Specifications

Table Of Contents
De automatische begeleidingsstijlen gebruiken, maken en bewerken
Style Creator
CVP-409/407 Gebruikershandleiding
122
Opnamekanalen kunnen worden veranderd in de tab 1–16 van de Song Creator;
dit is echter niet het geval in de Style Creator. Selecteer het opnamekanaal in de
tab BASIC.
• In de Style Creator kunnen de kaneelgegevens worden ingevoerd en kunnen
systeemexclusieve gegevens worden bewerkt (wissen, kopiëren of verplaatsen).
U kunt schakelen tussen de twee door op de knop F] te drukken. Akkoordgegevens,
songtekstgegevens en systeemexclusieve gegevens kunnen echter niet worden
ingevoerd.
Style Assembly (ASSEMBLY)
Met Style Assembly (stijlen samenstellen) kunt u een enkele stijl maken door de
verschillende patronen (kanalen) te mengen vanuit bestaande interne stijlen.
1 Selecteer de basisstijl en roep vervolgens de display op voor stijlen
samenvoegen.
De procedurestappen zijn gelijk aan de stappen 1–4 in 'Realtime recording'
(pagina 119). Selecteer bij stap 4 de tab ASSEMBLY.
2 Selecteer de gewenste sectie (Intro, Main, Ending, enz.) voor uw
nieuwe stijl.
Roep de display SECTION op door op een van de sectieknoppen ([INTRO]/
[MAIN]/[ENDING], enz.) op het paneel te drukken. Ga desgewenst naar een
andere sectie met de knoppen [6
π†
]/[7
π†
] en voer de handeling voor
de selectie uit door te drukken op de knop [8
π
] (OK).
3 Selecteer het kanaal waarvoor u het patroon wilt vervangen met de
knoppen [A]–[D] en [F]–[I]. Roep de display voor stijlselectie op door
nogmaals op dezelfde knop te drukken. Selecteer de stijl met het
patroon dat u wilt vervangen in de display voor stijlselectie.
Als u wilt terugkeren naar het vorige scherm, drukt u op de knop [EXIT]
nadat u de stijl hebt geselecteerd.
4
Selecteer de gewenste sectie van de geïmporteerde nieuwe stijl (in
stap 3 hiervoor gekozen) met de knoppen [2ππ
ππ
]/[3ππ
ππ
] (SECTION).
5 Selecteer het gewenste kanaal voor de sectie (in stap 4 hiervoor
gekozen) met de knoppen [4
ππ
ππ
]/[5
ππ
ππ
] (CHANNEL).
6 Herhaal de stappen 3–5 hiervoor om de patronen van andere kanalen
te vervangen.
7
Druk op de knop [J] (SAVE) om de display voor stijlselectie op te roepen
en sla de gegevens vervolgens op vanuit deze display (pagina 69).
U kunt SECTION INTRO 4/
ENDING 4 niet rechtstreeks via
de paneelbewerking selecteren.
LET OP
De opgenomen stijl gaat
verloren als u van stijl
verandert of als u het
instrument uitzet zonder de
opslaghandeling uit te voeren
(pagina 69).
Sectie-display
Hier worden de kanalen aangegeven
waaruit de sectie bestaat.