Operation Manual

INSTELLINGEN Verschillende functies configureren (menu Setup) Nl 119
Function
Configureert de functies waardoor het toestel makkelijker te gebruiken is.
Input Assignment
Wijst de COMPONENT VIDEO-, COAXIAL- en OPTICAL-aansluitingen toe aan een
andere signaalbron.
Procedure
Voorbeeld: de OPTICAL (e)-aansluiting toewijzen aan de signaalbron “AV 2”
1
Gebruik de cursortoetsen om de cel op het snijpunt van “AV 2” en “Optical” te
selecteren, en druk op ENTER.
2
Gebruik de cursortoetsen om “e” te selecteren en druk op ENTER.
3
Druk op ON SCREEN om het menu te sluiten.
COAXIAL- en OPTICAL-aansluitingen kunnen niet tegelijkertijd aan dezelfde signaalbron worden toegewezen.
Display Set
Configureert de instellingen van de display op het voorpaneel en de display op het
tv-scherm.
Dimmer (Front Display)
Wijzigt de helderheid van de display op het voorpaneel.
Instelbereik
-4 tot 0 (hoger voor helderder)
Standaard
0
Short Message
Bepaalt of korte berichten op het tv-scherm worden weergegeven als het toestel wordt
bediend (zoals signaalselectie en volumeregeling).
Instellingen
Wallpaper
Selecteert de afbeelding die als achtergrond moet worden gebruikt op de tv.
Instellingen
On (standaard) Korte berichten worden op het tv-scherm weergegeven.
Off Korte berichten worden niet op het tv-scherm weergegeven.
Picture 1 (standaard),
Picture 2, Picture 3
Geeft het geselecteerde beeld weer op het TV-scherm als er geen
videosignaal is.
Gray
Geeft een grijze achtergrond weer op het tv-scherm als er geen
videosignaal is.