Specifications
Table Of Contents
- Verbeterd realisme en natuurlijke expressie
- Paneelregelaars
- Het toetsenbord bespelen
- Opstellen
- Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskettes
- Omgaan met het USB-opslagapparaat (USB-flashgeheugen/diskette, enz.)
- Beknopte handleiding
- De demo's afspelen
- Handelingen in de basisdisplays
- Voices bespelen
- Oefenen met de songs
- Achtergrondpartijen spelen met de speelassistentietechnologie
- Begeleiding afspelen met de automatische begeleidingsfunctie (stijl afspelen)
- Ideale setups voor elke song oproepen - Music Finder
- Met afgespeelde songs meezingen (Karaoke) of met uw eigen spel
- Uw spel opnemen als audio (USB Audio Recorder)
- Basisbediening
- Voices gebruiken, creëren en bewerken
- De automatische begeleidingsstijlen gebruiken, maken en bewerken
- Stijlkarakteristieken
- Een type vingerzetting voor akkoorden selecteren
- Alleen de ritmekanalen van een stijl spelen
- Instellingen die betrekking hebben op het afspelen van stijl
- Instellingen voor splitpunt
- Het volume en de toonbalans van de stijl bewerken (MIXING CONSOLE)
- Handige Music Finder-functie
- Style Creator
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen - Registration Memory
- Songs gebruiken, creëren en bewerken
- Een microfoon gebruiken
- De Clavinova rechtstreeks verbinden met internet
- Het instrument verbinden met internet
- Toegang verkrijgen tot de speciale website
- Handelingen op de speciale website
- Door de display schuiven
- Koppelingen volgen
- Tekens invoeren
- Terugkeren naar de voorgaande webpagina
- Een webpagina vernieuwen/het laden van een webpagina annuleren
- Gegevens aanschaffen en downloaden
- Bladwijzers registreren van uw favoriete pagina's
- Over de internetinstellingsdisplay
- De homepage veranderen
- Internetinstellingen initialiseren
- Verklarende woordenlijst van internettermen
- Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een hoofdtelefoon gebruiken (1 [PHONES]-aansluitingen)
- Een microfoon of gitaar aansluiten (2 [MIC./LINE IN]- aansluiting)
- Audio- en videoapparaten aansluiten (345)
- Externe audioapparaten gebruiken voor het afspelen en opnemen (3 [AUX OUT]-aansluitingen, [AUX OUT (LEVEL FIXED)]-aansluitingen)
- Externe audioapparaten via de ingebouwde luidsprekers weergeven (4 [AUX IN]-aansluitingen)
- De display-inhoud via een externe monitor weergeven (5 [VIDEO OUT]- aansluiting, [RGB OUT]-aansluiting)
- De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken (6 [AUX PEDAL]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten (7 [MIDI]- aansluitingen)
- Een computer, USB-apparaat of internet aansluiten (789))
- Wat is MIDI?
- Wat u kunt doen met MIDI
- MIDI-instellingen
- Problemen oplossen
- CVP-409/407: Montage van de pianostandaard
- De diskdrive installeren (optioneel)
- Specificaties
- Index
- Overzicht van paneelknoppen

Het instrument gebruiken
met andere apparaten
CVP-409/407 Gebruikershandleiding
193
De functies Sostenuto en Portamento hebben geen invloed op de Organ Flute-voices, zelfs niet als ze zijn toegewezen aan
de voetpedalen.
Aanpasbare parameters voor de verschillende functies
De volgende parameters komen overeen met de knoppen [2
π†
]–[8
π†
]. De beschikbaarheid van de parameters is
afhankelijk van het geselecteerde regeltype. Als bijvoorbeeld SUSTAIN is geselecteerd als het type, verschijnen de parameters
'HALF PEDAL POINT', 'RIGHT 1', 'RIGHT 2' en 'LEFT' automatisch in de display.
TAP TEMPO Gelijk aan de de knop [TAP TEMPO].
SYNCHRO START Gelijk aan de knop [SYNC START].
SYNCHRO STOP Gelijk aan de knop [SYNC STOP].
INTRO1–3 Gelijk aan de knoppen [INTRO I–III].
MAIN A–D Gelijk aan de knoppen [MAIN VARIATION A–D].
FILL DOWN Hiermee wordt een fill-in gespeeld, die automatisch wordt gevolgd door de MAIN-
sectie van de knop direct links hiervan.
FILL SELF Hiermee wordt een fill-in gespeeld.
FILL BREAK Hiermee wordt een break gespeeld.
FILL UP Hiermee wordt een fill-in gespeeld, die automatisch wordt gevolgd door de MAIN-
sectie van de knop direct rechts hiervan.
ENDING1–3 Gelijk aan de knop [ENDING/rit. I–III].
FADE IN/OUT Hiermee schakelt u de functie Fade In/Fade Out in en uit.
FINGERED/FING ON BASS Het pedaal schakelt beurtelings tussen de Fingered- en On Bass-modi (pagina 107).
BASS HOLD Terwijl het pedaal wordt ingedrukt, wordt de basnoot van de begeleidingsstijl
vastgehouden, zelfs als het akkoord wordt gewijzigd tijdens het afspelen van stijl.
Als de vingerzetting is ingesteld op 'AI FULL KEYBOARD', werkt de functie niet.
PERCUSSION Het pedaal speelt een percussie-instrument dat is geselecteerd met de knoppen
[4
π†
]–[8
π†
]. U kunt het toetsenbord gebruiken om het gewenste percussie-
instrument te selecteren.
DUAL ON/OFF Hetzelfde als de PART ON/OFF [DUAL (RIGHT2)] knop.
SPLIT ON/OFF Gelijk aan de knop PART ON/OFF [SPLIT (LEFT)].
OTS+ Hiermee wordt de volgende One Touch Setting opgeroepen.
OTS– Hiermee wordt de vorige One Touch Setting opgeroepen.
SONG, STYLE, MIC, LEFT, RIGHT1,
RIGHT2
Hiermee worden de gedeelten aangegeven die worden beïnvloed door het pedaal.
HALF PEDAL POINT* U kunt aangeven hoe ver u het pedaal moet indrukken, voordat het dempereffect
(pagina 192) begint te werken.
DEPTH Bepaalt de diepte van het pedaaleffect.
UP/DOWN Als GLIDE of PITCH BEND is geselecteerd, wordt hiermee bepaald of de toonhoogte
omhoog gaat of omlaag.
RANGE Als GLIDE of PITCH BEND is geselecteerd, wordt hiermee het bereik bepaald van de
toonhoogtewijziging in halve noten. Gekoppeld aan de instelling bij Mixing Console
→ Pitch Bend Range (pagina 90).
ON SPEED Als GLIDE is geselecteerd, wordt hiermee de snelheid bepaald van de
toonhoogtewijziging wanneer het pedaal wordt ingedrukt.
OFF SPEED Als GLIDE is geselecteerd, wordt hiermee de snelheid bepaald van de
toonhoogtewijziging wanneer het pedaal wordt losgelaten.
KIT Als PERCUSSION is toegewezen aan het pedaal, worden alle beschikbare drumkits hier
getoond. Zo kunt u de bepaalde drumkit selecteren die u wilt gebruiken voor het
pedaal.
PERCUSSION Als PERCUSSION is toegewezen aan het pedaal, worden alle geluiden van de
geselecteerde drumkit (bij KIT hiervoor) hier getoond. Dit bepaalt het specifieke
instrumentgeluid dat wordt toegewezen aan het pedaal.
OPMERKING
De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken (aansluiting [AUX PEDAL])










