Operation Manual

6. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen eindo-
verbrengingsolie, breng dan de olie-
vuldop aan en zet deze vast.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor
dat geen vreemde materialen in
het eindoverbrengingshuis
terechtkomen. Zorg ervoor dat
geen olie op de band of het wiel
terechtkomt.
[DWA11311]
7. Controleer het
eindoverbrengingshuis op
olielekkage. Zoek in geval van
lekkage naar de oorzaak.
DAUS1200
Koelvloeistof (CS50Z)
Voor iedere rit moet het koelvloeistof-
niveau worden gecontroleerd. Ook
moet de koelvloeistof worden ver-
verst volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
DAUM2102
Controleren van het
koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat
bij het controleren van het koelvloeis-
tofniveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau
via het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan het
stroomlijnpaneel A. (Zie pagina 6-6).
4. Open de dop van het koelvloeistofre-
servoir, en vul koelvloeistof bij tot aan
de merkstreep voor maximumniveau.
WAARSCHUWING! Verwijder alle-
en de dop van het koelvloeistofre-
servoir. Probeer nooit om de radia-
torvuldop te verwijderen als de
motor koud is.
[DWA15161]. LET OP: Als
MAX
MIN
2
3
1
Aanbevolen
eindoverbrengingsolie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid:
0,11 L (0,12 US qt, 0,10 Imp.qt)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Página 46
COR-2AD-F8199-D0.indd 46 22/05/12 08:23