Operation Manual

WEERGAVE Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option) Nl 93
Subwoofer Trim (SW.Trim)
Stelt het volume van de subwoofer nauwkeurig in.
Instelbereik
-6,0 dB tot +6,0 dB (stappen van 0,5 dB)
Standaard
0,0 dB
Enhancer (Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer en de hogeresolutiemodus in of uit.
Enhancer (Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer (p. 60) in of uit.
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
U kunt ook ENHANCER op de afstandsbediening gebruiken om Compressed Music Enhancer in- of uit te
schakelen (p. 60).
Instellingen
Standaard
TUNER, USB, (netwerkbronnen): On (On)
Overige: Off (Off)
Compressed Music Enhancer werkt niet op signalen met een samplefrequentie die hoger is dan 48 kHz.
Hi-Res Mode (HiRes Mode)
Schakelt de hogeresolutiemodus in of uit als “Enhancer” is ingesteld op “On”. Als deze
functie is ingesteld op “On”, kunt u de kwaliteit van ongecomprimeerde digitale audio
(zoals 2-kanaals PCM en FLAC) verbeteren met Compressed Music Enhancer.
Instellingen
Video Mode (Video Mode)
Schakelt de instellingen voor videosignaalverwerking (resolutie, aspectverhouding
en videoaanpassingen) in of uit die zijn ingeschakeld in “Processing” (p. 111) in het
menu “Setup“.
Instellingen
Video Adjustment (Video Adjust)
Selecteert een videoaanpassingsinstelling uit de presets die u hebt geconfigureerd in
“Adjustment” (p. 112) in het menu “Setup”.
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instellingen
1 tot 6
Audio Select (Audio Select)
Selecteert de audio-ingang die u wilt gebruiken wanneer er meerdere audioverbindingen
voor één ingangssignaal zijn.
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instellingen
Off (Off) Schakelt Compressed Music Enhancer uit.
On (On) Schakelt Compressed Music Enhancer in.
Off (Off) Schakelt de hogeresolutiemodus uit.
On (On) (standaard) Schakelt de hogeresolutiemodus in.
Processing
(Processing)
Schakelt videosignaalverwerking in.
Direct (Direct)
(standaard)
Schakelt videosignaalverwerking uit.
Auto (Auto)
(standaard)
Selecteert automatisch de audio-ingang in de volgende volgorde
van prioriteit.
1. HDMI-ingang
2. Digital input (COAXIALof OPTICAL)
3. Analog input (AUDIO [RCA of XLR])
HDMI (HDMI)
Selecteert altijd HDMI-ingang. Er worden geen geluiden geproduceerd
wanneer geen signalen via de HDMI-aansluiting worden ingevoerd.
Coax/Opt
(Coax/Opt)
Selecteert altijd digitale invoer (COAXIAL of OPTICAL). Er worden geen
geluiden geproduceerd wanneer geen signalen via de COAXIAL- of
OPTICAL-aansluiting worden ingevoerd.
Analog (Analog)
Selecteert altijd analoge invoer (AUDIO [RCA of XLR]). Er worden
geen geluiden geproduceerd wanneer geen signalen via de AUDIO
[RCA of XLR] worden ingevoerd.