WorkCentre® 6400 Color Multifunction Printer WorkCentre 6400 User Guide ® English Français Guide d'utilisation Svenska Användarhandbok Polski Przewodnik użytkownika Italiano Guida dell'utente Dansk Betjeningsvejledning Magyar Felhasználói útmutató Deutsch Benutzerhandbuch Norsk Brukerhåndbok Русский Руководство пользователя Español Guía del usuario Suomi Käyttöopas Türkçe Kullanıcı Kılavuzu Português Guia do usuário Čeština Uživatelská příručka Ελληνικά Εγχειρίδιο χρήστη Nede
Copyright © 2009 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoudsopgave 1 Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Laserveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Netsnoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Telefoonsnoer . . . . . . . . . . . . . . . .
De printerdrivers installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Een printerdriver kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 De driver installeren voor Windows 2000 of nieuwer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 De driver installeren voor Macintosh OS X 10.3 en nieuwer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Invoegingen afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Omslagen afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Afwijkende documentpagina's afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Kenmerken van afwijkende documentpagina's opgeven - Windows . . . . . . . . . . . . . .
Faxopties selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119 2-zijdig afdrukken instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119 Faxresolutie instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119 Origineelsoort selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Scannen naar basismap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .154 Scanopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .155 Geavanceerde scanopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .155 8 Onderhoud Onderhoud en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen met de afdrukkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .205 Ingebouwde hulpprogramma's gebruiken voor het oplossen van problemen. . . . . . .205 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .207 Problemen met kopiëren en scannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .218 Faxproblemen. . . . . . . . . . . . . .
Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .237 Verenigde Staten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .237 Canada . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .238 Europe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit op pagina 12 • Veiligheid bij de bediening op pagina 14 • Veiligheid bij het onderhoud op pagina 16 • Productsymbolen op pagina 17 De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer.
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit Waarschuwing: Duw geen voorwerpen (waaronder paperclips of nietjes) in de sleuven en openingen van het apparaat. Aanraking van een voltagepunt of kortsluiting van een onderdeel kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Waarschuwing: Verwijder geen kleppen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies heeft ontvangen om dit te doen.
Veiligheid • Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard. Waarschuwing: Voorkom de kans op elektrische schokken door ervoor te zorgen dat het apparaat goed is geaard. Apparaten die gebruikmaken van elektriciteit kunnen gevaarlijk zijn bij onjuist gebruik. • • • • Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos. Controleer of het apparaat is aangesloten op een stopcontact met de juiste voedingsspanning.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening Uw apparaat en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen. Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw apparaat. Locatie van het apparaat • • • • • • • • Blokkeer of bedek de sleuven of openingen van het apparaat niet.
Veiligheid Printerverbruiksartikelen • • Gebruik de verbruiksartikelen die specifiek voor de printer zijn ontworpen. Gebruik van ongeschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en gevaarlijke situaties. Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die staan aangegeven op of geleverd worden bij apparaat, opties en toebehoren. Voorzichtig: Het gebruik van niet-Xerox-verbruiksartikelen wordt afgeraden.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • 16 Voer geen onderhoudsprocedures uit die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij uw apparaat wordt geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Reinig alleen met een droge, pluisvrije doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox-recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Productsymbolen Symbool Beschrijving Waarschuwing of Voorzichtig: Het negeren van deze waarschuwing kan ernstig letsel of zelfs overlijden tot gevolg hebben. Het negeren van deze waarschuwing kan persoonlijk letsel of schade aan het apparaat veroorzaken. Heet oppervlak op of in het apparaat. Ga voorzichtig te werk om lichamelijk letsel te voorkomen. Raak geen onderdelen aan met dit symbool. Hierdoor kunt u gewond raken. Verbrand het item niet. Heet oppervlak.
Veiligheid 18 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding
2 Functies In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderdelen van de printer op pagina 20 • Printerconfiguraties op pagina 22 • Bedieningspaneel op pagina 24 • Toegang voor de beheerder op pagina 28 • Meer informatie op pagina 29 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding 19
Functies Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Vooraanzichten op pagina 20 • Aanzicht achterzijde links op pagina 21 • Interne onderdelen op pagina 21 Vooraanzichten 6 5 4 3 2 7 1. Lade 2 2. Voordeur 3. Bedieningspaneel 4. Opvangbak 5. Glasplaat 6. AOD 7. Lade 1 1. Lade 4 (optioneel) 2. Lade 3 (optioneel) 3. Deksel nieteenheid (rechterdeur afwerkeenheid) 4. Afwerkeenheid (optioneel) 5.
Functies Aanzicht achterzijde links 6 5 4 1 3 2 6400-008 1. Aan/uit-schakelaar 4. Interface-aansluiting extern apparaat 2. Netsnoeraansluiting 5. USB-aansluiting 3. Faxaansluiting (alleen 6400X en 6400XF) 6. Ethernet-aansluiting Interne onderdelen 1 4 5 2 Y 3 6 6400-151 1. Tonercassette x4 4. Fuser 2. Beeldverwerkingsmodule x4 5. Transferrol 3. Afvalcontainer 6.
Functies Printerconfiguraties • • • Standaardfuncties op pagina 22 Beschikbare configuraties op pagina 22 Productopties op pagina 23 Standaardfuncties De WorkCentre 6400 printer biedt vele voorzieningen om aan uw afdrukbehoeften te voldoen: • Kopieer-, afdruk- en scanmogelijkheden • Fax (alleen 6400X en 6400XF) • Maximale afdruksnelheid van 37 pagina's per minuut voor zwart/wit-afdrukken en 32 pagina's per minuut voor kleurenafdrukken (op gewoon papier van het formaat Letter) • 2400 x 600 dpi (Verbeterde
Functies Productopties De volgende opties zijn verkrijgbaar voor de WorkCentre 6400 printer. • AOD voor 500 vel: biedt extra papierinvoercapaciteit. Kan twee AOD's voor 500 vel stapelen om lade 3 en 4 toe te voegen. • Afwerkeenheid: biedt nietfunctie en extra uitvoercapaciteit. • Onderstel: biedt opslagruimte voor verbruiksartikelen. Heeft zwenkwielen en verlengstukken zodat u het bedieningspaneel van de printer op de juiste hoogte kunt brengen.
Functies Bedieningspaneel In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Indeling van het bedieningspaneel op pagina 24 • Informatiepagina's op pagina 27 Indeling van het bedieningspaneel Log In/Out Services Home Help ABC Features Job Status DEF 1 2 3 GHI JKL MNO 4 5 6 PRS TUV WXY 7 8 9 0 # Clear All Interrupt Printing Dial Pause * Machine Status // Language C Stop Start 6400-010 Links Midden Rechts • • • • • • Knoppen en weergave aanraakscherm • • • • •
Functies Linkerkant van het bedieningspaneel 1. 1 2 3 5 4 Druk op deze toets om terug te keren naar de startscherm van het bedieningspaneel. Deze toets kan door de systeembeheerder of uzelf worden ingesteld op het door u gewenste startscherm. Services Home Features 2. Functies Druk op deze toets voor toegang tot de functies (zoals kopiëren, scannen en faxen) op het scherm van het bedieningspaneel. Job Status Machine Status Language Startpagina Functies 3.
Functies Rechterkant van het bedieningspaneel 3 2 4 Log In/Out 1 Help ABC DEF 1 2 3 GHI JKL MNO 4 5 6 PRS TUV WXY 7 8 9 5 Clear All Interrupt Printing 7 Dial Pause * 0 // C 6 Stop # Start 8 6400-013 1. 2. Alfanumerieke toetsen Aan-/afmelden Voor toegang tot functies die met een toegangscode zijn beveiligd, drukt u op deze toets en voert u de gebruikersnaam en de toegangscode in via het aanraakscherm. Druk nogmaals op deze toets om u af te melden. 3. 6.
Functies Informatiepagina's Op de interne harde schijf van de printer staat een afdrukbare set informatiepagina's opgeslagen. De informatiepagina's bieden hulp bij het gebruik van de kopieer-, fax- en scanfuncties en verschaffen referentie-informatie over uw printer en de huidige configuratie. Een informatiepagina afdrukken: 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Apparaatstatus. 2. Selecteer het tabblad Informatiepagina's aan de rechterkant van het tabblad Apparaatstatus. 3.
Functies Toegang voor de beheerder Nadat de printer is ingeschakeld, verschijnt er een startwizard die u vraagt een toegangsniveau te kiezen. U kunt kiezen uit Vergrendeld of Ontgrendeld. Als u Vergrendelde - toegang beperkt selecteert, moet u als systeembeheerder zijn aangemeld voor toegang tot bepaalde instellingen. Als u Ontgrendeld - toegang geopend selecteert, zijn alle instellingen toegankelijk voor alle gebruikers.
Functies Meer informatie De volgende koppelingen verschaffen meer informatie over de verschillende mogelijkheden van uw printer. Informatie Bron Installatiehandleiding Geleverd bij de printer Handleiding voor snel gebruik Geleverd bij de printer Gebruikershandleiding (PDF) CD-ROM Software and Documentation (cd-rom met software en documentatie) www.xerox.com/office/WC6400docs Snelstarthandleidingen www.xerox.com/office/WC6400docs Zelfstudievideo's www.xerox.
Functies Xerox Center voor klantenondersteuning Het Xerox Center voor klantenondersteuning biedt toegang tot de volgende informatie: • Gebruikershandleidingen en zelfstudievideo's • Oplossingen voor problemen • Status van de printer en verbruiksartikelen • Verbruiksartikelen bestellen en recyclen • Antwoorden op veelgestelde vragen • Standaardinstellingen printerdriver Opmerking: U kunt het hulpprogramma Xerox Center voor klantenondersteuning installeren vanaf de Xerox-website Drivers & Downloads www.
Eenvoudige netwerktaken 3 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Een verbindingsmethode kiezen op pagina 32 • IP-adres toekennen aan de printer op pagina 33 • De printerdrivers installeren op pagina 35 Zie ook: Online Support-assistent op www.xerox.
Eenvoudige netwerktaken Een verbindingsmethode kiezen U kunt uw printer via het netwerk of via USB aansluiten. • Verbinding maken met een printer op een netwerk op pagina 32 • Verbinden via USB op pagina 32 Vereisten van besturingssysteem • • PC: Windows Vista, XP, 2000, Windows Server 2003 of nieuwer. Macintosh: OS X, versie 10.3 of nieuwer.
Eenvoudige netwerktaken IP-adres toekennen aan de printer De computer kan pas met de printer op een netwerk communiceren als er een uniek IP-adres is toegekend aan de printer. Startpagina Snelle configuratie openen Startpagina Snelle configuratie is een hulpprogramma waarmee u de printer vanaf het bedieningspaneel kunt instellen. Opmerking: Als de printer voor het eerst wordt ingeschakeld, moet u op het printerscherm de datum en tijd instellen en standaardpapierformaten selecteren.
Eenvoudige netwerktaken 3. Selecteer een methode voor het toekennen van het IP-adres. • Als u het IP-adres automatisch wilt laten toekennen via DHCP, gaat u als volgt te werk: a. Selecteer IP-adres ophalen bij een DHCP-server en selecteer daarna Volgende. b. De verkregen TCP/IP-instellingen worden weergegeven op het scherm. c. Als de DHCP-server geen automatisch IP-adres heeft kunnen toekennen, neemt u contact op met de systeembeheerder. d. Selecteer Volgende om door te gaan.
Eenvoudige netwerktaken De printerdrivers installeren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een printerdriver kiezen op pagina 35 • De driver installeren voor Windows 2000 of nieuwer op pagina 36 • De driver installeren voor Macintosh OS X 10.3 en nieuwer op pagina 38 • De driver installeren (UNIX/Linux) op pagina 39 Een printerdriver kiezen Als u speciale afdrukopties wilt gebruiken, moet u een Xerox-printerdriver installeren.
Eenvoudige netwerktaken De driver installeren voor Windows 2000 of nieuwer Voorbereidende stappen Voordat u een printerdriver installeert, moet u eerst de volgende stappen uitvoeren: 1. Controleer of de printer is aangesloten op de netspanning, is ingeschakeld en is aangesloten op een actief netwerk. 2. Controleer of de printer netwerkgegevens ontvangt door de LED’s op de achterzijde van de printer, bij de Ethernet-kabelaansluiting (RJ45), te bekijken.
Eenvoudige netwerktaken 7. Klik op Voltooien. Het venster TCP/IP-printerpoort wordt afgesloten en het venster Fabrikanten/Printers wordt weergegeven. 8. Klik op Schijf, klik op Bladeren en blader naar de locatie van het .inf-bestand van de printer. 9. Klik op Openen en klik daarna op OK. 10. Selecteer de printer in de lijst en klik daarna op Volgende. 11. Voer een naam in voor de printer. 12. Selecteer of u de printer wel of niet als standaardprinter wilt gebruiken en klik daarna op Volgende. 13.
Eenvoudige netwerktaken De driver installeren voor Macintosh OS X 10.3 en nieuwer Installeer de printer met behulp van Bonjour, Rendezvous, USB of een LPD/LPR-verbinding. De drivers installeren - netwerkverbinding De printerdriver installeren: 1. Plaats de CD-ROM Software and Documentation (cd-rom met software en documentatie) in het cd-rom-station. Als de CD-ROM Software and Documentation (cd-rom met software en documentatie) niet beschikbaar is, kunt u de nieuwste driver downloaden via www.xerox.
Eenvoudige netwerktaken De driver installeren (UNIX/Linux) Uw printer kan via de netwerkinterface op verschillende UNIX-platforms worden gebruikt. Deze versie van CentreWare Internetservices for UNIX/Linux ondersteunt een netwerkverbinding van de printer met de volgende werkstations: • Sun Solaris • IBM AIX • Hewlett-Packard HP-UX • Linux (i386) • Linux (PPC) Zie ook: System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.
Eenvoudige netwerktaken CentreWare Internetservices CentreWare Internetservices biedt gebruikers een eenvoudige interface voor het beheren, configureren en controleren van een netwerkprinter en het ophalen van gescande documenten van uw bureaublad via de geïntegreerde webserver van de printer. CentreWare Internetservices biedt systeembeheerders op eenvoudige wijze toegang tot printerstatus, configuratie, beveiligingsinstellingen en diagnostische functies.
4 Afdrukken In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken - overzicht op pagina 42 • Ondersteunde media op pagina 43 • Media plaatsen op pagina 46 • Afdrukken op speciale media op pagina 57 • Afdrukopties selecteren op pagina 60 • Op beide zijden van het papier afdrukken op pagina 65 • Papiersoort selecteren voor gebruik op pagina 67 • Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1) op pagina 68 • Katernen afdrukken op pagina 69 • Kleurcorrecties gebruiken op pagina 70 • Afd
Afdrukken Afdrukken - overzicht 1. Selecteer de gewenste media. 2. Plaats media in de lade en geef daarna het formaat, de kleur en de soort aan op het bedieningspaneel van de printer. 3. Open de afdrukinstellingen in uw software-applicatie (CTRL+P in Windows, CMD+P op een Macintosh voor de meeste software-applicaties). 4. Selecteer uw printer in de lijst. 5. Open de printerdriverinstellingen door Eigenschappen of Voorkeuren (Windows), Xerox-toepassingen voor Macintosh te selecteren.
Afdrukken Ondersteunde media In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) op pagina 43 • Algemene richtlijnen voor het plaatsen van papier op pagina 44 • Papiersoorten die de printer kunnen beschadigen op pagina 44 • Richtlijnen voor papieropslag op pagina 45 Uw printer is ontworpen voor gebruik met verschillende papiersoorten. Volg de richtlijnen in dit gedeelte voor de beste afdrukkwaliteit en ter voorkoming van papierstoringen.
Afdrukken Algemene richtlijnen voor het plaatsen van papier Volg de onderstaande richtlijnen bij het plaatsen van papier en andere media in de juiste laden: • Gebruik alleen aanbevolen Xerox-transparanten. Bij andere transparanten kan de afdrukkwaliteit variëren. • Druk niet af op etiketvellen waarop etiketten ontbreken. • Gebruik alleen papieren enveloppen. Bedruk enveloppen alleen op één kant. • Leg niet te veel papier in de laden. • Pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
Afdrukken Richtlijnen voor papieropslag Het creëren van goede opslagomstandigheden voor uw papier en andere media draagt bij aan optimale afdrukresultaten. • Bewaar papier in een donkere, koele en relatief droge ruimte. Het meeste papier kan beschadigd raken door ultraviolet (UV) en zichtbaar licht. Vooral UV-straling, die wordt gegenereerd door de zon en tl-lampen, is heel schadelijk voor papier. • Blootstelling van het papier aan zichtbaar licht moet zo veel mogelijk worden voorkomen.
Afdrukken Media plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papier in lade 1 plaatsen op pagina 46 • Enveloppen plaatsen op pagina 49 • Papier plaatsen in lade 2, 3 of 4 op pagina 53 Selecteer de juiste lade, afhankelijk van de media die u wilt gebruiken. Lade 1 kan voor de meeste papiersoorten en -formaten worden gebruikt. Lade 2 kan alleen voor papier van het formaat Letter of A4 worden gebruikt, en lade 3 alleen voor papier van het formaat Letter, Legal, Executive en A4.
Afdrukken Papier of andere media in lade 1 plaatsen: 1. Open lade 1 door de lade naar buiten te trekken en het verlengstuk van de lade te openen. 1 2 6400-020 2. Pas de papiergeleiders aan.
Afdrukken 3. Druk op het midden van de papierliftplaat totdat deze op zijn plaats vastklikt. 6400-022 4. Plaats papier, transparanten of speciale media in de lade. Briefhoofdpapier moet in de juiste richting in de lade worden geplaatst. • 1-zijdig afdrukken: plaats de te bedrukken zijde omlaag, waarbij de onderkant van het papier als eerste in de printer wordt ingevoerd.
Afdrukken Enveloppen plaatsen Enveloppen kunnen alleen in lade 1 worden geplaatst. Enveloppen in lade 1 plaatsen: 1. Zorg dat lade 1 is gesloten. 2. Til de hendel aan de rechterkant van de printer op om de rechterzijdeur te openen. 6400-027 Waarschuwing: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Wees voorzichtig om letsel te voorkomen.
Afdrukken 3. Wijzig aan de linker- en rechterkant van de fuser de fuserstand (grijze knoppen) van Gewoon papier naar Envelop. 6400-028 4. Sluit de rechterzijdeur.
Afdrukken 5. Open lade 1 door de lade naar buiten te trekken en het verlengstuk van de lade te openen. 1 2 6400-020 6. Druk op het midden van de papierliftplaat totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Afdrukken 7. Plaats maximaal 10 enveloppen met de klep naar boven in lade 1. Plaats enveloppen die de klep aan de lange kant hebben, met de klep naar de rechterkant van lade 1. Opmerking: Om kreukels en papierstoringen te voorkomen, moet u de enveloppen goed naar beneden duwen zodat ze luchtvrij zijn en de vouwen van de kleppen goed aangedrukt zijn.
Afdrukken Papier plaatsen in lade 2, 3 of 4 Lade 2, 3 en 4 zijn geschikt voor: • Normaal papier • Geperforeerd papier • Briefhoofdpapier • Kringlooppapier • Voorbedrukt papier Lade 2 kan alleen voor papier van het formaat Letter of A4 worden gebruikt. Lade 3 en 4 kunnen voor papier van het formaat Letter, A4, JIS B5, US Folio, Executive en Legal worden gebruikt. In lade 2, 3 of 4 kunnen maximaal 500 vellen gewoon papier (bankpostpapier van 20 lb.) worden geplaatst.
Afdrukken 2. Duw de papiergeleiders tegen de zijkant van de vellen papier (indien nodig). • Lade 2: Lengtegeleider: knijp de zijkanten van de geleider in en til de geleider uit de lade. Plaats de geleider zodanig in de gaatjes in de lade, dat de geleider is uitgelijnd met het gewenste papierformaat (aangegeven op de bodem van de lade) en laat de zijkanten daarna los.
Afdrukken 4. Plaats papier in de lade. Briefhoofdpapier moet in de juiste richting in de lade worden geplaatst. • 1-afdrukken: plaats de te bedrukken zijde omhoog, waarbij de bovenkant van de pagina naar de linkerkant van de lade wijst. • 2-zijdig afdrukken: plaats zijde 1 met de beeldzijde omlaag, waarbij de bovenkant van de pagina naar de rechterkant van de lade wijst. 6400-039 6400-040 Opmerking: Plaats geen papier of media boven de maximale vullijn die in de lade wordt aangegeven.
Afdrukken 5. Duw de lade helemaal in de printer. 6400-041 6. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer het papierformaat, de papiersoort en de papierkleur en selecteer daarna Bevestigen.
Afdrukken Afdrukken op speciale media In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Afdrukken op transparanten op pagina 57 • Afdrukken op enveloppen op pagina 58 • Afdrukken op etiketten op pagina 58 • Afdrukken op glanspapier op pagina 59 • Afdrukken op papier van aangepast formaat op pagina 59 Afdrukken op transparanten Transparanten kunnen alleen vanuit lade 1 worden bedrukt. Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend aanbevolen Xerox-transparanten.
Afdrukken Afdrukken op enveloppen Druk enveloppen uitsluitend af vanuit lade1. Richtlijnen • • • • • • Correct afdrukken op enveloppen is vooral afhankelijk van de kwaliteit en de samenstelling van de enveloppen. Probeer eventueel een ander merk enveloppen als u niet tevreden bent met het resultaat. Gebruik alleen papieren enveloppen die staan aangegeven in de Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) - www.xerox.com/paper (Verenigde Staten) of www.xerox.com/europaper (Europa).
Afdrukken • • • Bewaar etiketten niet in zeer droge of vochtige, of extreem warme of koude omgevingen. Als u ze in extreme omstandigheden bewaart, kunnen ze kwaliteitsproblemen veroorzaken of de printer laten vastlopen. Draai de stapel etiketvellen regelmatig om. Als etiketten erg lang zijn bewaard onder extreme omstandigheden, kunnen ze omkrullen en vastlopen in de printer. Selecteer in de printerdriver Etiketten als papiersoort of Lade 1 als papierbron.
Afdrukken Afdrukopties selecteren Afdrukopties, ook wel printerdriveropties genoemd, worden in Windows aangegeven als Voorkeursinstellingen voor afdrukken en in Macintosh als Xerox-toepassingen. Afdrukopties bestaan onder meer uit instellingen voor 2-zijdig afdrukken, pagina-opmaak en afdrukkwaliteit.
Afdrukken Afdrukopties voor Windows In de volgende tabel vindt u een lijst met afdrukopties per tabblad in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken: Tabblad Afdrukopties Papier/aflevering Opdrachttype Papierformaat, papierkleur, papiersoort en ladeselectie Scheidingsvellen transparanten 2-zijdig afdrukken Afdrukkwaliteit Nieten en afleveringsbestemming (als afwerkeenheid is geïnstalleerd) Speciale pagina's Voorbladen Invoegingen Afwijkende documentpagina's Opmaak/watermerk Pagina's per vel (
Afdrukken Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Standaardafdrukopties instellen voor Windows Als u vanuit een software-applicatie afdrukt, gebruikt de printer de afdrukinstellingen die in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken zijn aangegeven. U kunt veelgebruikte afdrukopties opgeven en deze opslaan, zodat u ze niet steeds hoeft te wijzigen als u afdrukt.
Afdrukken 2. Geef de set afdrukopties een naam en klik op OK. De set opties is nu opgeslagen en verschijnt in de lijst. De volgende keer dat u deze opties wilt gebruiken voor een afdrukopdracht, selecteert u simpelweg de naam in de lijst en klikt u op OK.
Afdrukken Set van veelgebruikte afdrukopties voor Macintosh opslaan U kunt een set opties opslaan en een naam geven, zodat u ze een volgende keer gemakkelijk kunt terugvinden en opnieuw gebruiken. Een set afdrukopties opslaan: 1. Selecteer de gewenste afdrukopties in de vervolgkeuzelijsten op het menuscherm Druk af. 2. Selecteer Bewaar als in het menu Instellingen om de set afdrukopties op te slaan en een naam te geven. 3. De set opties is nu opgeslagen en verschijnt in de lijst Instellingen.
Afdrukken Op beide zijden van het papier afdrukken • • • Richtlijnen voor 2-zijdig afdrukken op pagina 65 2-zijdig document afdrukken op pagina 66 Opties voor pagina-opmaak op pagina 66 Richtlijnen voor 2-zijdig afdrukken Een 2-zijdig document kan vanuit iedere op ondersteund papier worden afgedrukt.
Afdrukken 2-zijdig document afdrukken 1. Plaats papier in de lade. Leg briefhoofd in juiste richting: • Lade 1: plaats zijde 1 met de beeldzijde omhoog, waarbij de onderkant van het papier als eerste in de printer wordt ingevoerd. • Lade 2, 3 of 4: plaats zijde 1 met de beeldzijde omlaag, waarbij de bovenkant van de pagina naar de rechterkant van de lade wijst. 2. Selecteer 2-zijdig afdrukken in de afdrukopties (Voorkeursinstellingen voor afdrukken - Windows).
Afdrukken Papiersoort selecteren voor gebruik Als u een afdrukopdracht naar de printer verzendt, kunt u de printer automatisch het papier laten selecteren, gebaseerd op het door u geselecteerde documentformaat en de papiersoort. Ook kunt u de printer opdracht geven papier uit een bepaalde lade te gebruiken. De papiersoort selecteren: Windows 1. Selecteer in de printerdriver het tabblad Papier/aflevering. 2.
Afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1) Als u een document afdrukt dat uit meerdere pagina's bestaat, kunt u meer dan één pagina op een vel papier afdrukken. U kunt één, twee, vier, zes, negen of zestien pagina's op één zijde afdrukken. 1 2 3 4 Een document afdrukken dat uit meerdere pagina's bestaat: Windows 1. Selecteer het tabblad Opmaak/watermerk. 2. Selecteer de optie Pagina's per vel (N op 1). 3.
Afdrukken Katernen afdrukken Met behulp van 2-zijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een katern afdrukken. U kunt katernen afdrukken op elk papierformaat dat wordt ondersteund voor 2-zijdig afdrukken (duplex). De driver verkleint elk paginabeeld automatisch en drukt vier pagina's per vel af (twee pagina's op elke kant). De pagina's worden in de juiste volgorde afgedrukt, zodat u ze kunt vouwen en nieten om er een katern van te maken.
Afdrukken Kleurcorrecties gebruiken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Kleurcorrectie selecteren op pagina 70 • Kleuraanpassingen maken op pagina 70 • Geavanceerde kleuropties - overeenkomend met drukpers op pagina 71 • Automatische kleurcorrectie aanpassen op pagina 72 De opties van Kleurcorrectie bieden simulaties van verschillende kleurenapparaten. Automatisch is de standaardcorrectie voor algemene beeldverwerking. Zie de volgende tabel om te bepalen welke optie u wilt gebruiken.
Afdrukken Als u voor uw opdracht aanvullende kleuraanpassingen wilt maken, kunt u de volgende schuiftoetsen gebruiken: • Lichtheid: beweeg de schuiftoets naar rechts om de kleuren in de afdrukopdracht lichter te maken of naar links om de kleuren donkerder te maken. (Wit blijft wit en zwart blijft zwart.) • Verzadiging: beweeg de schuiftoets naar rechts om de kleurintensiteit te verhogen of naar links om de kleurintensiteit te verlagen, zonder de donkerheid te veranderen.
Afdrukken Automatische kleurcorrectie aanpassen Windows 1. Selecteer het tabblad Geavanceerd. 2. Selecteer Beeldopties en selecteer Kleurconfiguratie. 3. Selecteer Aangepast in het vervolgkeuzemenu Kleurconfiguratie. 4. Wijzig de instellingen van Aangepaste automatische kleurcorrectie en klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Afdrukken Afdrukken in zwart/wit Afdrukken in zwart/wit: Windows 1. Selecteer het tabblad Kleuropties. 2. Selecteer de optie Zwart/wit. Macintosh 1. Selecteer Xerox-toepassingen in het dialoogvenster Druk af en selecteer daarna de vervolgkeuzelijst Kleuropties. 2. Selecteer Zwart/wit.
Afdrukken Invoegingen afdrukken U kunt een invoeging (een scheidingsvel of tussenvel) invoegen na een afdrukopdracht, tussen exemplaren van een afdrukopdracht of tussen de afzonderlijke pagina's van een afdrukopdracht. Geef de lade op die voor de invoegingen moet worden gebruikt. invoegingen afdrukken: Windows 1. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 2. Selecteer de invoegoptie die u wilt gebruiken in het dialoogvenster Invoegingen toevoegen. 3. Selecteer de gewenste opties. Macintosh 1.
Afdrukken Omslagen afdrukken Een omslag is de eerste of de laatste pagina van een document. U kunt op de printer een andere papierbron selecteren voor de omslag dan voor de rest van een document. Gebruik bijvoorbeeld het briefhoofdpapier van uw bedrijf voor de eerste pagina van een document of zwaar papier voor de eerste en laatste pagina van een rapport. • U kunt elke willekeurige geschikte lade gebruiken als bron voor het afdrukken van omslagen.
Afdrukken Een omslag afdrukken: Windows 1. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 2. Klik op de toets Omslagen toevoegen. 3. Selecteer de omslagoptie en de lade die gebruikt moet worden in het dialoogvenster Omslagen toevoegen. Macintosh 1. Selecteer Omslag in het dialoogvenster Druk af. 2. Selecteer de optie Voor pagina of Na pagina. 3. Selecteer de gewenste Omslagsoort, standaard, geheim, vertrouwelijk, geheim, strikt geheim of openbaar. 4.
Afdrukken Afwijkende documentpagina's afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Kenmerken van afwijkende documentpagina's opgeven - Windows op pagina 77 • Kenmerken van afwijkende documentpagina's opgeven - Macintosh op pagina 78 U kunt op de printer de kenmerken opgeven van de pagina's in de afdrukopdracht, die andere instellingen hebben dan de rest van de afdrukopdracht. Kenmerken van afwijkende documentpagina's opgeven - Windows 1. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 2.
Afdrukken • • 2-zijdig afdrukken, langs korte kant omslaan: drukt de afwijkende documentpagina's op beide zijden van een vel papier af, waarbij de beelden zodanig worden afgedrukt dat de opdracht langs de korte kant van het papier kan worden ingebonden. Opdrachtinstellingen: geeft de papierkenmerken weer voor het merendeel van het document.
Afdrukken Schalen U kunt uw paginabeelden bij het afdrukken verkleinen of vergroten door een schalingswaarde tussen 25 en 400 procent te selecteren. De standaardinstelling is 100 procent. 50% 100% 200% Afdrukschaling instellen: Windows 1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering. 2. Klik op de toets rechts van het overzicht Papier en selecteer Ander formaat. 3. Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst Schaalopties. 4.
Afdrukken Watermerken afdrukken Een watermerk is aanvullende tekst die op een of meerdere pagina's kan worden afgedrukt. U kunt via een watermerk bijvoorbeeld termen als Concept en Vertrouwelijk toevoegen, die u anders zelf de pagina's zou moeten stempelen voordat u het document verspreidt. Met sommige Windows-printerdriver kunt u: • Een watermerk maken. • De tekst, kleur, locatie en hoek van een bestaand watermerk bewerken.
Afdrukken Macintosh 1. Selecteer Xerox-toepassingen in de vervolgkeuzelijst van het dialoogvenster Druk af. 2. Selecteer het tabblad Lay-out/watermerk. • Als u een bestaand watermerk wilt gebruiken, selecteert u het watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. • Als u het watermerk wilt bewerken, klikt u op de toets Bewerken om het dialoogvenster Watermerk maken/bewerken te openen. • Als u een nieuw watermerk wilt maken, selecteert u Nieuw en gebruikt u het dialoogvenster Watermerk maken/bewerken. 3.
Afdrukken Spiegelbeelden afdrukken U kunt pagina's als spiegelbeeld afdrukken (het beeld wordt bij het afdrukken horizontaal op de pagina's omgedraaid). Een spiegelbeeld afdrukken: Windows 1. Selecteer het tabblad Geavanceerd. 2. Selecteer Ja voor Gespiegelde aflevering bij Beeldopties. Macintosh 1. Selecteer Xerox-toepassingen in de vervolgkeuzelijst van het dialoogvenster Druk af. 2. Selecteer de vervolgkeuzelijst Geavanceerd. 3. Selecteer Ingeschakeld in de vervolgkeuzelijst Gespiegelde aflevering.
Afdrukken Aangepaste formaten maken en opslaan Er kan vanuit lade 1 op aangepaste papierformaten worden afgedrukt. U kunt de instellingen voor aangepast papierformaat in een ondersteunde printerdriver opslaan. Aangezien deze aangepaste formaten in het besturingssysteem van uw computer worden opgeslagen, kunt u ze selecteren in uw applicaties. Opmerking: Voor meer informatie over het plaatsen en afdrukken van aangepaste papierformaten, raadpleegt u Afdrukken op papier van aangepast formaat op pagina 59.
Afdrukken Bericht 'Voltooiing opdracht' U kunt aangeven of u een bericht wilt ontvangen wanneer uw opdracht is afgedrukt. Rechtsonder in het scherm van uw computer verschijnt een bericht met de naam van opdracht en de naam van de printer waarop de opdracht is afgedrukt. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar als de printer via een netwerk op uw computer is aangesloten. Bericht 'voltooiing opdracht' inschakelen: Windows 1. Klik onderaan een willekeurig tabblad op de toets Meer status. 2.
Afdrukken Speciale opdrachttypen afdrukken U kunt een van de volgende speciale opdrachttypen op het tabblad Papier/aflevering: • Beveiligde opdrachten afdrukken en verwijderen op pagina 85 • Proefafdruk maken op pagina 85 • Uitgesteld afdrukken op pagina 86 • Afdrukopdracht opslaan op de printer op pagina 86 • Een afdrukopdracht verzenden naar een faxapparaat op pagina 86 Opmerking: Als u een Macintosh gebruikt, selecteert u Xerox-toepassingen in de vervolgkeuzelijst en selecteert u daarna het Opdrachttype
Afdrukken De opdracht afdrukken of verwijderen op de printer 1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 2. Zoek het document op in de lijst met opdrachten. Selecteer de opdracht en druk op Vrijgeven om de resterende exemplaren af te drukken of druk op Verwijderen om de opdracht te verwijderen. Uitgesteld afdrukken De tijd instellen waarop de opdracht moet worden afgedrukt: 1. Selecteer Uitgestelde afdruk in het vervolgkeuzemenu Opdrachttype. 2.
5 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige kopieertaken op pagina 88 • Kopieeropties aanpassen op pagina 89 • Kopieerfuncties beheren op pagina 107 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding 87
Kopiëren Eenvoudige kopieertaken Kopieën maken: 1. Druk op de toets Alles wissen rechts op het bedieningspaneel om de instellingen van de vorige opdracht te wissen. 2. Plaats de originele documenten. Gebruik de glasplaat voor één kopie of de AOD voor meerdere pagina's. Opmerking: De AOD herkent alleen papier van het formaat A5, ISO B5, A4, Letter, Legal en Briefkaart. Pas de geleiders op de AOD aan het gebruikte papierformaat aan.
Kopiëren Kopieeropties aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Basisinstellingen op pagina 89 • Aanpassingen afdrukkwaliteit op pagina 92 • Opmaakaanpassingen op pagina 95 • Aanpassingen afleveringsformaat op pagina 98 • Geavanceerde kopieertaken op pagina 104 Basisinstellingen Gebruik het tabblad Kopiëren om de volgende basisinstellingen te wijzigen: • Kleurenkopieën of zwart/wit-kopieën selecteren op pagina 89 • Beeld verkleinen of vergroten op pagina 90 • Lade voor kopiëren
Kopiëren Als u de kopieën in tinten van één kleur wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk: a. Selecteer Meer. b. Selecteer Eén kleur in het venster Afdrukkleur. c. Selecteer een van de zes kleuropties: d. Druk op de toets Opslaan in de rechterbovenhoek van het venster. In zwart-wit afdrukken: a. Selecteer Zwart/wit. Hiermee worden kleuren in het origineel geconverteerd naar grijstinten.
Kopiëren Lade voor kopiëren selecteren Het kan zijn dat u kopieën wilt maken op briefhoofdpapier, gekleurd papier of transparanten. De lade voor kopiëren selecteren: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm. 2. Selecteer een van de laden die staan weergegeven bij Papiertoevoer. 3. Als u een andere lade wilt gebruiken: a. Selecteer Meer. b. Selecteer de lade. c. Druk op de toets Opslaan in de rechterbovenhoek van het venster.
Kopiëren Kopieën in sets of stapels afdrukken: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm. 2. Als u de kopieën in sets wilt laten afdrukken, selecteert u Sets bij Aflevering kopieën. 3. Als u de kopieën niet in sets maar in stapels wilt laten afdrukken, selecteert u Stapels. Als er een afwerkeenheid is geïnstalleerd: a. Druk op de toets Meer onder Aflevering kopieën. b. Selecteer Stapels bij Sets/stapels aan de linkerkant van het venster. c.
Kopiëren Origineelsoort opgeven De scanner optimaliseert de afdrukkwaliteit van de kopieën op basis van het soort beelden in het originele document en de wijze waarop het origineel is gemaakt. De origineelsoort opgeven: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm en druk op het tabblad Afdrukkwaliteit. 2. Druk op de toets Origineelsoort. 3. In het venster Origineelsoort: a. Selecteer aan de linkerkant van het venster het type inhoud in het originele document. b.
Kopiëren Contrast aanpassen Het contrast van de kopieën verlagen of verhogen: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm en druk op het tabblad Afdrukkwaliteit. 2. Druk op de toets Beeldverbetering. 3. Selecteer Handmatig contrast in het midden van het venster Beeldverbetering. 4. Gebruik de schuifbalk aan de rechterkant van het venster om meer of minder contrast te selecteren. Opmerking: Als u Normaal selecteert (de middelste positie op de schuifbalk), wordt het contrast niet aangepast. 5.
Kopiëren Opmaakaanpassingen Gebruik het tabblad Opmaakaanpassing om de volgende instellingen te wijzigen: • De richting van het origineel opgeven op pagina 95 • Origineelformaat opgeven op pagina 95 • Boek kopiëren op pagina 96 • Beeld verschuiven op pagina 96 • Beelden omkeren op pagina 97 De richting van het origineel opgeven Als u de kopieën automatisch wilt laten nieten, moet u de papierrichting opgeven: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm en druk op het tabblad Opmaakaanpassing. 2.
