Operation Manual

VOORBEREIDINGEN Weergaveapparaten aansluiten Nl 32
Het toestel is voorzien van verschillende ingangen waaronder HDMI-ingangen, zodat
u verschillende weergaveapparaten kunt aansluiten. Raadpleeg de volgende pagina’s voor
informatie over het aansluiten van een iPod of een USB-opslagapparaat.
• Een iPod aansluiten (p. 68)
• Een USB-opslagapparaat aansluiten (p. 72)
Videoapparaten (zoals bd/dvd-spelers) aansluiten
Sluit videoapparaten, zoals bd/dvd-spelers, settopboxes (STB’s) en gameconsoles aan op
het toestel. Kies een van de volgende aansluitingen, afhankelijk van welke video/audio-
uitgangen beschikbaar zijn op het videoapparaat. Wij raden u aan een HDMI-aansluiting
te gebruiken als het videoapparaat een HDMI-uitgang heeft.
Video’s die naar het toestel worden ingevoerd via HDMI kunnen alleen worden uitgevoerd naar een tv die op het
toestel is aangesloten met een HDMI-kabel.
Bij de volgende uitleg wordt er vanuit gegaan dat u de instelling “Input Assignment” (p. 119) in het menu “Setup” niet
hebt gewijzigd. Indien nodig kunt u de COMPONENT VIDEO (A , B , C , D ), COAXIAL (a, b, f) en OPTICAL
(c, d, e)-aansluitingen toewijzen aan een ander ingangssignaal.
Als u meerdere audioaansluitingen voor één ingangssignaal wilt uitvoeren, zal een audiosignaal dat op het toestel
wordt weergegeven, worden bepaald op basis van de instelling “Audio Select” (p. 93) in het menu “Option”.
HDMI-aansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een HDMI-kabel.
Als u de signaalbron selecteert door op AV 1–7 op de afstandsbediening te drukken, wordt
de video/audio die op het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
Componentvideoaansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een componentvideokabel en een audiokabel
(digitale coaxiale, digitale optische of stereo-plugkabel). Kies een set ingangen (op het
toestel), afhankelijk van welke video/audio-uitgangen beschikbaar zijn op het videoapparaat.
Als u de signaalbron selecteert door op AV 1–4 op de afstandsbediening te drukken, wordt
de video/audio die op het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
4 Weergaveapparaten aansluiten
HDMI
HDMI
HDMI
Het toestel (achterzijde)
HDMI-uitgang
Videoapparaat
HDMI (AV 1–7)-aansluitingen
Uitgangen op videoapparaat
Ingangaansluitingen op het toestel
Video Audio
Componentvideo
Digitaal coaxiaal AV 1–2 (COMPONENT VIDEO + COAXIAL)
Digitaal optisch AV 3–4 (COMPONENT VIDEO + OPTICAL)
Analoog stereo AV 1–4 (COMPONENT VIDEO + AUDIO)
YPB PR
YPB PR
R
L
COAXIAL
OPTICAL
PR
PB
Y
Y
PR
PB
C C
OO
R
L
R
L
Het toestel (achterzijde)
AV 1–4
(COMPONENT VIDEO)-aansluitingen
Video-uitgang
(componentvideo)
Videoapparaat
Audio-uitgang
(digitaal coaxiaal, digitaal optisch,
analoog stereo)
AV 1–2 (COAXIAL),
AV 3–4 (OPTICAL),
AV 1–4 (AUDIO)-
aansluitingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10