Operation Manual
F-codegeheugenvakken programmeren, wijzigen en verwijderen
Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker 5-85
F-codegeheugenvakken programmeren, wijzigen en verwijderen
Hier vindt u de beschrijving voor het programmeren van een geheugenvak voor
F-codeverzending. Er zijn drie soorten F-codegeheugenvakken: F-code
navraaggeheugen (pagina 5-54), F-code Vertrouwelijke verzending (pagina 5-58), en
F-code Relay-distributie (pagina 5-61). Geheugenvakken worden als volgt
geprogrammeerd, gewijzigd en verwijderd.
Een F-codegeheugenvak programmeren
In een geheugenvak moeten een naam voor het vak, een subadres/pascode, en de
functie van het geheugenvak worden geprogrammeerd.
OPMERKINGEN: • Bij het programmeren van nieuw geheugenvak kan geen subadres worden
ingevoerd dat al voor een ander geheugenvak wordt gebruikt. De gebruikte
pascode kan echter wel een code zijn die al voor een ander vak wordt gebruikt.
• Pascodes zijn niet verplicht.
• U kunt maximaal 50 F-codegeheugenvakken programmeren. Als het maximum
van 50 F-codegeheugenvakken is bereikt, verschijnt er hierover een
waarschuwingsbericht en kunnen er geen nieuwe geheugenvakken meer worden
gemaakt. In dit geval moet er eerst een oud F-codegeheugenvak worden
verwijderd (zie pagina 5-91) voordat u een nieuw geheugenvak kunt maken.
1. Druk op de toets [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] en raak dan de toets
[ADRESBEHEER] aan (zie stap 1 en 2 op pagina 5-70).
2. Raak de toets [F-codeGEHEUGENVAK] aan.
3. Raak een van de geheugenvaktoetsen in de bovenste regel
([NAVRAAGGEHEUGEN], [VERTROUWELIJK], of [RELAY-DISTRIBUTIE] ) aan.
(In dit voorbeeld is de toets [NAVRAAGGEHEUGEN] geselecteerd.)
Het scherm voor programmeren van een F-codegeheugenvak wordt geopend.
F-CODEGEHEUGENVAK
AANGEPASTE INDEX
NAVRAAGGEHEUGE VERTROUWELIJK
Relay
DISTRIBUEREN
NAVRAAGGEHEUGE VERTROUWELIJK
RELAY-
DISTRIBUTIE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
F-CODEGEHEUGENVAK
OK
OPSLAAN
CORRIGEREN/