Kopiëren Boek kopiëren Wanneer u een boek, tijdschrift of folder kopieert, kunt u de linker- of de rechterpagina's kopiëren, of beide pagina's als één pagina kopiëren. Opmerking: Gebruik de glasplaat voor het kopiëren van boeken, tijdschriften of folders. Plaast geen ingebonden originelen in de AOD. Beelden uit een boek kopiëren: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm en druk op het tabblad Opmaakaanpassing. 2. Druk op de toets Boek kopiëren. 3.
Kopiëren 4. Als u de positie van het beeld wilt opgeven: a. Selecteer Kantlijnverschuiving aan de linkerkant van het venster Beeldverschuiving. b. Gebruik de pijltoetsen om de verticale en horizontale verschuiving voor zijde 1 op te geven. c. Als u 2-zijdige kopieën heeft geselecteerd, gebruikt u de pijltoetsen om de verticale en horizontale verschuiving voor zijde 2 op te geven, of selecteert u Zijde 1 spiegelen.
Kopiëren 3. Als u de beelden van de originelen als spiegelbeelden op de kopieën wilt laten afdrukken, selecteert u Spiegelbeeld aan de linkerkant van het venster Beeld omkeren. De standaardinstelling is Normaal beeld. Hiermee worden de beelden niet omgekeerd. 4. Als u de beelden van de originelen als negatieven op de kopieën wilt laten afdrukken, selecteert u Negatief aan de linkerkant van het venster Beeld omkeren. De standaardinstelling is Positief.
Kopiëren Het soort omslagen en de lade voor omslagpapier selecteren: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm en druk op het tabblad Afleveringsformaat. 2. Druk op de toets Speciale pagina's. 3. Druk op de toets Omslagen. 4. Als u alleen een vooromslag of alleen een achteromslag wilt toevoegen: a. Selecteer Alleen vooromslag of Alleen achteromslag aan de linkerkant van het venster Omslagen. b.
Kopiëren Paginering instellen Als u 2-zijdige kopieën selecteert, kunt u een hoofdstuk op de voorkant of op de achterkant van het papier laten beginnen. U geeft het paginanummer van de beginpagina van het hoofdstuk op. De printer laat, indien nodig, een zijde van het papier leeg, zodat het hoofdstuk op de gewenste zijde van het papier begint. De beginzijde van bepaalde pagina's instellen: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm en druk op het tabblad Afleveringsformaat. 2.
Kopiëren 7. Druk op de toets Toevoegen in het midden van het venster. De invoeging wordt nu toegevoegd aan de lijst aan de rechterkant van het venster. 8. Herhaal stap 4 - 7 om nog meer invoegingen toe te voegen. 9. Druk op de toets Sluiten in de rechterbovenhoek van het venster Invoegingen. De door u toegevoegde invoegingen worden weergegeven in de lijst aan de rechterkant van het venster Speciale pagina's.
Kopiëren Aantekeningen toevoegen Er kunnen automatisch aantekeningen, zoals paginanummers en de datum, aan de kopieën worden toegevoegd. Opmerking: Aantekeningen worden niet toegevoegd aan omslagen, tabbladen, invoegingen en blanco beginpagina's van hoofdstukken. Aantekeningen afdrukken: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm en druk op het tabblad Afleveringsformaat. 2. Druk op de toets Aantekeningen. 3. Paginanummers invoegen: a.
Kopiëren e. Druk aan de rechterkant van het venster op een pijltoets om de datum in de koptekst of voettekst te plaatsen. f. Druk op de toets Opslaan in de rechterbovenhoek van het venster Datum. De locatie van de datum wordt weergegeven op de voorbeeldpagina's aan de rechterkant van het venster Aantekeningen. 6. Een bates-stempel invoegen: a. Druk op de toets Bates-stempel aan de linkerkant van het venster Aantekeningen. b. Selecteer Aan aan de linkerkant van het venster Bates-stempel. c.
Kopiëren 4. Selecteer in het midden van het venster het aantal originele pagina's per zijde van het papier. Als u een ander aantal wilt opgeven: a. Selecteer Rijen en kolommen opgeven. b. Gebruik de pijltoetsen om het aantal rijen te wijzigen. c. Gebruik de pijltoetsen om het aantal kolommen te wijzigen. Opmerking: Aan de rechterkant van het venster wordt een diagram van de beeldopmaak weergegeven. 5.
Kopiëren Opdracht opbouwen Als u een kopieeropdracht heeft met verschillende originelen waarvoor allemaal andere kopieerinstellingen nodig zijn, kunt u met behulp van deze toepassing de opdracht "opbouwen". Elk "segment" heeft afzonderlijke kopieerinstellingen. Nadat alle segmenten zijn geprogrammeerd en gescand, drukt de printer de volledige kopieeropdracht af. Een kopieeropdracht opbouwen: 1. Open het tabblad Kopiëren op het aanraakscherm. 2. Programmeer en scan het eerste segment: a.
Kopiëren 3. Druk op de toets Proefafdruk. 4. Selecteer Aan aan de linkerkant van het venster Proefafdruk. 5. Druk op de toets Opslaan in de rechterbovenhoek van het venster Proefafdruk. De resterende kopieën afdrukken of de opdracht verwijderen: 1. Druk op de toets Vrijgeven om de resterende kopieën van de opdracht vrij te geven en af te drukken. 2. Als u niet tevreden bent met de proefafdruk, drukt u op de toets Verwijderen om de kopieeropdracht te verwijderen.
Kopiëren Kopieerfuncties beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Standaardinstellingen voor kopiëren opgeven op pagina 107 • Leesvolgorde wijzigen op pagina 107 • Voorinstellingen voor functie Kopiëren maken op pagina 108 Standaardinstellingen voor kopiëren opgeven De systeembeheerder kan de standaardinstellingen op de volgende tabbladen wijzigen: • Tabblad Kopiëren: Afdrukkleur, Verkleinen/vergroten, Papiertoevoer, 2-zijdig kopiëren en Aflevering kopieën • Tabblad Afdrukkwalite
Kopiëren 5. Selecteer Instellingen functie Kopiëren in de lijst aan de rechterkant van het tabblad. 6. Selecteer Leesvolgorde - Opties. 7. Als u de scanvolgorde wilt wijzigen: a. Selecteer Leesvolgorde weergeven aan de linkerkant van het venster Scanvolgorde. b. Selecteer Links naar rechts of Rechts naar links. 8. Als u de afdrukvolgorde wilt wijzigen: a. Selecteer Leesvolgorde weergeven in het midden van het venster bij Afdrukvolgorde. b. Selecteer Links naar rechts of Rechts naar links. 9.
Kopiëren 7. Als u voorinstellingen wilt wijzigen voor het verschuiven van het beeld op de pagina: a. Druk op de toets Voorinstellingen Beeldverschuiving. b. Om een bestaande voorinstelling aan te passen, selecteert u de voorinstelling in de lijst aan de linkerkant van het venster. c. Wijzig de verticale en horizontale verschuiving voor elke zijde. d. Selecteer Naam linksonder in het venster, voer in het toetsenbordscherm de naam van de nieuwe voorinstelling in en druk daarna op de toets Opslaan. e.
Kopiëren 110 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding
6 Faxen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Faxoverzicht op pagina 112 • Fax verzenden op pagina 113 • Serverfax op pagina 115 • Internetfax verzenden op pagina 117 • Faxen ontvangen op pagina 118 • Faxopties selecteren op pagina 119 • Faxfuncties beheren op pagina 124 • Snelkiesnummer toevoegen op pagina 128 Zie ook: Zelfstudievideo over faxen gebruiken op www.xerox.
Faxen Faxoverzicht Een WorkCentre 6400X- of 6400XF-printer kan een fax op drie verschillende manieren verzenden: • Fax: document wordt gescand en rechtstreeks naar een faxapparaat (telefoonnummer) verzonden. • Serverfax: document wordt gescand en via een Ethernet-netwerk naar een faxserver verzonden, die de fax vervolgens naar een faxapparaat (telefoonnummer) verzendt. • Internetfax: document wordt gescand en naar een ontvanger (e-mailadres) geë-maild.
Faxen Fax verzenden Een fax verzenden: 1. Plaats het document. • Glasplaat: plaats de eerste pagina van het document dat u wilt faxen met de beeldzijde omlaag op de glasplaat, waarbij de bovenkant van de pagina naar de linkerkant van de printer wijst. • AOD: verwijder nietjes and paperclips van de pagina's en plaats ze met de beeldzijde omhoog in de AOD, waarbij de bovenkant van de pagina als eerste in de AOD wordt ingevoerd. • Druk op het bedieningspaneel op de toets Startpagina Functies. 2.
Faxen Standaardinstellingen voor faxen wijzigen De standaard faxinstellingen wijzigen: 1. Meld u aan als systeembeheerder. Druk op de toets Aan-/afmelden (gebruikersnaam: admin, standaardtoegangscode: 1111). 2. Selecteer Hulpprogramma's. 3. Selecteer Functie-instellingen aan de linkerkant van het aanraakscherm. 4. Selecteer Instellingen interne fax in de lijst Toepassingen. 5. Selecteer Standaardwaarden toepassingen in de lijst. 6.
Faxen Serverfax Als er een faxserver op uw netwerk is aangesloten, kunt u een document naar een faxapparaat verzenden zonder een speciale telefoonlijn op de printer te hoeven aansluiten. Als u een serverfax verzendt, wordt het document gescand en naar een locatie op het netwerk (een opslagplaats) verzonden. De faxserver verzendt de fax vervolgens via een telefoonlijn naar een faxapparaat (telefoonnummer).
Faxen De printer kan gescande bestanden naar de opslagplaats overbrengen via een van de volgende protocollen: • FTP • SMPB • HTTP • HTTPS • STMP Opmerking: Voor meer informatie over het configureren van een faxopslagplaats, raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder). Serverfax verzenden Een serverfax verzenden: 1. Plaats het document.
Faxen Internetfax verzenden Als er een SMTP- (e-mail-)server op het netwerk is aangesloten, kunt u een document verzenden naar een e-mailadres. Dankzij deze functie is er geen speciale telefoonlijn nodig en kunnen de daaruit voortvloeiende kosten worden vermeden. Als u een internetfax verzendt, wordt het document gescand en naar een e-mailadres verzonden.
Faxen Faxen ontvangen De printer kan worden geconfigureerd voor het ontvangen en afdrukken van faxen van andere faxapparaten en het ontvangen en afdrukken van internetfaxen. De printer configureren voor het ontvangen van een fax Wanneer de printer voor het eerst wordt gebruikt, verschijnt er op het bedieningspaneel een wizard voor het instellen van de fax. U wordt verzocht het telefoonnummer in te voeren van de telefoonlijn die op de printer is aangesloten.
Faxen Faxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • 2-zijdig afdrukken instellen op pagina 119 • Faxresolutie instellen op pagina 119 • Origineelsoort selecteren op pagina 119 • Beeldverbetering - Auto onderdrukking op pagina 120 • Startsnelheid selecteren op pagina 121 • Faxverzending uitstellen op pagina 121 2-zijdig afdrukken instellen 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Faxen. 2.
Faxen Beeldverbetering - Auto onderdrukking Wanneer u originelen gebruikt die op dun papier zijn gedrukt, zijn de afbeeldingen op een zijde van het papier soms zichtbaar op de andere zijde van het papier. U kunt dit in uw faxdocument voorkomen door de instelling Automatisch onderdrukken te selecteren op het bedieningspaneel. 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Faxen. 2. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Selecteer Beeldverbetering om het dialoogvenster Beeldverbetering te openen. 4.
Faxen 4. Selecteer een van de volgende opties: • Uit (standaardinstelling). • Beide pagina's. • Alleen linkerpagina. • Alleen rechterpagina. 5. Selecteer Opslaan als alle wijzigingen zijn gemaakt. Faxopties instellen Een bevestigingsoverzicht selecteren Druk op het bedieningspaneel op de toets Faxen. Selecteer het tabblad Faxopties. Selecteer Bevestigingsoverzicht. Selecteer een van de volgende opties: • Bevestiging afdrukken. • Alleen afdrukken bij fout. 5.
Faxen 4. Selecteer Tijdstip: • Uur: selecteer een cijfer tussen 0 en 12. • Minuten: selecteer een cijfer tussen 0 en 59. • Select VM of NM. 5. Druk op de toets Opslaan. 6. Geef het faxnummer van de ontvanger op. 7. Druk op de toets Start om te beginnen met het scannen van het document. 8. De fax wordt op het opgegeven tijdstip verzonden.
Faxen Lokaal pollen Druk op het bedieningspaneel op de toets Faxen. Selecteer het tabblad Faxopties. Selecteer Lokaal pollen. Selecteer een van de volgende opties: • Uit. • Onbeveiligd pollen. • Beveiligd pollen. 5. Selecteer Opslaan als alle wijzigingen zijn gemaakt. 1. 2. 3. 4. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie over lokaal pollen. Extern pollen Druk op het bedieningspaneel op de toets Faxen. Selecteer het tabblad Faxopties.
