User Manual
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
10
Basisstructuur
Functionele blokken
Toongeneratorblok
A/D-invoerblok
Sequencerblok
Arpeggioblok
Regelblok
Effectblok
Intern geheugen
Referentie
Modus Voice
Modus Performance
Modus Song
Modus Pattern
Modus Mixing
Modus Master
Modus Remote
Modus Utility
Snelle configuratie
Modus File
iOS-toepassingen
gebruiken
Appendix
MIDI
In een patroonketen rijgt u verschillende secties (binnen één patroon) aan elkaar om één volledige song
te maken. U kunt de MOXF6/MOXF8 secties automatisch laten wijzigen door vooraf een patroonketen te
maken, waarbij het afspelen van een patroon via de display Pattern Chain met sectiewijzigingen wordt
opgenomen. Voor elk patroon op de display Pattern Chain kan één patroonketen worden gemaakt
(pagina 103). U kunt deze functie ook gebruiken bij het maken van songs op basis van een bepaald
patroon, aangezien de gemaakte patroonketen in Pattern Chain Edit kan worden omgezet in een song
(pagina 104).
Dit zijn de elementaire MIDI-sequencedata in een track (en de kleinste eenheid) die worden gebruikt
bij het maken van een patroon. 'Frases' zijn korte muziek-/ritmepassages voor één instrument, zoals
een ritmepatroon voor de ritmepartij, een baslijn voor de baspartij of een achtergrondakkoord voor
de gitaarpartij. Deze synthesizer biedt geheugenruimte voor 256 van uw eigen gebruikerfrasen.
OPMERKING
De MOXF6/MOXF8 heeft geen presetfrasen.
Een patroon bestaat uit 16 afzonderlijke tracks. Zie 'sequencetracks 1 – 16' van 'songtrackstructuur'
(Pagina 9).
Een patroon bestaat uit 16 tracks waaraan de frase kan worden toegewezen. MIDI-data kunnen niet
rechtstreeks op elke track worden opgenomen in de modus Pattern. Er wordt opgenomen op een lege
gebruikersfrase. De net gemaakte frase wordt automatisch toegewezen aan de opnametrack.
Sequencerblok toegepast op zowel songs als patronen
U maakt MIDI-tracks door uw keyboardspel in de modus Song Record/Pattern Record op te nemen.
MIDI-sequencedata worden opgenomen op de MIDI-track en de normale voice of drumvoice wordt
toegewezen aan de mixpartij die overeenkomt met de track. Als u de mixparameters, zoals voice,
volume en de panfactor, voor iedere track wilt bewerken, drukt u op de knop [MIXING] om de modus
Mixing te activeren (pagina 114) en bewerkt u vervolgens de parameters voor de mixpartij die
overeenkomt met de gewenste track. Denk eraan dat track 1 niet altijd overeenkomt met mixpartij 1.
Zoals hieronder wordt getoond worden alle tracks van de songsequencedata en alle mixpartijen
van het toongeneratorblok met elkaar verbonden als het uitgangskanaal (TxCH) gelijk is aan het
ontvangstkanaal (RcvCH). Dit betekent dat de sequencedata van elke track de overeenkomstige
partijen (de partijen met dezelfde MIDI-kanaaltoewijzing) in het toongeneratorblok afspelen.
De zendkanalen van elke track kunnen worden ingesteld op de display TRACK (pagina 78) van
de modus Song of Pattern, terwijl de ontvangstkanalen van elke partij kunnen worden ingesteld
op de display VOICE (pagina 117) van Mixing Edit.
Patroonketen
Frase
Patroontrackstructuur
Patroontracks en -frasen
MIDI-tracks en mixinstellingen
Sectie A Sectie B Sectie C
Track 1
Track 2
:
Track 16
Frase 001
Frase 002
:
Frase 003
Frase 001
Frase 002
Frase 003
:
MIDI-data
MIDI-data
MIDI-data
: