Operation Manual
47
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
L4
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
14 1512 L116 L3L2
Multi Play Mode
Part 1-16
Performance Mode
Layer 1-4
SYSTEM EFFECT
Reverb Effect
Chorus Effect
Variation Effect
Can be used as either System
or Insertion effect.
VXeGtFNg˘CT[VGtFNg
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
100
LEVEL
Insertion Effect Insertion Effect
SYSTEEM EFFECT
Kan gebruikt worden als Sys-
teem- en als Insertie effect
Insertie EffectInsertie Effect
APPENDIX
Digitale Effecten
De CS1x bevat drie onafhankelijke digitale effect units; Reverb, Chorus en Variation, die op verschillende
manieren kunnen worden toegepast op de voices, waardoor het geluid op allerlei manieren geprocesseerd
kan worden. In de Performance mode kunt u de Reverb, Chorus en Variation effect types selecteren, en extra
parameters van het Variation effect instellen. In Multi Play mode kunnen System Exclusive (MIDI) data pro-
grammeren in een song/sequence (van een externe sequencer of computer) de verschillende CS1x effect
parameters wijzigen op bepaalde punten in de song, waarmee het geluid heel erg opgepoetst kan worden
en de song nog verrassender klinkt.
■ Type 1: Reverb
Reverb simuleert het geluid van verschillende omgevingen
door galm (ambiance) toe te voegen d.m.v. vertragingen en
reflecties. Er zijn 11 soorten Reverb (zie pag. 49).
■ Type 2: Chorus
Chorus creëert verschillende brede, ruimtelijk klinkende ef-
fecten die in het bijzonder dramatisch zijn in stereo. Er zijn 11
soorten Chorus effecten w.o. Chorus en Flanger (zie pag. 49).
■ Type 3: Variation
Variation is een speciale sectie met verschillende effecten w.o.
Reverb en Chorus, en vele andere die niet beschikbaar zijn
in de andere effect units zoals Distortion, Wah en Auto Pan.
Er zijn 43 soorten Variation effecten (zie pag. 49).
Systeem- en Insertie Effecten
De CS1x effect secties kunnen aangesteld worden als Sys-
teem- of Insertie effect. Reverb en Chorus zijn altijd Systeem
Effecten, hetgeen betekent dat ze op alle parts werken. Het
Variation effect kan aangesteld worden als systeem effect,
maar ook als insertie effect, hetgeen betekent dat hij wordt
ingezet op één, speciale part.
Feitelijk werken de effect units van de CS1x net als die op een
mengpaneel, zoals blijkt uit de illustratie hiernaast. Instru-
menten (lees: ‘parts’) kunnen worden voorzien van Systeem
effecten, die aangesloten zijn op verschillende kanalen op
het mengpaneel, waarbij de hoeveelheid effect wordt be-
paald door de kanaal “send” en systeem “return” knoppen.
Een insertie effect kan worden aangesloten (“ge-insert”) in
de signaal-baan van een bepaald kanaal om zodoende al-
leen het geluid van het betreffende instrument (lees: ‘Layer/
Part’) van effect te voorzien.
Bij de CS1x kan het insertie effect (Variation) in de Performance
mode worden toegewezen aan één of meer van de vier
Layers, terwijl hij in Multi Play mode alleen maar kan worden
toegewezen aan één enkele Part.
De Systeem- en Insertie effect configuraties kunnen in detail
worden bestuurd door XG song data (voorzien van de XG
markering) als de CS1x in Multi Play mode staat.
Performance Mode
Het diagram op de volgende bladzijde toont de signaal-baan
van de drie effecten als de CS1x in Performance mode staat.
In dit geval staat het Variation vast ingesteld als Insert effect.
De Variation Send On/Off switch 1 bepaalt welke Layers
voorzien worden van het Variation effect. De Performance
Layer Edit 4 menu EFFECT VARI SEND parameter zet het
Variation effect aan/uit voor de verschillende Layers (zie pag.
34).
De Variation effect wet/dry balans 2 bepaalt de verhou-
ding tussen het effect signaal (wet) en het droge (dry) sig-
naal. Het uiteindelijke Variation effect signaal wordt vervol-
gens naar het Reverb effect gestuurd via de Reverb send 3
en naar het Chorus effect via de Chorus send 4; het send
Chorus To Reverb 5 signaal kan vervolgens bestuurd wor-
den door de ASSIGN 1 knop. De Performance Layer Edit 4
menu EFFECT REV SEND 6 en CHO SEND 7 parameters be-
palen de respectievelijke Reverb en Chorus send niveaus die
wordt toegepast op de verschillende Layers (zie pag. 34).
Layers die uitgezet zijn en Parts 5 ~ 16 kunnen nog steeds
worden voorzien van Reverb en Chorus effecten.