Faxen Faxfuncties beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een bevestigingsoverzicht afdrukken op pagina 124 • Beveiligde faxen in- of uitschakelen op pagina 125 • Beveiligde faxen afdrukken of wissen op pagina 125 • Junkfax-preventie in- of uitschakelen op pagina 126 • Faxoverzicht afdrukken op pagina 126 • Pauzes in faxnummers invoegen op pagina 127 • Faxprotocoloverzicht afdrukken op pagina 127 Een bevestigingsoverzicht afdrukken Stel een standaardoptie in voor het afdrukken v
Faxen Beveiligde faxen in- of uitschakelen U kunt extra beveiligingsopties instellen voor het ontvangen van faxen. Wanneer de optie Beveiligde fax is ingeschakeld, moet er eerst een toegangscode worden ingevoerd voordat faxen kunnen worden afgedrukt of verwijderd. Beveiligd ontvangen van faxen in- of uitschakelen: 1. Meld u aan als systeembeheerder. Druk op de toets Aan-/afmelden (gebruikersnaam: admin, standaardtoegangscode: 1111). 2. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. 3.
Faxen Junkfax-preventie in- of uitschakelen Met Junkfax-preventie kunt u het afdrukken van faxen, afkomstig van telefoonnummers uit de individuele snelkieslijst, in- of uitschakelen. De optie Junkfax-preventie in- of uitschakelen: 1. Meld u aan als systeembeheerder. Druk op de toets Aan-/afmelden (gebruikersnaam: admin, standaardtoegangscode: 1111). 2. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. 3.
Faxen Pauzes in faxnummers invoegen Voor sommige faxnummers zijn een of meer pauzes nodig tijdens het kiezen van het nummer. U kunt als volgt pauzes in een faxnummer invoegen: voer het faxnummer in via de aantaltoetsen en druk waar nodig op de toets Onderbreken om een pauze in te voegen (weergegeven door een komma) in het faxnummer. Faxprotocoloverzicht afdrukken Het Faxprotocoloverzicht verschaft informatie over de vorige faxopdracht als hulpmiddel bij het vaststellen van faxprotocolproblemen.
Faxen Snelkiesnummer toevoegen Er kunnen maximaal 100 snelkiesnummers (001 – 100) op de printer worden geprogrammeerd. Als u meerdere ontvangers onder een sneltoets wilt instellen (maximaal negen), programmeert u de ontvangers als groep voor groepskiezen. Zie Groep toevoegen op pagina 128. Persoon toevoegen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Selecteer Fax op het bedieningspaneel. Selecteer Adresboek. Selecteer Personen in het vervolgkeuzemenu. Selecteer een snelkies nummer.
7 Scannen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van de scanfuncties op pagina 130 • CentreWare Internetservices gebruiken op pagina 131 • Originele documenten plaatsen op pagina 132 • Scannen naar mailbox op pagina 133 • Xerox-scanprogramma gebruiken op pagina 138 • Scannen naar bestand op pagina 151 • Scannen naar e-mail op pagina 152 • Scannen naar basismap op pagina 154 • Scanopties instellen op pagina 155 Zie ook: Zelfstudie voor Scanner (Windows) gebruiken op www.
Scannen Overzicht van de scanfuncties Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u vanaf de printer scannen door aan te geven waar u het gescande beeld wilt opslaan en de gescande beelden vervolgens op uw computer ophalen. Gescande beelden kunnen op de harde schijf van de printer worden opgeslagen of in een documentopslagplaats op een netwerkserver. U kunt de beelden ook rechtstreeks naar uw computer scannen en in mappen plaatsen, aan e-mails koppelen of in andere applicaties importeren.
Scannen CentreWare Internetservices gebruiken CentreWare Internetservices is een hulpprogramma waarmee u vanaf uw computer met de printer kunt communiceren via uw webbrowser (Internet Explorer, Firefox enz.). Via CentreWare Internetservices kunt u scannen inschakelen en beelden bekijken, downloaden en verwijderen van de interne harde schijf van de printer. Om CentreWare Internetservices te kunnen gebruiken, heeft u het IP-adres van uw printer nodig.
Scannen Originele documenten plaatsen Alle scanopdrachten beginnen met het plaatsen van het originele document in de printer. U kunt de glasplaat gebruiken voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet in de AOD kunnen worden ingevoerd. De AOD kan worden gebruikt voor opdrachten die uit meerdere pagina's bestaan. Opmerking: Voor meer informatie over scannen kunt u het informatieblad Scannen afdrukken.
Scannen Scannen naar mailbox In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Scannen naar de openbare map op pagina 133 • Een mailbox maken op pagina 134 • Scannen naar een mailbox op pagina 134 • Beelden naar uw computer downloaden via CentreWare Internetservices op pagina 135 Scannen naar mailbox is de eenvoudigste scanmethode. Met deze methode kan naar de openbare map worden gescand. Deze bevindt zich op de harde schijf van de printer. De functie is standaard ingeschakeld.
Scannen Een mailbox maken De systeembeheerder heeft mogelijk al een mailbox voor u gemaakt. U kunt zelf een mailbox maken via CentreWare Internetservices. 1. Start de webbrowser. 2. Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk van de webbrowser en druk daarna op Enter om CentreWare Internetservices te openen. Opmerking: Als u het IP-adres van uw printer niet weet, raadpleegt u Configuratie-overzicht afdrukken op pagina 131. 3. 4. 5. 6. 7. Klik op het tabblad Scannen.
Scannen Als de scan is voltooid, verschijnt het tabblad Werkstroomscannen weer op het aanraakscherm van de printer. Het bestand is opgeslagen in uw mailbox op de harde schijf van de printer. U kunt het bestand daarna downloaden op uw computer. Opmerking: Ter beveiliging van de inhoud van uw mailbox, moet u elke keer dat u naar uw map scant, een toegangscode invoeren (als er een toegangscode is ingesteld in de scaninstellingen). Opmerking: Als de scan mislukt, wordt er een bevestigingspagina afgedrukt.
Scannen Beelden downloaden uit uw privé-map Beelden downloaden uit uw mailbox: 1. Klik in het gedeelte Scannen naar mailbox op uw mailbox. 2. Als u hierom wordt gevraagd, voert u uw Maptoegangscode in (als er een toegangscode is ingesteld in de scaninstellingen). 3. Klik op de toets OK. 4. Op het scherm Mapinhoud wordt uw beeld getoond. 5. Als uw beeld niet wordt getoond, klikt u op Weergave bijwerken. 6.
Scannen 4. Klik in het gedeelte Weergave op de toets Mailboxen. 5. Selecteer de Standaard openbare map: • Klik in het gedeelte Scannen naar mailbox op Standaard openbare map. Op het scherm Mapinhoud wordt uw beeld getoond. • Klik in het vervolgkeuzemenu van het gedeelte Actie en selecteer Verwijderen. Klik daarna op de toets Start. Als u hierom wordt gevraagd, klikt u op OK om het beeld te verwijderen of op Annuleren om de bewerking te annuleren.
Scannen Xerox-scanprogramma gebruiken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Scannen via het Xerox-scanprogramma op pagina 138 • Scansjablonen maken op pagina 139 • Scansjablonen verwijderen op pagina 141 • Map- en e-mailprofielen van Xerox-scanprogramma beheren op pagina 142 • Gescande beelden importeren in een applicatie op pagina 148 Het Xerox-scanprogramma is een hulpprogramma waarmee u beelden van de printer naar uw computer kunt scannen.
Scannen Scansjablonen maken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een sjabloon maken met een instelling voor beeldweergave op pagina 139 • Sjabloon maken voor het rechtstreeks scannen van beelden naar een map op pagina 140 • Bestandsindelingen en namen voor sjablonen op pagina 140 • Unieke beeldbestandsnamen maken op pagina 141 Scansjablonen bevatten instellingen zoals bestandstype, resolutie en origineelformaat.
Scannen Sjabloon maken voor het rechtstreeks scannen van beelden naar een map Een sjabloon maken waarmee gescande beelden in een specifieke bestemmingsmap worden geplaatst: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen.
Scannen Ondersteunde bestandstypen: • JPEG • Multi-page TIFF • PDF • PDF/A • Single-page TIFF • XPS Indeling bestandsbenaming Single-page (JPEG en Single-page TIFF): DOC_xxx_jjjj-mm-dd_uu-mm-ss.JPG (of .tif) waarbij xxx = volgorde- (pagina-)nummer, enz. Indeling bestandsbenaming Multi-page (Multi-page TIFF, PDF, PDF/A, XPS): DOC_jjjj-mm-dd_uumm-ss.tif (of .pdf of .xps).
Scannen Map- en e-mailprofielen van Xerox-scanprogramma beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • E-mailprofielen maken of bewerken op pagina 142 • E-mailprofielen verwijderen op pagina 143 • Mapprofielen maken of bewerken op pagina 143 • Mapprofielen verwijderen op pagina 144 Met het Xerox-scanprogramma kunt u profielen maken, die telkens opnieuw gebruikt kunnen worden voor het verzenden van gescande beelden als e-mailbijlagen of voor het kopiëren van gescande beelden naar specifi
Scannen E-mailprofielen verwijderen Een e-mailprofiel verwijderen: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen. Als het pictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, klikt u op Start en selecteert u achtereenvolgens Alle programma's (of Programma's als u de klassieke weergave van Windows gebruikt, Xerox Office Printing, Scannen en Xerox-scanprogramma.
Scannen Mapprofielen verwijderen Een mapprofiel verwijderen: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen. Als het pictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, klikt u op Start en selecteert u achtereenvolgens Alle programma's (of Programma's als u de klassieke weergave van Windows gebruikt, Xerox Office Printing, Scannen en Xerox-scanprogramma.
Scannen E-mailprofiel gebruiken om gescande beelden als bijlage te verzenden Gescande beelden als bijlagen bij een e-mail verzenden met behulp van een e-mailprofiel: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen.
Scannen 4. Voer een naam in het veld Naam basisbijlage in. De datum en het tijdstip waarop elk beeld is gescand, wordt door het Xerox-scanprogramma toegevoegd aan aan het einde van de bestandsnaam. Opmerking: Voorbeeld: als u een beeld scant om 10:15:07 u. op 27 april 2008, PDF als de bestandsnaamextensie selecteert en als nieuwe bestandsnaam rapport invoert in het veld Naam basisbijlage, krijgt het bestand de uiteindelijke naam rapport_2008-04-27_10.15.07.pdf. 5.
Scannen Nieuwe mapinstelingen selecteren voor het kopiëren van gescande beelden naar een map Gescande beelden naar een map kopiëren zonder gebruik van een profiel: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen.
Scannen Gescande beelden importeren in een applicatie Beelden die vanaf de printer naar uw computer zijn gescand, kunnen in Windows- of Macintoshapplicaties op uw computer worden geïmporteerd.
Scannen WIA-beeldbeheer gebruiken in een Windows-applicatie Beelden die u vanaf de printer naar uw computer heeft gescand, kunt u met WIA-beeldbeheer in een applicatie importeren in Windows XP, Windows Vista en Windows Server 2003. Gescande beelden in een applicatie importeren: 1. Open het bestand waarin u het beeld wilt plaatsen. 2. Selecteer het menu-item in de applicatie om het beeld op te halen. Als u bijvoorbeeld Microsoft Word 2003 gebruikt om een beeld in een document te plaatsen: a.
Scannen Het Xerox-scanprogramma gebruiken in een Macintosh OS X-applicatie (TWAIN) Beelden importeren in een applicatie: 1. Open het bestand waarin u het beeld wilt plaatsen. 2. Selecteer het menu-item in de applicatie om het beeld op te halen. Als u bijvoorbeeld Microsoft Word 2004 voor Mac gebruikt om een beeld in een document te plaatsen: a. Selecteer Invoegen. b. Selecteer Afbeelding. c. Selecteer Van scanner of camera. d. Selecteer de scanner en klik op de toets Ophalen.
Scannen Scannen naar bestand Scannen naar bestand is een functie van Werkstroomscannen. Gescande documenten worden naar een documentopslagplaats verzonden op een netwerkserver die door uw systeembeheerder is geconfigureerd. Scannen naar bestand: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Selecteer Werkstroomscannen. 3. Selecteer Netwerksjablonen in Alle sjablonen en selecteer daarna de sjabloon die door uw systeembeheerder is gemaakt. 4.
Scannen Scannen naar e-mail Scannen naar e-mail is een functie van Werkstroomscannen. Gescande documenten worden als bijlage verzonden naar e-mailberichten. Een gescand beeld naar een e-mailadres verzenden: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Selecteer het pictogram E-mail. 3. Om het adres in het veld Van… te wijzigen, selecteert u Van… Opmerking: Het adres in het veld Van… is geconfigureerd door uw systeembeheerder.
Scannen Gebruik de vier tabbladen onder op het bedieningspaneel, Afdrukkleur, 2-zijdig scannen, Origineelsoort en Voorinstellingen Scannen om de gewenste opties voor de scan te selecteren. Zie ook: Scanopties instellen op pagina 155 Opmerking: Als Scannen naar e-mail uitgeschakeld is, neemt u contact op met uw systeembeheerder. Zie de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie.
