Operation Manual
INSTELLINGEN ➤ Verschillende functies configureren (menu Setup) Nl 107
❑ Surround
Bepaalt of de surroundluidsprekers zijn aangesloten en de grootte van de luidsprekers.
Instellingen
❑ Surround Back
Bepaalt of de achterste surroundluidsprekers zijn aangesloten en de grootte van de
luidsprekers.
Instellingen
• Deze instelling is niet beschikbaar als “Surround” is ingesteld op “None”.
❑ Front Presence
Bepaalt of de voorste aanwezigheidsluidsprekers zijn aangesloten.
Instellingen
❑ Rear Presence
Bepaalt of de achterste aanwezigheidsluidsprekers zijn aangesloten.
Instellingen
• Deze instelling is niet beschikbaar als “Surround” of “Front Presence” is ingesteld op “None”.
❑ Subwoofer 1, Subwoofer 2
Bepaalt of een subwoofer op de SUBWOOFER 1- en SUBWOOFER 2-aansluiting is
aangesloten en wat de fase ervan is.
Instellingen
• Als het basgeluid niet of onduidelijk wordt weergegeven, schakelt u de fase van de subwoofer om.
Large
Selecteer deze optie voor grote luidsprekers.
De surroundluidsprekers produceren alle frequentiecomponenten van het
surroundkanaal.
Small (standaard)
Selecteer deze optie voor kleine luidsprekers.
De subwoofer of voorste luidsprekers produceren de laagfrequente
componenten van het surroundkanaal die lager zijn dan de opgegeven
crossover-frequentie (standaard: 80 Hz).
None
Selecteer deze optie als er geen achterste surroundluidsprekers zijn
aangesloten.
De voorste luidsprekers produceren het geluid van het surroundkanaal.
Virtual CINEMA DSP werkt wanneer u een geluidsprogramma selecteert.
Large x1
Selecteer deze optie wanneer er één grote luidspreker is aangesloten.
De achterste surroundluidspreker produceert alle frequentiecomponenten
van het achterste surroundkanaal.
Large x2
Selecteer deze optie als er twee grote luidsprekers zijn aangesloten.
De achterste surroundluidsprekers produceren alle frequentiecomponenten
van het achterste surroundkanaal.
Small x1
Selecteer deze optie wanneer er één kleine luidspreker is aangesloten.
De subwoofer of voorste luidsprekers produceren de laagfrequente
componenten van het achterste surroundkanaal die lager zijn dan de
opgegeven crossover-frequentie (standaard: 80 Hz).
Small x2 (standaard)
Selecteer deze optie als er twee kleine luidsprekers zijn aangesloten.
De subwoofer of voorste luidsprekers produceren de laagfrequente
componenten van het achterste surroundkanaal die lager zijn dan de
opgegeven crossover-frequentie (standaard: 80 Hz).
None
Selecteer deze optie als er geen achterste surroundluidsprekers zijn
aangesloten.
De surroundluidsprekers produceren het geluid van het achterste kanaal.
Use (standaard)
Selecteer deze optie als er voorste aanwezigheidsluidsprekers zijn
aangesloten.
None
Selecteer deze optie als er geen voorste aanwezigheidsluidsprekers
zijn aangesloten.
Use (standaard)
Selecteer deze optie als er achterste aanwezigheidsluidsprekers zijn
aangesloten.
None
Selecteer deze optie als er geen achterste aanwezigheidsluidsprekers
zijn aangesloten.
Use
Normal
(standaard)
Selecteer deze optie als er een subwoofer is aangesloten op de
SUBWOOFER 1- of SUBWOOFER 2-aansluiting (fase niet omgekeerd).
De subwoofer produceert geluid van het LFE-kanaal (lagefrequentie-effect)
en lagefrequentiecomponenten van andere kanalen.
Reverse
Selecteer deze optie als er een subwoofer is aangesloten op de SUBWOOFER
1- of SUBWOOFER 2-aansluiting (fase omgekeerd). De subwoofer produceert
geluid van het LFE-kanaal (lagefrequentie-effect) en
lagefrequentiecomponenten van andere kanalen.
None
Selecteer deze optie als er geen subwoofer is aangesloten op de
SUBWOOFER 1- of SUBWOOFER 2-aansluiting. De voorste luidsprekers
produceren geluid van het LFE-kanaal (lagefrequentie-effect) en
lagefrequentiecomponenten van andere kanalen als zowel “Subwoofer 1”
als “Subwoofer 2” zijn ingesteld op “None“.