ingedrukt te houden
en op de gewenste toets te drukken.
Bediening
[MASTER] Master selecteren [EDIT] [COMMON]
[F1] NAME
Bediening
[MASTER] Master selecteren [EDIT] Nummerknoppen [1] – [4]
[F1] TRANS (Transmit)
[F2] NOTE