Scannen Scannen naar basismap Met de functie Scannen naar basismap kunt u een document naar uw basismap scannen. Deze functie moet worden ingeschakeld door de systeembeheerder. De functie Scannen naar basismap gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Selecteer Netwerksjablonen in Alle sjablonen en selecteer daarna de sjabloon die door uw systeembeheerder is gemaakt. 3. De sjabloon definieert de scaninstellingen en de bestemming van het beeld.
Scannen Scanopties instellen De scanfuncties op uw WorkCentre 6400 printer maken gebruik van sjablonen waarin de scaninstellingen en bestemming voor het beeld zijn vastgelegd. Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, gebruikt u de vier tabbladen onder in het scherm van het bedieningspaneel: • Afdrukkleur • 2-zijdig scannen • Origineelsoort • Voorinstellingen Scannen De scaninstellingen wijzigen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2.
Scannen Geavanceerde instellingen gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Selecteer Werkstroomscannen en selecteer daarna het tabblad Geavanceerde instellingen. Selecteer vervolgens de gewenste optie. Er is hulp beschikbaar bij elke instelling door op de toets Help van de printer te drukken.
Scannen Opslagopties Met Opslagopties beschikt u over aanvullende instellingen om beelden te benoemen, om bestandsindelingen te kiezen en om te bepalen wat er moet gebeuren als de bestandsnaam al bestaat. Opslagopties gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Selecteer Werkstroomscannen en selecteer daarna het tabblad Opslagopties. Selecteer nu de gewenste optie. Er is hulp beschikbaar bij elke instelling door op de toets Help van de printer te drukken.
Scannen 158 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding
8 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderhoud en reiniging op pagina 160 • Verbruiksartikelen bestellen op pagina 171 • Scanner kalibreren op pagina 176 • Printer verplaatsen op pagina 178 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding 159
Onderhoud Onderhoud en reiniging In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen op pagina 160 • Serienummer opzoeken op pagina 161 • Tellers op pagina 161 • Tellers voor levensduur van items voor routine-onderhoud op nul zetten op pagina 161 • De printer reinigen op pagina 162 • Nietjes installeren op pagina 173 • Scanner kalibreren op pagina 176 • Printer verplaatsen op pagina 178 Zie ook: Veiligheid op pagina 11 Algemene voorzorgsmaatregelen Waarschuwing: Gebrui
Onderhoud • • Raak de elektrische contactpunten, onderdelen en laserapparatuur niet aan. Als u dit doet, kan dit schade veroorzaken aan de printer en de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. Zorg ervoor dat alle onderdelen die u tijdens het reinigen uit het apparaat heeft verwijderd, weer zijn teruggeplaatst voordat u de printer weer aansluit. Serienummer opzoeken Wanneer u verbruiksartikelen bestelt of contact opneemt met Xerox voor hulp, wordt u gevraagd naar het serienummer van de printer.
Onderhoud De printer reinigen • • • • • • • • De glasplaat en de AOD reinigen op pagina 162 De buitenkant van het apparaat reinigen op pagina 163 De media-invoerrol (lade 1) reinigen op pagina 164 De media-invoerrol (lade 2, 3 en 4) reinigen op pagina 165 De invoerrollen van de duplexmodule reinigen op pagina 167 De invoerrollen en het kussen van de AOD reinigen op pagina 166 De media-overdrachtrollen voor lade 3 en lade 4 reinigen op pagina 168 De laserlenzen reinigen op pagina 169 De glasplaat en de AO
Onderhoud De buitenkant van het apparaat reinigen Reinig het aanraakscherm en bedieningspaneel regelmatig om ze stof- en vuilvrij te houden. Gebruik een zachte, pluisvrije doek van het verwijderen van vingerafdrukken en vegen op het aanraakscherm en het bedieningspaneel.
Onderhoud De media-invoerrol (lade 1) reinigen 1. Open lade 1. 1 2 6400-050 2. Druk op het midden van de papierliftplaat totdat de linker- en rechter vergrendelingslipjes op hun plaats vastklikken. 6400-052 3. Veeg de media-invoerrol schoon met een zachte, droge doek.
Onderhoud 4. Sluit de lade. 2 1 6400-026 De media-invoerrol (lade 2, 3 en 4) reinigen 1. Trek de lade uit de printer. 6400-037 2. Veeg de media-invoerrol schoon met een zachte, droge doek.
Onderhoud 3. Sluit de lade. 6400-125 De invoerrollen en het kussen van de AOD reinigen 1. Open het deksel van de AOD. 6400-154 2. Reinig beide invoerrollen en het kussen met een droge, pluisvrije doek.
Onderhoud 3. Sluit het deksel van de AOD. 6400-156 De invoerrollen van de duplexmodule reinigen 1. Open lade 1 en open het deksel van de duplexmodule. 6400-081 2. Reinig de invoerrol (vier rollen boven en vier rollen onder) door ze met een zachte, droge doek schoon te vegen.
Onderhoud 3. Sluit het deksel van de duplexmodule. 6400-083 De media-overdrachtrollen voor lade 3 en lade 4 reinigen Opmerking: Vouw eerst lade 1 op en open daarna pas de rechterzijdeur van lade 3 of lade 4. 1. Open de rechterzijdeur van lade 3 of lade 4. 6400-084 2. Veeg de drie media-invoerrollen schoon met een zachte, droge doek.
Onderhoud 3. Sluit de rechterzijdeur van lade 3 of lade 4. 6400-086 De laserlenzen reinigen Deze printer is uitgerust met vier laserlenzen. Reinig alle lenzen zoals hieronder staat aangegeven. De reiniger voor laserlenzen is aan de binnenzijde van de voordeur bevestigd. 1. Open de voordeur van de printer. 6400-087 2. Haal de reiniger voor laserlenzen uit de houder aan de binnenzijde van de voordeur.
Onderhoud 3. Steek de reiniger voor laserlenzen met het schuimrubberkussen naar onderen in de reinigingspoort (deze wordt voor elk van de vier kleuren met een gekleurd, driehoekig etiket aangegeven) totdat het begin van de hendel is bereikt. 6400-088 4. Trek de reiniger naar buiten en herhaal dit twee tot drie keer. Herhaal deze procedure voor elk van de 4 lenzen. 5. Plaats de reiniger voor laserlenzen terug in de houder aan de binnenzijde van de voordeur.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Verbruiksartikelen op pagina 171 • Items voor routine-onderhoud op pagina 171 • Onderdelen die door de klant kunnen worden vervangen op pagina 172 • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? op pagina 172 • Verbruiksartikelen recyclen op pagina 172 Bepaalde verbruiksartikelen en items voor routine-onderhoud moeten van tijd tot tijd worden besteld.
Onderhoud Onderdelen die door de klant kunnen worden vervangen Onderdelen die door de klant kunnen worden vervangen, zijn duurzame items die af en toe moeten worden vervangen (afhankelijk van het klantgebruik en de afdrukvolumes). • Invoerrol lade 2 • Onderste invoereenheidrol - lade 3 en lade 4 (optioneel) Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? Op het bedieningspaneel van de printer verschijnt een bericht wanneer het verbruiksartikel bijna toe is aan vervanging.
Onderhoud Nietjes installeren Als de nietjes in de printer op zijn, verschijnt het bericht Vervang nietcassette op het bedieningspaneel van de printer. Vervang de nietcassette. 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. 6400-113 2. Verleng de nietmodule. 3. De nietmodule kan niet uit de printer worden verwijderd.
Onderhoud 4. Trek de nieteenheid naar buiten en verwijder deze. 1 2 6400-115 5. Verwijder de nietcassette. Gooi de cassette weg of recycle de cassette. 6400-166 6. Plaats de nieuwe nietcassette. 2 1 6400-167 7. Plaats de nieteenheid terug.
Onderhoud 8. Schuif de nietmodule weer in de printer. 6400-118 9. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Onderhoud Scanner kalibreren De scanner moet worden gekalibreerd nadat u de scanner of de AOD heeft vervangen. Als u de scanner kalibreert, wordt de kalibratiepagina door de printer gescand en wordt de uitvoerkwaliteit van de voor- en achterzijde van 2-zijdige originelen ten opzichte van elkaar aan.gepast Opmerking: U hoeft de scanner niet regelmatig te kalibreren. Kalibreer de scanner alleen als u de scanner of de AOD heeft vervangen.
Onderhoud 11. De scannerkalibratie via de glasplaat is voltooid. De scanner moet nu via de AOD worden gekalibreerd. Verwijder de kalibratiepagina van de scanner van de glasplaat en leg drie lege vellen papier (letter of A4-formaat) in de AOD. Plaats de kalibratiepagina boven op de drie vellen. Pas de papiergeleiders aan het formaat van de kalibratiepagina aan. 6400-174 Opmerking: De papiergeleiders moeten zodanig worden aangepast, dat ze de randen van het papier net aanraken.
Onderhoud Printer verplaatsen • • • • • • Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel altijd het netsnoer dat zich aan de achterkant van de printer bevindt. Zorg dat de printer door twee mensen wordt opgetild. Als u de printer optilt, houd u deze vast zoals aangegeven in de afbeelding. Houd de printer recht om te voorkomen dat er toner wordt gemorst. Als de printer niet goed wordt ingepakt voor verzending, kan de printer beschadigd raken.
Problemen oplossen 9 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel op pagina 180 • Algemene problemen oplossen op pagina 181 • Problemen met de papierinvoer op pagina 184 • Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 205 • Problemen met kopiëren en scannen op pagina 218 • Faxproblemen op pagina 219 • Help-informatie op pagina 223 Zie ook: Zelfstudievideo's over het oplossen van problemen op www.xerox.
Problemen oplossen Berichten op het bedieningspaneel Het bedieningspaneel biedt informatie en hulp bij het oplossen van problemen. Wanneer er een fout optreedt of zich een andere situatie voordoet die uw speciale aandacht vereist, wordt op het bedieningspaneel een bericht weergegeven met informatie over het probleem. In veel gevallen wordt op het bedieningspaneel ook een geanimeerde afbeelding weergegeven waarin de locatie van het probleem wordt aangegeven, zoals de locatie van een papierstoring.
Problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte staan procedures voor het vinden en oplossen van problemen. Sommige problemen kunnen worden opgelost door de printer uit- en weer in te schakelen. De printer uit- en weer inschakelen: 1. Zoek de AAN/UIT-schakelaar links onderaan de printer. 2. Zet de schakelaar UIT, wacht 2 minuten en zet de schakelaar vervolgens weer AAN.
Problemen oplossen Het afdrukken duurt te lang Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer is ingesteld op een langzame afdrukmode (bijvoorbeeld op zwaar papier of transparanten). Afdrukken op speciale media neemt meer tijd in beslag. Zorg dat de papiersoort juist is ingesteld in de driver en op het bedieningspaneel van de printer. Het apparaat staat in de ENERGIESPAARSTAND. Het duurt even voordat het afdrukken van start gaat wanneer het apparaat in de energiespaarstand staat.
Problemen oplossen Problemen in de duplexeenheid Mogelijke oorzaken Oplossingen De media of de instellingen zijn niet juist. Controleer of u de juiste media gebruikt. Zie Ondersteunde media op pagina 43 voor meer informatie. Druk niet 2-zijdig af op media van aangepast formaat, enveloppen, etiketten, zwaar papier of transparanten. Kies in de driver Op beide zijden afdrukken. Fout in de scanner Mogelijke oorzaken Oplossingen Scanner communiceert niet.
Problemen oplossen Problemen met de papierinvoer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen oplossen of vastgelopen papier verwijderen op pagina 184 • Problemen met de papierinvoer oplossen op pagina 202 Papierstoringen oplossen of vastgelopen papier verwijderen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen en vastgelopen papier in lade 1 oplossen op pagina 184 • Papierstoringen en vastgelopen papier in lade 2 oplossen op pagina 187 • Papierstor
Problemen oplossen 3. Trek aan de hendel aan de rechterkant van de printer en open de rechterzijdeur. 6400-104 Waarschuwing: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Wees voorzichtig om letsel te voorkomen. Opmerking: Zorg dat u de afdrukband of de overdrachtrol niet aanraakt. Als er vingerafdrukken op deze oppervlakten terecht komen, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan. 6400-171 4. Trek de vastgelopen media voorzichtig naar buiten.
Problemen oplossen 5. Sluit de rechterzijdeur. 6400-106 6. Open lade 1 en plaats de media opnieuw.
Problemen oplossen Papierstoringen en vastgelopen papier in lade 2 oplossen 1. Vouw lade 1 op. 2. Trek aan de hendel en open daarna de rechterzijdeur. 6400-104 Waarschuwing: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Wees voorzichtig om letsel te voorkomen. Opmerking: Zorg dat u de afdrukband of de overdrachtrol niet aanraakt. Als er vingerafdrukken op deze oppervlakten terecht komen, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan.
Problemen oplossen 3. Verwijder vastgelopen of beschadigde media. 6400-105 4. Open lade 2 en verwijder de vastgelopen media. 5. Plaats de media opnieuw en sluit lade 2. 6400-039 6. Sluit de rechterzijdeur.
