Operation Manual
18 Woordenlijst 
Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 Handleiding voor de gebruiker 371
Document In deze handleiding verwijst deze term naar de 
beeldgegevens die worden gegenereerd wanneer een 
origineel wordt gescand. Wordt in bijvoorbeeld de volgende 
samenstellingen gebruikt: verzonden document, ontvangen 
document en document in wachtrij.
dpi Een afkorting van "dots per inch", het aantal puntjes (dots) dat 
binnen een breedte van een inch (2,5 cm) kan worden 
afgedrukt. Gebruikt als de eenheid van resolutie. 
Dual Tone Multi Frequency 
(DTMF)
Het gebruik van de toetsen (tonen) op het toetsenbord om te 
versturen naar of te pollen van een externe mailbox.
ECM Een afkorting van "Error Correction Mode", een door ITU-T 
goedgekeurde toepassing voor faxen van Group 3. Bij een 
ECM-verzending worden de documentbeeldgegevens in 
segmenten verstuurd en worden de segmenten die door het 
externe apparaat niet goed zijn ontvangen, opnieuw 
verstuurd. "EC" op het activiteitenoverzicht geeft aan dat de 
communicatie met ECM werd verwerkt.
Energiespaarstand Een energiebesparingstoepassing die het elektriciteitsverbruik 
verlaagt wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Energiespaarstanden Energiespaarstanden waarbij het stroomverbruik tijdens 
perioden van inactiviteit sterk wordt verlaagd.
Ethernet Een netwerktransporttechnologie die gewoonlijk wordt 
gebruikt voor het versturen van gegevens van één knooppunt 
naar een ander.
Externe mailbox Een toepassing waarmee u een document vanaf de mailbox 
op een extern apparaat kunt ophalen.
Externe terminal De terminal waarmee u wilt communiceren. Dit is een 
algemene term voor terminals, zoals telefoons, faxapparaten 
en pc's.
F4800 Een communicatiemode waarmee de transmissiesnelheid 
wordt verlaagd, zodat ook bij een slechte verbinding de 
communicatie betrouwbaar is. Het apparaat wordt gedwongen 
met een maximale snelheid van 4800 bits per seconden te 
communiceren.
Fabrieksinstelling(en) Instellingen die in de fabriek op het apparaat worden ingesteld 
en die door het apparaat worden gebruikt wanneer de 
gebruiker geen instellingen aangeeft.
F-codecommunicatie Communicatieprocedures die zijn goedgekeurd door het 
Communications and Information network Association of 
Japan (CIAJ) voor het gebruik van T.30* gestandaardiseerd 
door ITU-T. Tussen apparaten met de toepassing F-code 
kunnen verschillende toepassingen die gebruikmaken van de 
F-code worden gebruikt. (*ITU-T aanbeveling)










