Operation Manual

23
Om de arpeggiator te starten moet u op de ARPEGGIATOR
knop drukken om hem aan te zetten. Een [] markering ver-
schijnt in de LCD boven het woord “ARPEGGIATOR”.
TYPE: Stelt het type arpeggio in. U kunt kiezen uit 30 verschil-
lende soorten. Zie de Arpeggio Type Lijst in het “Data Lijst”
boek voor details over de verschillende soorten.
Arpeggio Hold
Met de Arpeggio Hold kunt u een akkoord aanslaan om de
Arpeggio te laten beginnen en uw hand optillen, waarna de
arpeggio door blijft spelen in een herhaaldelijke loop. Slaat u
een ander akkoord aan verandert de arpeggio mee.
Doe het volgende om de Arpeggio Hold functie te activeren:
1. Houd SHIFT ingedrukt en druk op ARPEGGIATOR. De
Arpeggiator indikator in de LCD gaat knipperen.
2. Sla een aantal akkoorden aan.
3. Druk nog eens op de ARPEGGIATOR om de Arpeggio te
stoppen.
Arpeggio Split
Als u SHIFT vasthoud en op de Parameter Waarde [UP] knop
drukt als de type parameter in de display staat, wordt de
Arpeggio Split functie actief, en verschijnt de letter S rechts
van het Arpeggiator type.
De Split functie splitst het toetsenbord vanaf C3 (aangege-
ven boven het toetsenbord met een ) en maakt het moge-
lijk om arpeggio’s voort te brengen met de lower (alles onder
C3) en melodieën met de upper (C3 en hoger).
Houd SHIFT vast en druk op de Parameter Waarde [DOWN]
knop om de Split functie te annuleren.
TEMPO: Om het tempo van de Arpeggio mee te regelen. Het
bereik is MIDI, 40 - 240.
Instellingen:
TEMPO: MIDI, 40 ~ 240 (beats per minute).
Om de Arpeggiator uit te zetten moet u nog een keer
op de ARPEGGIATOR knop drukken.
Als u het tempo van de Arpeggiator wilt synchro-
nizeren met die van een extern MIDI device moet u de TEMPO
parameter op MIDI zetten.
SUBDIVIDE: Bepaalt de algemene noot instelling (hoe fijn de
tempo instelling is verdeeld) van de Arpeggiator.
Instellingen:
PERFORM LEVEL
Hiermee stelt u het volume van de Performances in.
Instellingen:
PERFORM LEVEL (Performance Level): 0 ~ 127
EFFECT
Er zijn vijf effect parameters: REV TYPE (Reverb Type),
CHO TYPE (Chorus Type), VARI TYPE (Variation Type),
VARI PARAM (Variation Parameter) en VARI DATA
(Variation Data). Zie voor meer informatie over de ef-
fecten pag. 47.
Reverb Type Chorus Type
Variation Parameter
Variation Type
Variation Data
The letter "P" (Parameter) or "d"
(Data) displays to distinguish
between the Variation Parameter
and Variation Data screens.
De letter “P” (Parameter) of “d” (Data)
verschijnt zodat u onderscheid kunt
maken tussen de Variation Parame-
ter en Variation Data schermen.
REV TYPE (Reverb Type): Om het Reverb type in te stel-
len. Er zijn 11 soorten om uit te kiezen. Zie de Effect
Type Lijst op pag. 49 voor meer informatie over de ver-
schillende Reverb effecten.
CHO TYPE (Chorus Type): Om het Chorus type in te
stellen. Er zijn 11 soorten om uit te kiezen. Zie de Effect
Type Lijst op pag. 49 voor meer informatie over de ver-
schillende Chorus effecten.
VARI TYPE (Variation Type): Om het Variation type in
te stellen. Er zijn 43 soorten om uit te kiezen. Zie de
Effect Type Lijst op pag. 49 voor meer informatie over
de verschillende Variation effecten.
VARI PARAM (Variation Parameter): Selecteert de
Variation effect parameters. Parameters wijken af aan
de hand van het in VARI TYPE geselecteerde Variation
effect type.