Problemen oplossen Papierstoringen en vastgelopen papier in lade 3 of 4 oplossen 1. Vouw lade 1 op. 2. Open de rechterzijdeur van lade 3 of lade 4. 3. De volgende illustraties tonen een papierstoring in lade 3. 6400-084 4. Klap de binnenste geleider open en trek de vastgelopen media voorzichtig naar buiten. 6400-127 5. Open lade 3 of 4. Verwijder vastgelopen of beschadigde media en sluit de lade. 6. Sluit de rechterzijdeur.
Problemen oplossen Papierstoringen in de duplexeenheid oplossen 1. Open lade 1. 2. Open het deksel van de duplexeenheid. 6400-131 3. Trek de vastgelopen media voorzichtig naar buiten. 6400-132 4. Sluit het deksel van de duplexmodule. 6400-133 5. Sluit lade 1.
Problemen oplossen Papierstoringen in de fuser oplossen 1. Vouw lade 1 op. 2. Trek aan de hendel en open daarna de rechterzijdeur. 3. Open de voordeur en duw het bedieningspaneel omhoog. 6400-158 Waarschuwing: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Wees voorzichtig om letsel te voorkomen. Opmerking: Zorg dat u de afdrukband of de overdrachtrol niet aanraakt. Als er vingerafdrukken op deze oppervlakten terecht komen, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan. 4.
Problemen oplossen 5. Trek de vastgelopen media voorzichtig naar buiten. 6400-160 6. Laat het bedieningspaneel zakken en sluit de voordeur. 7. Duw de groene hendels naar beneden.
Problemen oplossen 8. Sluit de rechterzijdeur. Opmerking: De deur kan pas dicht als de groene hendels naar beneden zijn geduwd. 6400-106 Papierstoringen in de AOD oplossen 1. Open de papierstoringsdeur boven op de AOD, til het groene lipje op en trek de vastgelopen media voorzichtig naar buiten. 2. Verwijder de originelen uit de AOD en uit de opvangbak. 1 2 6400-146 3. Sluit de papierstoringsdeur op de AOD.
Problemen oplossen 4. Til de AOD op. 6400-147 5. Verwijder de vastgelopen media uit de AOD of van de glasplaat. 6. Sluit de AOD. 7. Plaats de originelen opnieuw in de AOD.
Problemen oplossen Papierstoringen achter de rechterzijdeur oplossen Waarschuwing: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Wees voorzichtig om letsel te voorkomen. Opmerking: Zorg dat u de afdrukband of de overdrachtrol niet aanraakt. Als er vingerafdrukken op deze oppervlakten terecht komen, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan. 6400-171 1. Vouw lade 1 op. 2. Trek aan de hendel aan de rechterkant van de printer en open de rechterzijdeur.
Problemen oplossen 3. Verwijder voorzichtig de vastgelopen media. 6400-105 4. Sluit de rechterzijdeur. 6400-106 Een papierstoring achter het bedieningspaneel oplossen 1. Open de voordeur en duw het bedieningspaneel omhoog. 2. Verwijder voorzichtig de vastgelopen media. 6400-170 3. Laat het bedieningspaneel zakken en sluit de voordeur.
Problemen oplossen Papierstoringen in de afwerkeenheid oplossen Papierstoring in transportzone of in extra lade van afwerkeenheid 1. Open het bovenpaneel van de afwerkeenheid. 6400-109 2. Trek de vastgelopen media voorzichtig naar buiten. 6400-110 3. Sluit het bovenpaneel van de afwerkeenheid.
Problemen oplossen Papierstoringen in hoofdlade van afwerkeenheid Als er zich een papierstoring voordoet in het centrale gedeelte van de afwerkeenheid, volgt u de procedure die hieronder staat beschreven: 1. Open het bovenpaneel van de afwerkeenheid. 6400-109 2. Draai de knop binnenin rechtsom om het papier in de hoofdopvangbak door te voeren. 6400-111 3. Als de media zich in de hoofdopvangbak bevindt, tilt u de extra opvangbak op en trekt u de media langzaam naar buiten. 1 2 6400-112 4.
Problemen oplossen Vastgelopen nietjes verwijderen Als u vastgelopen nietjes wilt verwijderen, volgt u de procedure die hieronder staat beschreven: 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. 6400-113 2. Verleng de nietmodule. Opmerking: De nietmodule kan niet uit de printer worden verwijderd. 6400-114 3. Trek de nieteenheid naar buiten en verwijder deze.
Problemen oplossen 4. Duw de geleider voor de nietcaseette omhoog en verwijder de vastgelopen nietjes. 1 2 6400-116 5. Zet de geleider weer in de oorspronkelijke stand en plaats de nieteenheid opnieuw. 6400-117 6. Schuif de nietmodule weer terug in de printer. 6400-118 7. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Problemen oplossen Papierstoringen voorkomen In dit gedeelte vindt u informatie die u kan helpen bij het voorkomen van papierstoringen. Zorg dat u: • Alleen ondersteunde media gebruikt. Zie Ondersteunde media op pagina 43 voor meer informatie. • De lade-instellingen op het geplaatste mediaformaat en -type instelt. • De media plat in de lade legt, met name aan de invoerrand. • De printer op een vlakke, harde ondergrond zet. • Media op een droge plaats bewaart.
Problemen oplossen Werking van de papierbaan Als u begrijpt hoe de papierbaan van de printer werkt, is het gemakkelijker om vastgelopen media te vinden. 1 14 13 2 15 3 4 12 11 10 9 8 7 6 5 6400-157 1. Tonercassettes 2. Horizontaal transport 3. Fuser 4. Duplexeenheid 5. Lade 1 6. Lade 4 (optioneel) 7. Lade 3 (optioneel) 8. Lade 2 9. Afvalcassette 10. Beeldverwerkingsmodules 11. Afdrukband 12. Hoofdopvangbak 13. Extra opvangbak 14. Afwerkeenheid (optioneel) 15.
Problemen oplossen Er worden meerdere vellen tegelijk in de printer ingevoerd Mogelijke oorzaken Oplossingen De papierlade is te vol. Verwijder een deel van de stapel papier. Plaats geen papier boven de maximale vullijn. De voorste randen van het papier zijn niet gelijk. Verwijder de media en leg de voorste randen gelijk. Plaats de media weer terug. De media zijn vochtig geworden. Verwijder de media uit de lade en vervang deze door nieuwe, droge media. Er is te veel statische elektriciteit.
Problemen oplossen Vastgelopen media Mogelijke oorzaken Oplossingen De media zijn niet op de juiste manier in de lade geplaatst. Verwijder de vastgelopen media en plaats de media op de juiste manier opnieuw in de lade. Zorg dat de mediageleiders in de lade goed zijn ingesteld. Het aantal vellen in de lade overschrijdt het maximaal toegestane aantal vellen. Verwijder de overtollige media en plaats media onder de maximum vullijn. De mediageleiders zijn niet goed aangepast aan het formaat van de media.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Ingebouwde hulpprogramma's gebruiken voor het oplossen van problemen op pagina 205 • Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen op pagina 207 Uw WorkCentre 6400 printer is ontworpen om altijd afdrukken van hoge kwaliteit te genereren. Als er problemen met de afdrukkwaliteit optreden, gebruikt u de informatie op deze pagina's om het probleem op te lossen.
Problemen oplossen Kleurkalibratie instellen 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. 2. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's, selecteer Problemen oplossen aan de linkerkant en selecteer Kalibratie in de lijst. 3. Selecteer Kleurkalibratie in het menu en volg de instructies op het scherm. Papiersoort kalibreren 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. 2.
Problemen oplossen Papiersoort selecteren Voor informatie over ondersteunde papiersoorten en -gewichten: 1. Selecteer Apparaatstatus op het bedieningspaneel. 2. Selecteer Apparaatinfo. 3. Selecteer Informatiepagina's, selecteer Pagina Papiertips en druk daarna op de toets OK om de pagina af te drukken. Zie ook: www.xerox.com/paper Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) (Verenigde Staten) www.xerox.com/europaper Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) (Europa) www.xerox.
Problemen oplossen Er wordt niets afgedrukt of er worden zwarte stippen op de pagina afgedrukt Mogelijke oorzaken Oplossingen Mogelijk zijn er een of meerdere beeldverwerkingsmodules defect. Verwijder de beeldverwerkingsmodules een voor een en controleer ze op beschadigingen. Als er een beeldverwerkingsmodule beschadigd is, moet u deze vervangen. De printerdriver is niet juist ingesteld Selecteer de juiste instelling in de printerdriver om transparanten om te wisselen in gewoon papier.
Problemen oplossen Beeld wordt te licht afgedrukt Mogelijke oorzaken Oplossingen De kopieerdensiteit is te licht. Selecteer een donkerdere kopieerdensiteit. De media zijn vochtig geworden. Verwijder het papier en gebruik een nieuw pak. Mogelijk zijn er een of meerdere tonercassettes defect. Verwijder de tonercassettes en controleer ze op beschadigingen. De mediasoort is niet goed ingesteld.
Problemen oplossen Beeld wordt te donker afgedrukt Mogelijke oorzaken Oplossingen Mogelijk zijn er een of meerdere beeldverwerkingsmodules defect. Verwijder de beeldverwerkingsmodules een voor een en controleer ze op beschadigingen. Als er een beeldverwerkingsmodule beschadigd is, moet u deze vervangen. Mogelijk zijn er een of meerdere tonercassettes defect. Verwijder de tonercassettes en controleer ze een voor een op beschadigingen. Als er een tonercassette beschadigd is, moet u deze vervangen.
Problemen oplossen Afdrukdensiteit is ongelijk Mogelijke oorzaken Oplossingen Mogelijk is er een of zijn er meer tonercassettes defect of bijna leeg. Verwijder de tonercassettes en controleer ze op beschadigingen. Als er een beeldverwerkingsmodule beschadigd is, moet u deze vervangen. Mogelijk zijn er een of meerdere beeldverwerkingsmodules defect. Verwijder de beeldverwerkingsmodules een voor een en controleer ze op beschadigingen.
Problemen oplossen Afdruk is onregelmatig of gespikkeld Mogelijke oorzaken Oplossingen De media zijn vochtig geworden. Verwijder de vochtige media en vervang ze door nieuwe, droge media. Er worden niet-ondersteunde media gebruikt (ongeschikt formaat, ongeschikte dikte, soort, etc.) Gebruik media die door Xerox zijn goedgekeurd. Zie Ondersteunde media op pagina 43. Mogelijk zijn er een of meerdere tonercassettes defect. Verwijder de tonercassettes en controleer ze een voor een op beschadigingen.
Problemen oplossen Tonervegen na het afdrukken Mogelijke oorzaken Oplossingen De twee grijze knoppen op de fuser staan in de stand voor afdrukken op enveloppen. Zet beide grijze knoppen op de fuser in de papierstand. De media zijn vochtig geworden. Verwijder de vochtige media en vervang ze door nieuwe, droge media. Er worden niet-ondersteunde media gebruikt (ongeschikt formaat, ongeschikte dikte, soort, etc.) Gebruik media die door Xerox zijn goedgekeurd. Zie Ondersteunde media op pagina 43.
Problemen oplossen Tonervlekken en restbeelden op afdrukken Mogelijke oorzaken Oplossingen De twee grijze knoppen op de fuser staan in de stand voor afdrukken op enveloppen. Zet beide grijze knoppen op de fuser in de papierstand. Er worden niet-ondersteunde media gebruikt (ongeschikt formaat, ongeschikte dikte, soort, etc.) Gebruik media die door Xerox zijn goedgekeurd. Zie Ondersteunde media op pagina 43. De mediasoort is niet goed ingesteld.
Problemen oplossen Tonervlekken op de achterkant van de pagina Mogelijke oorzaken Oplossingen De overdrachtrol voor media is vuil. Controleer of er zich toner heeft opgehoopt op de overdrachtrol. Vervang de rol zo nodig. De papierbaan is mogelijk vuil geworden door toner. Druk meerdere lege vellen af. Het teveel aan toner moet dan verdwijnen. Er bevindt zich materiaal in de printer, dat er niet thuishoort. Controleer de overdrachtrol op vreemd materiaal of beschadigingen.
Problemen oplossen Beeld wordt met fouten afgedrukt Mogelijke oorzaken Oplossingen Mogelijk is een van de tonercassettes defect. Verwijder de tonercassette van de kleur die het afwijkende beeld veroorzaakt. Vervang deze tonercassette door een nieuwe. Mogelijk is de beeldverwerkingsmodule defect. Verwijder de beeldverwerkingsmodules een voor een en controleer ze op beschadigingen. Als er een beeldverwerkingsmodule beschadigd is, moet u deze vervangen.
Problemen oplossen Kleuren zien er vreemd uit Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer staat scheef. De printer moet op een vlakke, harde ondergrond staan. Mogelijk zijn er een of meerdere beeldverwerkingsmodules defect. Verwijder de beeldverwerkingsmodules een voor een en controleer ze op beschadigingen. Als er een beeldverwerkingsmodule beschadigd is, moet u deze vervangen. Onjuiste driverinstellingen. Controleer de instellingen voor kleuraanpassing in de printerdriver of in uw applicatie.
