User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Pattern
Pattern Play
[F1] PLAY
[F2] GROOVE
[F3] TRACK
[F4] PATCH
[F5] REMIX
[F6] CHAIN
Pattern Record
Pattern Record Standby
[F1] SETUP
[F2] VOICE
[F3] ARP ED
[F5] CLICK
Tijdens patroon opnemen
[F1] SETUP
[F3] RESET
[F4] TIE
[F5] DELETE
[F6] BAK DEL
Pattern Edit
[F1] CHANGE
[F2] VIEW FLT
[F5] INSERT
[F6] DELETE
Pattern Job
[F1] UNDO/REDO
[F2] NOTE
[F3] EVENT
[F4] PHRASE
[F5] TRACK
[F6] PATTERN
Aanvullende informatie
111
02: Append Pattern
Hiermee voegt u een patroon toe aan het einde van een ander
patroon zodat er één langer patroon met alle 16 tracks ontstaat.
OPMERKING
Als de patroonlengte meer dan 256 maten wordt
als gevolg van de Append Pattern Job, wordt
een foutbericht weergegeven en wordt de taak
afgebroken.
Keep Original Phrase
Als dit vakje is ingeschakeld, blijven de oorspronkelijke
patroondata behouden in het geheugen, samen met
de nieuwe toegevoegde patroondata.
OPMERKING
Als het vakje niet is ingeschakeld, wordt het oorspronkelijke bestemmingspatroon gewist en vervangen door
de nieuw gemaakte data. Als het vakje 'Keep Original Phrase' is ingeschakeld, vereist deze taak twee keer zoveel
lege gebruikersfrasen als het aantal tracks met data om de toegevoegde frasedata te kunnen opslaan. Als de vereiste
ruimte niet beschikbaar is, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven en wordt de taak afgebroken. Als dit gebeurt,
gebruikt u de taak Clear Phrase om ongebruikte frasen te verwijderen en probeert u het opnieuw.
03: Split Pattern
Met deze taak splitst u een geselecteerd patroon (data van alle
16 tracks) op in twee patronen. Na de bewerking Split Pattern
blijft het deel van het patroon vóór het opgegeven splitpunt
behouden en wordt het deel na het 'Split Point' verplaatst
naar het bestemmingspatroon.
LET OP
Met deze jotaakb overschrijft u eventuele bestaande data
in het bestemmingspatroon.
Split Point
Bepaalt het splitpunt door een maatnummer in te stellen.
Keep Original Phrase
Als dit vakje is ingeschakeld, blijven de oorspronkelijke bronpatroondata behouden in het geheugen en worden de
resultaten van de splitstaak naar lege frasen geschreven. Als dit vakje niet is ingeschakeld, wordt het oorspronkelijke
bronpatroon gewist en vervangen door de nieuw gemaakte data.
OPMERKING
Als het vakje 'Keep Original Phrase' is ingeschakeld, vereist deze taak twee keer zoveel lege gebruikersfrasen als
het aantal tracks met data om de toegevoegde frasedata te kunnen opslaan. Als de vereiste ruimte niet beschikbaar is,
wordt een waarschuwingsbericht weergegeven en wordt de taak afgebroken. Als dit gebeurt, gebruikt u de taak
Clear Phrase (pagina 109) om ongebruikte frasen te verwijderen en probeert u het opnieuw.
04: Clear Pattern
Met deze taak verwijdert u alle data uit het geselecteerde patroon, of uit alle patronen.
Als u de specifieke te wissen sectie selecteert, kunt u het vakje 'Chain' uitschakelen. Als het vakje 'Chain'
is uitgeschakeld, blijven de patroonketendata behouden hoewel de taak Clear Pattern toch wordt uitgevoerd.
05: Pattern Name
Met deze taak wijst u een naam toe aan het geselecteerde patroon. Zie het gedeelte 'Basisbediening'
van de Gebruikershandleiding voor meer informatie over het toekennen van namen.
Bronpatroon
en -sectie
Bestemmingspatroon
en -sectie
Bronpatroon
en -sectie
Bestemmingspatroon
en -sectie