Problemen oplossen Problemen met kopiëren en scannen Als de kwaliteit van de kopieën of scans niet goed is, kunt u het probleem oplossen door in de volgende tabel het symptoom te selecteren dat het meest in de buurt komt. Als de kwaliteit van de kopieën niet beter wordt nadat u de desbetreffende actie heeft ondernomen, kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre of met de leverancier. Symptoom Oplossingen Lijnen en strepen alleen op kopieën die via de AOD zijn gemaakt De glasplaat is vuil.
Problemen oplossen Faxproblemen Als de fax niet goed wordt verzonden of ontvangen, kunt u de volgende tabel raadplegen en de aangegeven handeling uitvoeren. Als de fax na het uitvoeren van de beschreven handelingen nog steeds niet goed wordt verzonden of ontvangen, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.
Problemen oplossen Problemen bij het verzenden van faxberichten Symptoom Oorzaak Oplossing Het document wordt niet gescand. Het document is te dik, te dun of te klein. Gebruik de glasplaat om de fax te verzenden. Het document wordt schuin gescand. De AOD-geleiders zijn niet aangepast aan de breedte van het document. Schuif de AOD-geleiders tegen de breedte van het document. De ontvangen fax is niet goed leesbaar. Het document is niet goed geplaatst. Zorg dat het document goed wordt geplaatst.
Problemen oplossen Problemen bij het ontvangen van faxberichten Symptoom Oorzaak Oplossing Er staat niks op de ontvangen fax. Mogelijk is er een probleem met de telefoonverbinding of met het faxapparaat van de beller. Controleer of er op de printer nette kopieën kunnen worden gemaakt. Als dit wel het geval is, moet de beller de fax opnieuw verzenden. Mogelijk heeft de beller de pagina's met de verkeerde zijde omhoog geplaatst. Neem contact op met de afzender.
Problemen oplossen Protocoloverzicht afdrukken Het Protocoloverzicht verschaft informatie over de vorige faxopdracht als hulpmiddel bij het vaststellen van faxprotocolproblemen. Het overzicht afdrukken: 1. Meld u aan als systeembeheerder. Druk op de toets Aan-/afmelden (gebruikersnaam: admin, standaardtoegangscode: 1111). 2. Druk op de toets Apparaatstatus. 3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's, selecteer Functie-instellingen, selecteer Instellingen interne fax. 4. Selecteer Faxoverzichten afdrukken. 5.
Problemen oplossen Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel op pagina 223 • Fax- en scanwaarschuwingen op pagina 223 • Onderhoudsassistent op pagina 223 • Online Support-assistent op pagina 224 • Handige webkoppelingen op pagina 224 Berichten op het bedieningspaneel Xerox biedt meerdere automatische diagnoseprogramma's die u helpen om altijd afdrukken van hoge kwaliteit te produceren.
Problemen oplossen Online Support-assistent De Online Support-assistent is een kennisdatabase die instructies en ondersteuning biedt bij het oplossen van printerproblemen. U vindt hier oplossingen voor problemen met de afdrukkwaliteit, kopieerkwaliteit, papierstoringen, software-installatie en nog veel meer. Voor toegang tot de Online Support-assistent gaat u naar www.xerox.com/office/WC6400support.
Productspecificaties 10 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Fysieke specificaties op pagina 226 • Omgevingsspecificaties op pagina 227 • Elektrische specificaties op pagina 228 • Prestatiegegevens op pagina 229 • Controllerspecificaties op pagina 230 Voor mediaspecificaties en -mogelijkheden, zie Ondersteunde media op pagina 43.
Productspecificaties Fysieke specificaties Basiseenheid • • • • Breedte: 812,4 mm (32,0 inch) Diepte: 587,7 mm (23,1 inch) Hoogte: 627,4 mm (24,7 inch) Gewicht: 59 kg (130 lb) Optionele laden 3 en 4 • • • • Breedte: 448,0 mm (17,6 inch) Diepte: 520,7 mm (20,5 inch) Hoogte: 109,9 mm (4,3 inch) Gewicht: 6,1 kg (13,4 lb) Optionele afwerkeenheid • • • • Breedte: 478 mm (18,8 inch) Diepte: 461 mm (18,1 inch) Hoogte: 355,6 mm (14,0 inch) Gewicht: 9,8 kg (21,6 lb) Ruimtevereisten 150 cm (59 in.) 96.
Productspecificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur • • • Opslag: -20° tot 40° C / -4° tot 104° F In bedrijf: 10° tot 32°C/50° tot 90°F Optimale prestaties: 15° tot 25° C / 59° tot 77° F Relatieve luchtvochtigheid • • • Opslag: 15 tot 85% (zonder condensatie) In bedrijf: 10% t/m 95% (niet condenserend) Optimale prestaties: 35% en 70% (niet-condenserend) WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding 227
Productspecificaties Elektrische specificaties • • • • 110-120 V wisselstroom, 50-60 Hz 220-240 V wisselstroom, 50-60 Hz Binnenkomende stroom - maximaal 100A en 10ms (halve cyclus) Product met ENERGY STAR-keurmerk 228 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding
Productspecificaties Prestatiegegevens Resolutie Maximale resolutie: 2400 x 600 dpi Afdruksnelheid Kleur: 32 ppm (2-zijdig: 19,4 ppm) Zwart/wit: 37 ppm (2-zijdig: 22,5 ppm) Kopieersnelheid Kleur: 30 kpm (600 x 300 dpi) Zwart/wit: 35 kpm (600 x 300 dpi) Scansnelheid Kleur: 30 bpm (600 x 300 dpi) Zwart/wit: 35 bpm (600 x 300 dpi) WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding 229
Productspecificaties Controllerspecificaties Processor • RISC CPU (800 MHz) Geheugen • 1 GB (DDR SDRAM) Interfaces • • Ethernet 10/100/1000Base-TX Universal Serial Bus (USB 2.
Informatie over regelgeving A In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Fundamentele regelgeving op pagina 232 • Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten op pagina 234 • Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten op pagina 237 • Gegevensbladen over materiaalveiligheid op pagina 241 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding 231
Informatie over regelgeving Fundamentele regelgeving Xerox heeft dit product getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door dit product worden veroorzaakt of worden ontvangen in een normale kantooromgeving te beperken. United States (FCC Regulations) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse A conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Europese Unie Waarschuwing: Dit is een Klasse A-product. Mogelijk veroorzaakt dit product in een woonomgeving radiostoringen, in welk geval de gebruiker afdoende maatregelen moet nemen.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, kunnen beboet worden met een geldboete of gevangenisstraf. 1.
Informatie over regelgeving 4. Auteursrechtelijk materiaal, tenzij toestemming is verkregen van de eigenaar van het auteursrecht, of de reproductie binnen het "redelijk gebruik" valt zoals vastgelegd in de bepalingen van het auteursrecht voor bibliotheekreproductierechten. Meer informatie over deze bepalingen is verkrijgbaar bij het Copyright Office, Library of Congress, Washington, D.C. 20559, Verenigde Staten. Vraag naar Circular R21. 5. Bewijzen van staatsburgerschap of naturalisatie.
Informatie over regelgeving Canada Het parlement heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, kunnen beboet worden met een geldboete of gevangenisstraf. 1. Geldige bankbiljetten of geldig papiergeld. 2. Obligaties of effecten van een overheid of bank. 3. Schatkistbiljetten of rijksbelastingpapier. 4.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht
Informatie over regelgeving Als u de juiste service wilt bestellen van het plaatselijke telecombedrijf, geeft u de Facility Interface Code (FIC) en de Service Order Code (SOC) op die hieronder worden vermeld: • Facility Interface Code (FIC) = 02LS2 • Service Order Code (SOC) = 9.0Y Waarschuwing: Vraag uw plaatselijke telefoonmaatschappij welk modulaire aansluitingstype op uw lijn is geïnstalleerd.
Informatie over regelgeving Voordat deze apparatuur wordt geïnstalleerd, dienen gebruikers te controleren of verbinding met de faciliteiten van het plaatselijke telecommunicatiebedrijf is toegestaan. De apparatuur dient tevens te worden geïnstalleerd door middel van een aanvaardbare verbindingsmethode. De klant dient zich ervan bewust te zijn dat in bepaalde situaties de werking kan verslechteren, ondanks het feit dat is voldaan aan bovenstaande voorwaarden.
Informatie over regelgeving Waarschuwing New Zealand Telecom 1. Met een Telepermit voor terminalapparatuur wordt uitsluitend aangegeven dat Telecom accepteert dat dit onderdeel voldoet aan de minimale voorwaarden voor aansluiting op het Telecom-netwerk. Een Telepermit duidt op generlei wijze op een goedkeuring van het product door Telecom en geeft ook geen enkele garantie.
Informatie over regelgeving Gegevensbladen over materiaalveiligheid Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de WorkCentre 6400 printer gaat u naar: Noord-Amerika: www.xerox.com/msds Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Center voor klantenondersteuning gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Informatie over regelgeving 242 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding
Apparatuur recyclen en weggooien B Dit hoofdstuk bevat richtlijnen en informatie over het recyclen en weggooien van apparatuur voor: • Alle landen op pagina 244 • Europese Unie op pagina 244 • Noord-Amerika op pagina 246 • Andere landen op pagina 246 WorkCentre 6400 multifunctionele printer Gebruikershandleiding 243
Apparatuur recyclen en weggooien Richtlijnen en informatie Alle landen Indien u verantwoordelijk bent voor het weggooien van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat het product een of meer lampen bevat met kwik, en verder lood, perchloraat en andere stoffen kan bevatten die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden weggegooid.
Apparatuur recyclen en weggooien Professioneel en zakelijk gebruik Dit symbool op uw apparatuur betekent dat u deze apparatuur moet verwijderen in overeenstemming met de daartoe door de overheid vastgestelde procedures. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de levensduur is verlopen, worden verwerkt volgens de overeengekomen procedures.
Apparatuur recyclen en weggooien Informatie over weggooien in andere landen buiten de Europese Unie Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Als u deze producten wilt weggooien, dient u contact op te nemen met uw plaatselijke autoriteiten of uw dealer voor informatie over de juiste methode. Opmerking over het batterijsymbool Dit symbool van een vuilnisbak op wielen kan in combinatie met een chemisch symbool worden gebruikt. Hiermee wordt naleving van de vereisten van de Richtlijn bepaald.
Index A aangepast papierformaat afdrukken, 59 aangepaste formaten maken, 83 afdrukken aangepast papierformaat, 59 afwijkende documentpagina's, 77 beide zijden van het papier, 65 beveiligde afdrukopdracht, 85 enveloppen, 58 etiketten, 58 glanspapier, 59 informatiepagina's, 27 invoegingen, 74 katernen, 69 meerdere pagina’s op één vel papier (N op 1), 68 omslagen, 75 opties, 60 schalen, 79 speciale media, 57 speciale opdrachttypen, 85 spiegelbeelden, 82 transparanten, 57 watermerken, 80 zwart/wit, 73 afdrukopt
Index G L gbmv, 241 geaard stopcontact, 13 geheugen, 230 glanspapier afdrukken, 59 glasplaat reiniging, 162 lade 1 papier plaatsen, 46 laserlenzen reiniging, 169 H help, 223 bronnen, 29 technische ondersteuning, 29 I informatie bronnen, 29 Handleiding voor snel gebruik, 29 hulpprogramma's voor printerbeheer, 29 informatiepagina's, 29 Installatiehandleiding, 29 op bedieningspaneel, 26 over uw printer, 29 PhaserSMART, 29 technische ondersteuning, 29 webkoppelingen, 29 zelfstudievideo's, 29 informatiepag
Index P pagina's per minuut (ppm), 22 papier plaatsen in lade 2, 3 of 4, 53 papier plaatsen lade 1, 46 papierstoringen, 184 afwerkeenheid, 197 AOD, 193 duplexeenheid, 190 fuser, 191 lade 1 of lade 2, 184 lade 2, 187 lade 3 of 4, 189 voorkomen, 184 PCL, 35 plaatsen enveloppen, 49 lade 2, 3 of 4, 53 media, 46 PostScript, 35 prestatiespecificaties, 229 printer aansluiting, 22 bedieningspaneel, functies, 24 beschikbare configuraties, 22 configuraties, 22 drivers, 35 elektriciteit, veiligheid, 12 fonts, 22 func
Index sjabloon scansjabloon maken, 138 snel installeren vanaf cd-rom, procedure Windows 2000 of nieuwer, 36, 37 speciale media, 57 speciale opdrachttypen, 85 specificaties controller, 230 geheugen, 230 omgeving, 227 prestaties, 229 product, 225 spiegelbeelden, 82 statusberichten, 172 verbinding Ethernet, 32 USB, 32 verbruiksartikelen, 15, 171 bestellen, 172 laag, 172 niet-Xerox verbruiksartikelen, 172 vervangen, 171, 172 verlengsnoer, 13 verplaatsen printer, 178 voorzorgsmaatregelen, 178 vervangingsonderd